nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
I. ALGEMEEN
Inleiding
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Bij
regeling van 11 oktober 2006 zijn de energie-investeringsaftrek (EIA)
en de milieu-investeringsaftrek (MIA) buiten toepassing gesteld voor investeringen
die op of na 12 oktober 2006 doch voor 1 januari 2007 hebben plaatsgevonden.
Op grond van artikel 3.52, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001
dient een voorstel van wet tot goedkeuring van die regeling binnen drie maanden
na de inwerkingtreding van die regeling ter goedkeuring te worden gezonden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het onderhavige wetsvoorstel strekt
ertoe aan deze verplichting te voldoen. Gelet op de drie maandentermijn in
genoemd artikel is spoedadvies aan de Raad van State gevraagd. Overigens zijn
er aan de buitentoepassingstelling van de EIA en de MIA geen gevolgen voor
de administratieve lasten voor het bedrijfsleven verbonden.
Delegatiebevoegdheid
Bij de invoering van de energie-investeringsaftrek en van de milieu-investeringsaftrek
is in de memorie van toelichting vermeld dat deze regelingen worden gebudgetteerd.
Indien de budgetuitputting daartoe aanleiding geeft, kan de minister van Financiën
gebruik maken van de mogelijkheid van artikel 3.52, eerste lid, onderdeel
b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 om bij ministeriële regeling de
percentages van de energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek
aan te passen en zo nodig op nihil te stellen.
Bij regeling van 11 oktober 2006 is gebruik gemaakt van deze bevoegdheid.
In deze regeling is de energie-investeringsaftrek en de milieu-investeringsaftrek
buiten toepassing gesteld voor investeringen die in de periode van 12 oktober
2006 tot 1 januari 2007 zijn gedaan.
De bewaking van de budgetten van EIA en MIA vindt plaats aan de hand van
de meldingen van gedane investeringen door belastingplichtigen. Om in aanmerking
te komen voor de EIA of de MIA is als voorwaarde gesteld dat binnen
drie maanden na het tijdstip van de investering een melding moet zijn ingediend
bij het bureau IRWA van de belastingdienst.
Uit de gegevens inzake de tot begin oktober 2006 gemelde investeringen
bleek dat sprake was van een zeer groot beroep op de EIA en de MIA in 2006.
Naar de op dat moment geldende inzichten zou dit – rekening houdend
met de nog te verwachten meldingen van de investeringen verricht in de drie
vooafgaande maanden – gepaard gaan met een zeer forse overschrijding
van het budget van zowel de EIA als van de MIA voor 2006. Bij de EIA werd
een overschrijding voorzien van ruim € 200 mln ten opzichte van
een budget van € 139 mln en bij de MIA werd een overschrijding voorzien
van € 50 mln ten opzichte van een budget van € 118 mln.
Naar de toenmalige inzichten zou bij buiten toepassing stelling op 11 oktober –
rekening houdend met de nog te verwachten meldingen van investeringen verricht
in de drie voorafgaande maanden – de geraamde overschrijding bij de
EIA uitkomen op € 165 mln en zou bij de MIA het budget volgens de
raming zijn uitgeput.
Pas op 12 januari 2007 zullen bij het bureau IRWA alle meldingen
binnen zijn van investeringen die hebben plaatsgevonden vóór
donderdag 12 oktober 2006. Deze meldingen moeten vervolgens worden getoetst.
Daarna kan pas worden bepaald in hoeverre het budget voor 2006 werkelijk is
overschreden.
Gelet op het voorgaande was het op nihil stellen van het percentages van
de EIA en MIA noodzakelijk. De daartoe strekkende ministeriële regeling
is in de Staatscourant van 11 oktober 2006, nr. 198 gepubliceerd
en is in werking getreden met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 oktober
2006. Voor deze terugwerkende kracht is gekozen om aankondigingeffecten met
de daarbij behorende budgettaire effecten te voorkomen. De desbetreffende
ministeriële regeling is van toepassing op verplichtingen of voortbrengingskosten
die op of na donderdag 12 oktober 2006 doch vóór 1 januari
2007 zijn gemaakt.
Zowel de EIA als de MIA worden per 1 januari 2007 weer opengesteld.
De budgetoverschrijding die in 2006 optreedt, wordt niet ten laste gebracht
van de budgetten van deze regelingen in 2007.
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van Financiën,
G. Zalm