30 939
Wijziging van de Wet stedelijke vernieuwing (wijziging in verband met de invoering van single information en single audit voor specifieke uitkeringen)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 22 maart 2007

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.

1. Algemeen 1

2. Voorgestelde verantwoording bij specifieke uitkeringen 2

3. Aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer 2

4. Lagere vaststelling en verrekening 2

5. Stelsel van kwaliteitszorg 3

6. Effecten voor burgers, bedrijven en overheid 3

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven de voorgestelde wijzigingen op grond waarvan er eerder duidelijkheid kan worden gegeven aan gemeenten rond de verdeling en vaststelling van het ISV-budget. De leden van de CDA-fractie kunnen zich vinden in de opmerkingen van de Raad van State en de wijzigingen als gevolg daarvan in het wetsvoorstel.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden steunen het streven om te komen tot het beperken van administratieve lasten en uitvoeringskosten van de uitkeringenregelingen. Deze leden merken wel op dat het vereenvoudigen van de procedures niet ten koste mag gaan van de kwaliteit van verantwoording en controle.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden onderschrijven dat lagere overheden niet lastig gevallen moeten worden met zinloze bureaucratie.

2. Voorgestelde verantwoording bij specifieke uitkeringen

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat er bij doeluitkeringen een vorm van verantwoording over de besteding van de middelen en de mate waarin de nagestreefde doelen gehaald zijn wenselijk blijft. Deze leden vinden het een goed idee om voor deze verantwoording mee te liften met de jaarstukken die toch al geproduceerd worden. Wel zou de vorm van de verantwoording ten minste op hoofdlijnen landelijk voorgeschreven moeten worden, omdat hiermee de resultaten van gemeenten onderling vergeleken kunnen worden en daarmee ook de effectiviteit van verschillende uitvoeringsstrategieën.

3. Aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer

De leden van de CDA-fractie vragen zich af of de regering kan aangeven in hoeverre zij de conclusies van het rapport van de Algemene Rekenkamer over het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) heeft betrokken bij het voorliggende wetsvoorstel.

In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid geopend om de beoordelingstermijn van vier maanden voor de vaststelling van het investeringsbudget met twee maanden te verlengen. De leden van de SP-fractie vinden dit een gemakzuchtige benadering, die haaks staat op de intentie van het wetsvoorstel om zinloze bureaucratie terug te dringen. Vier maanden voor de beoordeling van een aanvraag is al een zeer riante (lees: lange) termijn. Als deze overschreden wordt is er iets mis met de organisatie van de beoordelaar. De leden van de SP-fractie zijn dan ook van mening dat de regering dient in te zetten op een effectievere organisatie op het ministerie van VROM, in plaats van op het verlengen van de doorlooptijd. Anders lukt het volgens deze leden nooit om de ambities van deze regering met betrekking tot de transformatie van probleemwijken in prachtwijken waar te maken.

4. Lagere vaststelling en verrekening

De leden van de CDA-fractie hebben vragen bij het opnemen van een bepaling op grond waarvan de minister van VROM de mogelijkheid krijgt de verlening van het ISV-budget geheel of gedeeltelijk te weigeren indien budgettaire omstandigheden daartoe aanleiding geven. Kan de regering toelichten wanneer er sprake is van dergelijke budgettaire omstandigheden en wanneer is het legitiem om op deze verlening terug te komen? Welke criteria hanteert de regering?

Hoe voorkomt de regering willekeur? Wat betekent dit voor de risico’s voor de gemeenten die ook met betrokken partners plannen hebben ontwikkeld en projecten zijn aangegaan?

De leden van de PvdA-fractie steunen het voorstel van de regering te komen tot een besluit tot het vaststellen van regels omtrent het lager vaststellen van het investeringsbudget. Deze leden merken op dat bij de totstandkoming van dit besluit een voorhangprocedure geldt. Deze leden menen dat het van belang is dat gemeenten de mogelijkheid hebben te reageren op de inhoud van dit besluit. Tevens menen deze leden dat het van belang is dat ook de Kamer op de hoogte is van de opmerkingen en suggesties van gemeenten of andere betrokken organisaties. De leden van de PvdA-fractie vragen of deze voorhangprocedure gepaard gaat met voorpublicatie. Indien dit niet het geval is vragen deze leden de regering op welke wijze gemeenten en betrokken organisaties zich kunnen uitspreken over het voorgestelde besluit. Deze leden willen graag een reactie.

In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid geopend om bij Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) regels te stellen omtrent de eventuele terugvordering van ISV-subsidie. De leden van de SP-fractie zouden graag meer inzicht krijgen in de uitgangspunten voor deze regeling. Kan een gemeente bijvoorbeeld beroep doen op het compensatiebeginsel als de ene doelstelling niet gehaald is, maar een andere ruimschoots? De leden van de SP-fractie zijn van mening dat de uitgangspunten voor terugvordering in de wet zelf omschreven dienen te worden, of dat anders voorhang op de AMvB van toepassing zou moeten zijn.

5. Stelsel van kwaliteitzorg

Bij het voorliggende wetsvoorstel wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de verplichting dat gemeenten een stelsel van kwaliteitszorg inrichten ter bewaking en verbetering van de kwaliteit van de stedelijke vernieuwing te schrappen. De kwaliteitszorg heeft betrekking op het proces. De leden van de CDA-fractie hebben vragen over de toevoeging van het budget versterking van culturele kwaliteiten. Deze leden vragen de regering dit punt toe te lichten. Wat wordt precies hieronder verstaan? Waarom vindt de regering dat dit beter op zijn plek is binnen het ISV?

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat het begrip kwaliteitzorg ruimer opgevat dient te worden en dus ook betrekking moet hebben op stedenbouwkundige, architectonische en sociaal culturele aspecten van stedelijke vernieuwing. Graag vernemen de leden van de SP-fractie van de regering hoe kwaliteitszorg in deze zin betrokken kan worden bij haar doelstelling voor transformatie van probleemwijken.

6. Effecten voor burgers, bedrijven en overheid

De leden van de CDA-fractie signaleren dat het terugdringen van de administratieve lastendruk een belangrijk aandachtspunt is van deze regering. Deze leden vragen of de regering het mogelijk acht te komen tot een verdere reductie van de regelgeving rond de Wet Stedelijke Vernieuwing en indien dat mogelijk is, aan te geven op welke wijze? Als de regering dat niet mogelijk acht, kan zij dan motiveren waarom dat volgens haar niet kan?

De voorzitter van de commissie,

Koopmans

De adjunct-griffier van de commissie,

Ipenburg


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA), ondervoorzitter, Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Kortenhorst (CDA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU).

Plv. leden: Sterk (CDA), Duyvendak (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Crone (PvdA), Hessels (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Kamp (VVD), Smeets (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Waalkens (PvdA), Haverkamp (CDA), Van Beek (VVD), Mastwijk (CDA), Vacature (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Ortega-Martijn (CU), Koppejan (CDA) en Dijsselbloem (PvdA).

Naar boven