30 912
Regels inzake de aanspraak op een inkomensafhankelijke financiële bijdrage in de kosten van kinderen (Wet op het kindgebonden budget)

nr. 11
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 juni 2007

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3 Wijziging bedragen

1. Bij het begin van het kalenderjaar worden de bedragen die op grond van artikel 2, tweede lid, zijn vastgesteld en het bedrag van het gezamenlijke toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 2, derde lid, bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

2. Indien er aanleiding is om de bedragen, bedoeld in het eerste lid, te verhogen op een andere wijze dan op grond van het eerste lid, worden de bedragen vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur.

Toelichting

Deze nota van wijziging bevat een aanpassing van artikel 3. Op grond van het eerste lid van artikel 3 worden de bedragen van het kindgebonden budget en gezamenlijke toetsingsinkomen jaarlijks geïndexeerd. Daarnaast wordt in het tweede lid van artikel 3 de mogelijkheid geboden om bij algemene maatregel van bestuur het kindgebonden budget te verhogen met een hoger bedrag dan voortvloeit uit de indexering op basis van prijsindexcijfers indien daartoe, vanwege bijvoorbeeld koopkrachttechnische redenen, aanleiding bestaat.

Het niveau van de regeling in beide omstandigheden en de verhouding tussen het eerste en het tweede lid daarbij zijn verduidelijkt.

Door middel van de onderhavige wijziging wordt in het eerste lid verduidelijkt dat de wijziging van het bedrag van het kindgebonden budget overeenkomstig de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij ministeriële regeling dient plaats te vinden. Hiermee wordt ook uitvoering gegeven aan de brief van de minister van Justitie inzake het afwijken of wijzigen van wetten in formele zin bij lagere regelgeving (Kamerstukken I 1998/99, 26 200 VI, nr. 65), met name in verband met het in die brief opgenomen voorstel voor een aanpassing van Aanwijzing 34 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Door de wijziging van het tweede lid is verduidelijkt dat, indien er aanleiding is om de bedragen van het kindgebonden budget op andere wijze dan die voortvloeit uit de indexering op basis van de prijsindexcijfers, te verhogen, dit bij algemene maatregel van bestuur dient plaats te vinden.

De minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Naar boven