30 934
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA C.S.

Ontvangen 4 oktober 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van onderdeel d wordt «twee leden» vervangen door: vier leden.

2. Aan onderdeel d worden twee leden toegevoegd, luidende:

13. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet het noodzakelijke acht voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 16, tweede lid, onderdeel d, ter uitvoering van zijn taak de leveringszekerheid voor de lange termijn te waarborgen, verstrekt hij de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een overzicht van de te nemen maatregelen en de gevolgen van die maatregelen voor afnemers en het functioneren van de markt. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit zendt het overzicht vergezeld van zijn advies aan Onze Minister. De maatregelen behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

14. Onze Minister verleent zijn goedkeuring niet eerder dan vier weken nadat het overzicht en het advies, bedoeld in het dertiende lid, aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

Artikel IB komt te luiden:

ARTIKEL IB

Indien artikel I, onderdeel G van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) eerder in werking treedt dan deze wet, wordt artikel I, onderdeel C van deze wet als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van onderdeel d wordt «Na het tiende lid» vervangen door: Na het negende lid.

2. In onderdeel d worden de aanduidingen «11» , «12», «13» en «14» vervangen door respectievelijk «10» , «11», «12» en «13».

2. Indien deze wet eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel G van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) komt het tweede lid van artikel I, onderdeel G van die wet te luiden:

2. Het vijfde lid vervalt en het zesde tot en met veertiende lid worden vernummerd tot vijfde tot en met dertiende lid

Toelichting

De landelijke netbeheerder krijgt tot taak in verband met het waarborgen van de leveringszekerheid voldoende productiereservecapaciteit aan te houden. De door de landelijke netbeheerder aan te houden capaciteit zal worden verdisconteerd in de nettarieven en dus door energieverbruikers worden betaald. Vanwege de grote belangen die zijn gemoeid met de invoering van het vangnet, zowel vanuit een oogpunt van de leveringszekerheid, het functioneren van de marktwerking en de kosten die met de invoering van het vangnet zijn gemoeid is het wenselijk dat het parlement in de gelegenheid is hierover een oordeel te geven. Daartoe strekt dit amendement.

Zijlstra

Hessels

Crone

Jansen

Naar boven