30 950 Racisme en Discriminatie

Nr. 495 MOTIE VAN HET LID ERGIN

Voorgesteld 2 oktober 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging een fundamenteel mensenrecht is, vastgelegd in onder andere artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (VBPR) en artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM);

constaterende dat meer dan een miljoen Nederlanders hun geloof praktiseren door halal- of koosjer vlees te eten;

constaterende dat deze religieuze vrijheid alleen gewaarborgd kan worden als ook halal en koosjer slachten blijft toegestaan;

overwegende dat geen enkele Nederlander aan de keukentafel gedwongen mag worden zijn of haar geloof op te geven;

van mening dat de rituele slacht en daarmee ook de onbedwelmde slacht op geen enkele manier aan banden dient te worden gelegd;

verzoekt de regering om halal- en koosjer vlees ondubbelzinnig te erkennen en te beschermen als onderdeel van de vrijheid van godsdienst, en te waarborgen dat iedere poging tot verbod of beperking daarvan wordt voorkomen, waaronder door het beschermen van de onbedwelmde slacht die daarvoor noodzakelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ergin

Naar boven