30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 32 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN DAM TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 28

Voorgesteld 15 maart 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat antisemitische incidenten op straat, zoals bedreiging, belediging en intimidatie, joodse Nederlanders belemmeren om hun identiteit en geloof te uiten en zodoende hun leven te leven in de vrijheid die elke inwoner van Nederland behoort te hebben;

overwegende, dat daarom het terugdringen van dergelijke incidenten een prioriteit van de regering zou moeten zijn waar de regering actief werk van zou moeten maken;

overwegende, dat Marokkaans-Nederlandse jongens voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor deze incidenten en dat de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse daders extra spanningen creëert in de samenleving;

overwegende, dat diverse instrumenten ingezet kunnen en moeten worden om deze incidenten aan te pakken, van straatcoaches en onderwijs tot de inzet van lokagenten of opnameapparatuur, en dat de inzet van alle benodigde instrumenten wenselijk is;

verzoekt de regering om, desgewenst in samenwerking met de meest betrokken gemeentebesturen, een plan van aanpak op te stellen waarmee antisemitische incidenten gepleegd door Marokkaans-Nederlandse jongens binnen twee jaar substantieel worden teruggedrongen;

verzoekt de regering de Kamer hierover in het voor de zomer te verschijnen bijgestelde actieplan antisemitisme te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Dam

Naar boven