30 934
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 mei 2007

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel I, onderdeel C, wordt in onderdeel c «artikel 31, tiende lid,» vervangen door: artikel 31, elfde lid,.

B

Artikel I, onderdeel F, wordt gewijzigd als volgt:

a. In de aanhef van onderdeel b wordt «Na het negende lid» vervangen door: Na het tiende lid.

b. In onderdeel b wordt de aanduiding «10.» vervangen door «11.» en wordt «in eerste lid» vervangen door «in het eerste lid».

C

In artikel I, onderdeel G, wordt «artikel 31, tiende lid,» vervangen door: artikel 31, elfde lid,.

D

Ingevoegd worden twee nieuwe artikelen, luidende:

ARTIKEL IA

a. Indien de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 204/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) eerder in werking treedt dan deze wet wordt in deze wet in artikel I, onderdeel A de aanduidingen «bb» en «cc» vervangen door respectievelijk «ad» en «ae».

b. Indien deze wet eerder in werking treedt dan de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 204/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) dan worden in de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 204/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) in artikel I, onderdeel A de aanduidingen «ab» en «ac» vervangen door respectievelijk «dd» en «ee».

ARTIKEL IB

Indien onderdeel G van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer eerder in werking treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

1. Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef van onderdeel d wordt «Na het tiende lid» vervangen door: Na het negende lid.

b. In onderdeel d worden de aanduidingen «11» en «12» vervangen door respectievelijk «10» en «11».

2. Indien deze wet eerder in werking treedt dan onderdeel G van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer komt het tweede lid van onderdeel G van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer te luiden:

2. Het vijfde lid vervalt en het zesde tot en met twaalfde lid worden vernummerd tot vijfde tot en met elfde lid.

Toelichting

Met deze nota van wijziging worden enkele technische verbeteringen aangebracht. De verkeerde nummering van het tiende lid van artikel 31 als gevolg van wijziging van de Elektriciteitswet 1998 door de zogenoemde wet onafhankelijk netbeheer, is hersteld. Ook is een verschrijving verbeterd.

Twee artikelen worden toegevoegd aan het wetsvoorstel inhoudende samenloopbepalingen die verband houden met de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) en de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer. Enkele wijzigingen die deze wetten aanbrengen in de Elektriciteitswet 1998 hebben betrekking op artikel 1 en artikel 16 van de Elektriciteitswet 1998, evenals deze wet. Met deze samenloop bepalingen worden deze wijzigingen op elkaar afgestemd.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven