nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID ROEMER
Ontvangen 22 januari 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1.1 vervalt de begripsbepaling integriteitverklaring beroepsvervoer.
II
In artikel 2.10 wordt het eerste tot en met zesde lid vervangen door:
1. Een natuurlijke persoon of rechtspersoon voldoet aan de eis van
betrouwbaarheid door overlegging van een niet ouder dan drie maanden zijnde
verklaring omtrent het gedrag, bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële
en strafvorderlijke gegevens.
2. Daarnaast voldoet een natuurlijke persoon of rechtspersoon niet
langer aan de eis van betrouwbaarheid, indien in een aaneengesloten periode
van drie jaar drie maal – al dan niet met toepassing van artikel 51,
tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht – bij onherroepelijk vonnis
van de burgerlijke rechter is vastgesteld dat de in het beroep geldende loon-
en andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden niet zijn nageleefd.
3. De periode van drie jaar als bedoeld in het tweede lid, vangt
aan op de datum van het eerste onherroepelijke vonnis.
III
In artikel 2.10 vervalt het tiende lid.
IV
In artikel 7.1 wordt «artikel 2.10, het krachtens artikel 2.10,
derde lid, bepaalde» vervangen door: het krachtens artikel 2.10, bepaalde.
Toelichting
Volgens het voorliggende wetsvoorstel kan de minister de afgifte van de
integriteitsverklaring beroepsvervoer weigeren, wanneer niet-nakoming van
de geldende voorschriften inzake de financiële arbeidsvoorwaarden rechterlijk
is vastgesteld. Wanneer de eis van vaste dienstbetrekking vervalt is onduidelijk
wat dit nog inhoudt. Verder is de reden van het niet functioneren van het
oude strafpuntenstelsel – zoals vastgelegd in de WGW – niet de
onuitvoerbaarheid hiervan, maar het nog steeds ontbreken van een register
van civiele rechterlijke veroordelingen, waardoor in de praktijk zelden strafpunten
aan vervoersbedrijven werden toegekend.
Verder is de integriteitsverklaring onvoldoende uitgewerkt. Bij herhaaldelijke
overtredingen zou de afgifte van deze verklaring door de minster van Justitie
kunnen worden geweigerd, maar normen voor de ernst en het aantal van de overtredingen
ontbreken.
Roemer