30 896
Regeling van het beroepsgoederenvervoer en het eigen vervoer met vrachtauto’s (Wet wegvervoer goederen)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID CRAMER C.S.

Ontvangen 15 januari 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 2.12, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. wordt verricht met een of meer vrachtauto’s met een toegestaan laadvermogen van niet meer dan 500 kg, of.

Toelichting

Dit amendement laat de huidige ondergrens voor het gebruik van een vrachtbrief bij het binnenlands beroepsvervoer in tact, hetgeen aansluit bij wat nu de praktijk is. Het ophogen van deze grens, zoals oorspronkelijk in het wetsvoorstel opgenomen, zal niet leiden tot een vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, omdat verladers en vervoerders ook zonder een wettelijke verplichting belang hebben bij het opmaken van een vrachtbrief. De vrachtbrief of het digitale alternatief zullen in de praktijk dus niet verdwijnen omdat de bij het vervoer betrokken partijen belang hebben bij de gegevens op de vrachtbrief om onduidelijkheden te voorkomen bij eventuele onregelmatigheden bij het vervoer. In de Nota naar aanleiding van het Verslag wordt dit bevestigd. De doelstelling van verminderde administratieve lasten wordt met het ophogen van de ondergrens derhalve niet gediend. De lasten voor het bedrijfsleven worden eerder hoger als bij schade of vermissing van goederen na het transport, de juridische en financiële afhandeling wordt bemoeilijkt door het ontbreken van een vrachtbrief.

Ook met betrekking tot de doelstelling van een betere handhaafbaarheid van regels is het gebruik van een vrachtbrief een adequaat middel. Uit dien hoofde is het ophogen van de ondergrens zoals aanvankelijk in het wetsvoorstel voorgesteld evenmin doeltreffend en eerder strijdig te noemen.

Het amendement is niet strijdig met EU-regelgeving. Voor grensoverschrijdend beroepsvervoer over de weg moet immers in alle gevallen een CMR-vrachtbrief worden gehanteerd.

Cramer

Van Heugten

Roefs

Naar boven