30 885 IXB
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2006 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

nr. 41
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 december 2006

De vaste commissie voor Financiën2, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Tichelaar

De waarnemend griffier van de commissie,

Nava

1

Herinnert de regering zich de toezegging bij de behandeling van de Wet toezicht financiële verslaggeving dat de aan de marktpartijen door te berekenen voorbereidingskosten gemaximeerd worden (onder andere naar aanleiding van de kosten die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft gemaakt ter voorbereiding op deze wet) en dat de overige voorbereidingskosten voor rekening van de Staat komen? Kan een beeld worden geschetst van de te verwachten uitgaven die samenhangen met deze toezegging?

De regering herinnert zich deze toezegging. Toegezegd is om de aan marktpartijen door te berekenen voorbereidingskosten tot 150% van de «jaarlijkse kosten» te maximeren. In overleg met de AFM is nadere invulling gegeven aan het begrip «jaarlijkse kosten». Afgesproken is om deze kosten vast te stellen op het jaarlijks gemiddelde van de kosten van het doorlopend toezicht die voor de eerste drie jaar van de uitvoering van de wet worden verwacht. De AFM heeft de kosten voor de financiële verslaggeving voor 2007 begroot op € 3,7 mln. terwijl zij voor de twee daaropvolgende jaren een kostenniveau voorziet van € 4,6 mln. respectievelijk € 5,0 mln. Gemiddeld bezien komen de jaarlijkse kosten van het doorlopend toezicht uit op € 4,4 mln. Bijgevolg krijgen marktpartijen maximaal € 6,6 mln. aan voorbereidingskosten doorberekend. De feitelijke voorbereidingskosten bedragen circa € 8,1 mln. Het verschil ad € 1,5 mln. komt voor rekening van de Staat.

2

Is de opbrengst van de verkoop van KPN-aandelen al verwerkt in het cijfer van de EMU-schuld zoals vermeld in de Najaarsnota?

Ja.

3

Hoe verhouden de tegenstrijdige uitspraken over de winstafdracht De Nederlandsche bank (DNB) in de Najaarsnota 2006 (hogere winstafdracht) en onderhavig wetsvoorstel (lagere winstafdracht) zich tot elkaar?

Budgettaire mutaties in de Najaarsnota worden berekend ten opzichte van de Miljoenennota. Budgettaire mutaties in de 2e suppletore begroting worden berekend ten opzichte van de 1e suppletore begroting. De gepresenteerde budgettaire mutaties kunnen daardoor afwijken. De autorisatie van het Parlement voor de mutaties loopt via de goedkeuring van de suppletore wetten.

4

Waarom wordt de opbrengst van de verkoop van ambassadegebouwen bij Financiën geboekt en niet bij Buitenlandse Zaken of Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer?

Bezien zal worden of deze ontvangsten, net als bij overige verkoopopbrengsten waarvoor middelenafspraken met departementen bestaan, voortaan verantwoord kunnen worden bij Buitenlandse Zaken.

5

Welke ambassadegebouwen worden gesloten en waarom?

In een aantal landen voldeed onroerend goed niet meer aan de functionele vereisten van BZ. Het betrof de volgende landen:

• Canada: verkoop twee appartementen te Ottawa. Dit is een deel van de voormalige ambtswoning dat is afgestoten omdat een geschikter pand is betrokken.

• Chili: verkoop ambassadegebouw Santiago. Dit pand is afgestoten omdat een geschikter pand is betrokken.

• België: verkoop pand Brussel. De woning van de plv. Chef de Poste is afgestoten.

• Tanzania: verkoop perceel Dar es Salaam.

• India: verkoop pand New Delhi: Betrof de woning van de plv. Chef de Poste.

• Tanzania: verkoop personeelswoning in Dar es Salaam.

• Zuid-Afrika: verkoop ambassadegebouw Pretoria. Dit gebouw is afgestoten omdat een geschikter pand is betrokken.

6

Waarom wordt de vrijwaring van aansprakelijkheidsclaims voor DNB verruimd? Waarop is de eventuele noodzaak gebaseerd om deze in lijn te brengen met de bestaande vrijwaring van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de voormalige Pensioen- en Verzekeringskamer?

De verruiming van de vrijwaringsregeling van aansprakelijkheidsclaims voor DNB is te zien in samenhang met de fusie tussen De Nederlandsche Bank (DNB) en de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK). Door die fusie is de al langer bestaande vrijwaringsregeling van de PVK van rechtswege overgegaan op DNB. Dientengevolge bestaan er binnen DNB verschillende methoden van dekking voor aansprakelijkheid op het toezichtterrein. Dit werd als minder wenselijk ervaren. Aangezien er voor de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in het verleden eveneens een vrijwaringsregeling is gesloten, heeft het mijn voorkeur om voor de toezichthouders op de financiële markten zoveel mogelijk één lijn te trekken.

