30 896
Regeling van het beroepsgoederenvervoer en het eigen vervoer met vrachtauto’s (Wet wegvervoer goederen)

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID ROEMER

Ontvangen 22 januari 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 2.10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.10a

1. Het is een vervoerder verboden vervoer te verrichten met gebruikmaking van bestuurders van vrachtauto’s die niet bij hem in dienstbetrekking zijn.

2. Ten blijke van de in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking wordt door de vervoerder en de bestuurder van een vrachtauto gezamenlijk een verklaring opgesteld waarin in ieder geval wordt vermeldt dat:

a. het vervoer voor rekening en risico van de vervoerder wordt verricht; en

b. tussen de vervoerder en de bestuurder van een vrachtauto sprake is van een loons- en gezagsverhouding.

3. Onze Minster stelt het model vast van de in het tweede lid bedoelde verklaring.

4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven over de gevallen waarin Onze Minister ontheffing kan verlenen van het in het eerste lid vermelde verbod, alsmede over de in die gevallen benodigde documenten.

5. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

6. Door overtreding van het verbod, bedoeld in het eerste lid, wordt niet langer voldaan aan de eis betrouwbaarheid.

Toelichting

In de oude WGW was de eis van een vaste dienstbetrekking opgenomen. Deze eis bood de werknemer (ook de werknemer die via een uitzendovereenkomst in dienst is) bescherming tegen concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Zonder deze eis zullen de in de CAO vastgelegde arbeidsvoorwaarden voor vaste werknemers ernstig aan waarde inboeten, omdat vervoersbedrijven de keuze hebben om gebruik te maken van een chauffeur die niet in vast dienstverband is en dus buiten de CAO valt.

Tevens leidt het schrappen van deze eis tot een problematische situatie omtrent de integriteitsverklaring, zoals deze in de WWG geformuleerd wordt. Deze verklaring kan geweigerd worden, wanneer de rechter niet-nakoming van de geldende voorschriften inzake de financiële arbeidsvoorwaarden vaststelt. Bij het ontbreken van een vaste dienstbetrekking is onduidelijk wat hier nog onder verstaan wordt.

Roemer

Naar boven