30 950
Rassendiscriminatie

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2007

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de minister van Justitie, de zeventiende en achttiende periodieke rapportage aan1 betreffende het Verdrag inzake Uitbanning van alle vormen van Rassendiscriminatie (CERD). Deze rapportage vloeit voort uit de verplichting voor staten die partij zijn bij dit Verdrag om te rapporteren over de maatregelen die zij hebben genomen en de vorderingen die zij hebben gemaakt bij de totstandkoming van de in het Verdrag erkende rechten.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven