30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2014

Mensen hebben het recht op bescherming tegen discriminatie, racisme en antisemitisme. Discriminatoire uitingen zijn strafbaar. De bestrijding van discriminatie en antisemitisme vraagt, naast goede regelgeving en een juiste strafmaat, ook om blijvende inzet en aandacht van overheid en samenleving. Ouders, scholen, gemeenten, maar ook rolmodellen in de wijk en in de gemeenschappen zelf zijn van onschatbare waarde bij het terugdringen van discriminatie, door incidenten serieus te nemen en discriminatie bespreekbaar te maken.

Met deze brief informeer ik uw Kamer mede namens de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de resultaten van de gesprekken die hebben plaatsgevonden over het thema «antisemitisme en jongeren».1 De eerste ronde tafel «Antisemitisme onder jongeren» vond plaats op 11 juni 2013, een vervolg ronde tafel op 13 november 2013. Tijdens de ronde tafels werd door bewindslieden uitvoerig gesproken met verschillende betrokken partijen: de Anne Frank Stichting, het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI), het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), het Centraal Joods Overleg (CJO), Forum, de gemeente Arnhem, de Interculturele Alliantie, het Inspraak Orgaan Turken (IOT), het Landelijk Steunpunt gastsprekers WOII, het Nationaal Monument Kamp Westerbork, de MBO raad, het Nationaal Comité 4 & 5 mei, de PO raad, het Nederlands Auschwitz comité en het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN).

Doel van de ronde tafels was het samenbrengen van stakeholders rond het terugdringen van antisemitisme onder jongeren, het bespreken van acties die nodig zijn om antisemitische uitlatingen en vooroordelen onder jongeren te verminderen en te voorkomen en de samenwerking tussen deze partijen te stimuleren. Ten behoeve van de ronde tafels zijn bestaande initiatieven en instrumenten besproken en is met behulp van de stakeholders het beschikbare educatieve materiaal van de aanwezige stakeholders geïnventariseerd. Het overzicht kunt u vinden in de bijlage van deze brief2.

Verslag ronde tafels

Tijdens de ronde tafels is gesproken over de rol van educatie bij de bestrijding van antisemitisme, over de rol van opvoeding, ouders en rolmodellen en over de noodzaak van aanvullend onderzoek.

Educatie

Uit een inventarisatie van het bestaande educatieve materiaal van de aanwezige partijen gericht op het terugdringen van antisemitisme blijkt dat een grote hoeveelheid educatief materiaal beschikbaar is voor jongeren met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Voor (hedendaags) antisemitisme geldt dit in mindere mate. De handelingsverlegenheid van docenten is een punt van aandacht in de aanpak van antisemitisme. Sommige (beginnende) docenten hebben moeite om onderwerpen zoals de Holocaust, antisemitisme, homofobie en islamofobie in de klas te behandelen. Het is duidelijk dat de oplossing niet ligt in het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal of nieuwe instrumenten, maar dat zij moet worden gezocht in de wijze waarop de initiatieven en instrumenten worden geïmplementeerd en met elkaar worden verbonden. Een veilige omgeving voor docenten en steun van collega’s en het schoolbestuur bij het bespreekbaar maken van discriminatie en antisemitisme zijn van groot belang. Een aandachtspunt betreft ook de vindbaarheid van educatief materiaal voor scholen en docenten.

Opvoeding, ouders en rolmodellen

Bij het tegengaan van discriminatie en racistische denkbeelden spelen ouders een belangrijke rol. Alle deelnemers aan de ronde tafels deelden de mening dat van ouders mag worden verwacht dat zij, in hun rol als opvoeders, hun kinderen opvattingen meegeven waarin geen plaats is voor antisemitisme en racisme. Een effectieve manier om vooroordelen weg te nemen is om jongeren in contact te brengen met personen van Joodse afkomst en mensen die uit persoonlijke ervaringen kunnen vertellen over de gevolgen van discriminatie en antisemitisme. Er zijn veel lokale projecten die hierop gericht zijn, zoals het project «Leer je buren kennen» (een initiatief van het ROC Amsterdam en de Liberaal Joodse gemeente in Amsterdam).

Onderzoek

Parallel aan de ronde tafels heeft onderzoeksbureau Panteia in opdracht van de Anne Frank Stichting onderzoek gedaan naar antisemitisme onder jongeren in het voortgezet onderwijs. Dit onderzoek geeft een landelijk beeld van de aard en omvang van antisemitisme op scholen, ervaren door docenten geschiedenis, maatschappijleer en godsdienst. De resultaten laten zien dat antisemitisme onder jongeren kan voortvloeien uit opvattingen over het Midden-Oostenconflict of zich manifesteert bij het supporten van clubs uit het betaald voetbal.3 Uit de ronde tafels bleek dat een vervolgonderzoek naar de triggerfactoren van antisemitisme gewenst is, met daarin ook specifieke aandacht voor de rol van sociale media.

Vervolg

Naar aanleiding van de ronde tafels zijn de volgende afspraken gemaakt:

  • In aanvulling op het onderzoek van Panteia zal het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een vervolgonderzoek laten doen naar de triggerfactoren van antisemitisme.

  • De handelingsverlegenheid van docenten en de aanpak van antisemitisme zal, evenals de aanpak van homofobie en islamofobie, door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden meegenomen in het traject tegen pesten dat in samenwerking met de Ombudsman maart 2013 is gestart.

  • OCW zal onderzoek laten uitvoeren in het basis- en voortgezet onderwijs naar de aandacht voor de Holocaust en het bestrijden van discriminatie. Daarbij wordt in het bijzonder gekeken naar de vraag of het benodigde materiaal goed beschikbaar en vindbaar is.

  • Er komt een leermiddelenoverzicht bij het thema »discriminatie, antisemitisme en vooroordelen» bij www.lesmateriaaloorlogenvrede.nl van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

  • Het IOT zal zich inzetten om binnen de eigen gemeenschap de dialoog over antisemitisme te stimuleren.

  • Het Contactorgaan Moslims en Overheid heeft aangegeven graag te willen samenwerken met de aanwezige Joodse organisaties om tijdens een incident samen te kunnen optrekken.

De ronde tafels hebben geleid tot samenwerkingsverbanden tussen de verschillende aanwezige partijen. Mijn Ministerie zal de samenwerking indien nodig blijven faciliteren, zodat de stakeholders elkaar nu en in de toekomst blijven vinden in de bestrijding en aanpak van antisemitisme.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Conform toezegging in de brief over antisemitisme (Kamerstuk 30 950, nr. 49)

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

Antisemitisme in het voortgezet onderwijs, Panteia research to progress, in opdracht van de Anne Frank Stichting; 8 juli 2013.

Naar boven