nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID ROEFS
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
I
Na artikel 2.10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.10a
1. Het is een vervoerder verboden vervoer te verrichten met gebruikmaking
van bestuurders van vrachtauto’s die niet bij hem in dienstbetrekking
zijn.
2. Ten blijke van de in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking
wordt door de vervoerder en de bestuurder van een vrachtauto gezamenlijk een
verklaring opgesteld waarin in ieder geval wordt vermeldt dat:
a. het vervoer voor rekening en risico van de vervoerder wordt verricht;
en
b. tussen de vervoerder en de bestuurder van een vrachtauto sprake
is van een loons- en gezagsverhouding.
3. Onze Minster stelt het model vast van de in het tweede lid bedoelde
verklaring.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven over
de gevallen waarin Onze Minister ontheffing kan verlenen van het in het eerste
lid vermelde verbod, alsmede over de in die gevallen benodigde documenten.
5. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan een
ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
6. Door overtreding van het verbod, bedoeld in het eerste lid, wordt
niet langer voldaan aan de eis betrouwbaarheid.
II
Na artikel 8.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.5a
Artikel 2.10a van deze wet vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.
Toelichting
In de oude WGW was de eis van een vaste dienstbetrekking opgenomen. Deze
eis bood de werknemer (ook de werknemer die via een uitzendovereenkomst in
dienst is) bescherming tegen concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Zolang geen
duidelijkheid bestaat over de bescherming van vrachtwagenchauffeurs zonder
eigen vrachtauto blijft de eis van dienstbetrekking gehandhaafd. Er vindt
een bredere discussie plaats over de positie van ZZP-ers, waarin oplossingen
zullen moeten worden gezocht voor onderbetaling. Deze eis kan vervallen als
een bevredigende oplossing is gevonden voor deze groep chauffeurs waarin bescherming
wordt geboden tegen betaling onder het CAO-loon. Hiertoe kan de regering via
koninklijk besluit dit artikel laten vervallen nadat hierover de Kamer is
geïnformeerd.
Roefs