30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 177 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2019

In deze brief wil ik uw Kamer op de hoogte stellen van de stand van zaken van enkele toezeggingen op het terrein van het antidiscriminatiebeleid en gelijke behandeling.

In mijn brief van 12 februari 20191 heb ik aangekondigd dat ik uw Kamer voor het zomerreces in een afzonderlijke brief op de hoogte zou stellen van de uitkomsten van de gesprekken over de wijze waarop het stelsel van antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) verder versterkt zal worden. De afronding van de reeks gesprekken zal dit najaar plaatsvinden.

Tijdens het algemeen overleg over discriminatie van 14 februari 20192 heb ik aan het lid Krol (50PLUS) toegezegd voor het zomerreces te inventariseren welk onderzoek reeds wordt gedaan naar de mechanismen achter leeftijdsdiscriminatie. Ik heb deze inventarisatie ter hand genomen maar deze is nog niet gereed. Ik zal deze na het zomerreces naar uw Kamer sturen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Kamerstuk 30 950, nr. 161.

X Noot
2

Kamerstuk 30 950, nr. 162.

Naar boven