30 938
Aanpassing van een aantal wetten met het oog op de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening alsmede regeling van overgangsrecht (Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening)

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID VAN HEUGTEN C.S.

Ontvangen 26 september 2007

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 8.13, onderdeel K1, komt te luiden:

K1

Artikel 3.19, onderdeel b, vervalt; de onderdelen c tot en met e worden geletterd b tot en met d.

II

Artikel 8.17, onderdeel K komt te luiden:

K

In artikel 59, eerste lid, onderdeel b, wordt na «voorwaarde» ingevoegd: of voorschrift.

Toelichting

In de Invoeringswet WRO is aan de gronden om een verleende bouwvergunning te kunnen intrekken de situatie toegevoegd dat een bouwvergunning op grond van de Woningwet had moeten worden geweigerd of had moeten worden aangehouden. Intrekking van een bouwvergunning omdat ergens een fout is gemaakt kan echter zeer vervelende gevolgen hebben voor de vergunninghouder, zeker indien bedacht wordt dat aan het verlenen van een bouwvergunning vaak de totstandkoming of het perfect worden van onroerendgoedtransacties gekoppeld is. Bovendien is de afgelopen jaren gebleken dat met het bestaande instrumentarium ernstige fouten hersteld kunnen worden. Daarbij gaat het weliswaar om zware en lange procedures, maar in het licht van de grote gevolgen die het naderhand intrekken van een bouwvergunning voor de vergunninghouder heeft is dit verdedigbaar. Alles afwegende heeft het daarom volgens de indiener van dit amendement de voorkeur om in de Invoeringswet WRO geen mogelijkheden toe te voegen om een verleende bouwvergunning naderhand weer in te kunnen trekken. Hiertoe wordt door middel van dit amendement onderdeel K van artikel 8.17 van de Invoeringswet geschrapt.

Het nieuwe onderdeel K1 zorgt ervoor dat hetzelfde gebeurt met de gelijkluidende intrekkingsbevoegdheid bij aanlegvergunningen en sloopvergunningen.

Van Heugten

Vermeij

Neppérus

Naar boven