nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN
TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
Artikel I
1. In artikel 333 e, lid 1 onder a ontbrak de aanduiding «rechtsvorm».
In lid 2 luidden de omschrijving «vennootschappen naar Nederlands recht».
2. In artikel 333k, lid 2 onder a stond «in de regel ten minste
vijfhonderd».
Memorie van toelichting
1. De eerste, tweede, derde en vierde alinea op p. 4 ontbraken.
2. De paragraaf over fiscale behandeling van een fusie ontbrak.
3. De verwijzing naar de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
in de tweede volle alinea op p. 10 ontbrak. De slotzin van de derde alinea
luidde: In Nederland beantwoordt naast de op grond van de Eerste richtlijn
al in het toepassingsbereik opgenomen naamloze en Europese naamloze vennootschap
ook de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid aan de definitie.
4. In de toelichting op artikel 333e ontbraken de laatste vier volzinnen.
5. De laatste alinea van de toelichting op artikel 333f luidde: Een
advies van de ondernemingsraad dat is ontvangen ten minste een maand voordat
op het fusievoorstel wordt beslist, wordt krachtens artikel 7 van de richtlijn
aan het verslag van het bestuur gehecht. Doel van dit voorschrift is uiteraard
dat van dat advies of die opmerkingen kennis kan worden genomen. Deze regeling
is niet uitdrukkelijk opgenomen omdat voor de Nederlandse deelnemers al een
ruimer voorschrift geldt: een advies of opmerkingen worden krachtens artikel
2:314 lid 4 BW zelfstandig ter inzage gelegd ten kantore van de vennootschap.
En wordt het advies ná het fusievoorstel ontvangen, dan wordt het terstond
na ontvangst neergelegd, ook als dit later mocht zijn dan de datum waarop
het verslag van het bestuur aan de aandeelhouders ter beschikking wordt gesteld.
6. In de toelichting op artikel 333h ontbraken de tweede en derde
volle alinea op p. 18 en de eerste, tweede en derde alinea op p. 19.
7. In de toelichting op artikel 333k luidde de tweede alinea op p.
26:
In twee gevallen maakt de richtlijn een uitzondering op de toepassing
van het nationale recht en moet een eigen stelsel van regels over onderhandeling
en besluitvorming worden gevolgd. De tweedeling kwam voort uit de wens van
de lidstaten om de fusie van kleinere vennootschappen – gedefinieerd
als vennootschappen met minder dan 500 werknemers – niet onnodig te
belasten met ingewikkelde en tijdrovende medezeggenschapregelingen, zonder
evenwel in de situatie te geraken dat medezeggenschap in een kleinere fusiepartner
verloren gaat enkel omdat de verkrijgende vennootschap wordt gevestigd in
een land dat geen medezeggenschap kent, waardoor de regeling van artikel 16
lid 1 zonder waarde zou zijn.
8. In de toelichting op artikel 333k werd in de derde volle alinea
op p. 24 in plaats van «gemiddeld meer dan» «gemiddeld ten
minste» gebruikt.