7

Waarom is in eerste instantie geen rekening is gehouden met extra uitvoeringskosten kosten voor de AFM betreffende de Wet Handhaving Consumentenbescherming van circa € 2? Is het de verwachting dat in de nabije toekomst meer van dit soort uitvoeringskosten gefinancierd moeten worden? Waarom drukken deze kosten op de begroting van Financiën in plaats van de begroting van Economische Zaken?

In de Wet Handhaving Consumentenbescherming (Whc) is een taakverdeling tussen de Consumentenautoriteit en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) vastgelegd. De AFM houdt op grond daarvan toezicht op de naleving van het consumentenrecht voor de financiële sector.

Vanwege de ministeriële verantwoordelijkheid en het repressieve handhavingskarakter van het toezicht drukken de kosten op de begroting van Financiën.

De bevoegdheid van de AFM is vooralsnog beperkt tot internationale inbreuken op de Whc maar mogelijk wordt dit op termijn uitgebreid naar de nationale inbreuken.

8

Hoeveel kosten zijn er de afgelopen 2 jaar door overheidsdiensten in verband met de financiële toezichtswetgeving, uitgesplitst naar wet en sector, in rekening gebracht aan de financiële instellingen? Hoeveel zal er dit en volgend jaar in totaal in rekening worden gebracht?

DNB en de AFM brengen een deel van de kosten van het toezicht in rekening bij marktpartijen. Onderstaand een opgave van de kosten die aan deze instellingen zijn, dan wel naar verwachting worden, doorberekend.

DNB200420052006120071
Heffingen:     
Banken2€ 20,59 mln.€ 24,05 mln.   
Pensioenfondsen€ 16,58 mln.€ 17,98 mln.  
Verzekeraars (incl. Zorgwet)€ 14,93 mln.€ 19,72 mln.  
Geldtransactiekantoren€ 0,19 mln.€ 0,27 mln.  
Beleggingsinstellingen€ 0,37 mln.€ 0,29 mln.  
Effecteninstellingen€ 2,92 mln.€ 2,53 mln.. 
Trustkantoren€ 0,36 mln.€ 0,36 mln.  
Totaal van de heffingen€ 55,94 mln.€ 65,21 mln.€ 79,30 mln.€ 80,89 mln.
     
AFM200420052006120071
Heffingen:     
Beurzen€ 2,41 mln.€ 1,61 mln.  
Effectenuitgevende instellingen€ 2,21 mln.€ 1,20 mln.  
Effectenbemiddelaars€ 8,30 mln.€ 5,40 mln.  
Beleggingsinstellingen€ 4,22 mln.€ 6,99 mln.  
Pensioenfondsen€ 0,20 mln.€ 0,87 mln.  
Verzekeraars€ 1,24 mln.€ 1,00 mln.   
Registraties & ontheffingen€ 3,16 mln.€ 2,44 mln.  
Emissies € 0,58 mln.   
Openbare biedingen op effecten€ 0,81 mln.€ 1,29 mln.  
Totaal van de heffingen€ 22,55 mln.€ 21,38 mln.€ 58,11 mln.3€ 59,63 mln.

1 Begroting.

2 Met de banken was een ingroeimodel afgesproken op grond waarvan zij geleidelijk aan gaan bijdragen aan de kosten van het toezicht. Hier tegenover staat een lager wordende overheidsbijdrage.

3 De stijging t.o.v. 2005 is hoofdzakelijk het gevolg van de verwachte inwerkingtreding van nieuwe toezichttaken: – heffingen toezicht marktmisbruik€  2,59 mln. – heffingen toezicht financiële verslaggeving €  4,84 mln. – heffingen toezicht financiële dienstverlening € 11,76 mln. – heffingen vergunningen financiële dienstverlening €  9,05 mln. – heffingen toezicht accountants €  3,29 mln. – heffingen vergunningen accountants €  2,77 mln. – heffingen toezicht beleggingsobjecten €  1,81 mln. – overige heffingen €  1,86 mln. – Totaal nieuwe taken volgens de begroting 2006 € 37,97 mln.

9

Waarom vallen de uitvoeringskosten staatsdeelnemingen hoger uit als gevolg van het uitblijven van verdere verkopen?

De geraamde uitvoeringskosten voor staatdeelnemingen op de begroting betreft een meerjarige stelpost. Afhankelijk van de actuele ontwikkelingen in het uitvoeringsjaar ontstaat een beter beeld van de benodigde middelen. De in de 2e suppletore begroting opgenomen mutatie van € 3,464 mln is het gevolg van voorbereiding en/of uitvoering van de verkoop van een aantal deelnemingen, waaronder KPN en Sdu. Ook betreft dit voorbereidingskosten voor verkoop van deelnemingen waarvan verwacht was dat dit in 2006 kon plaatsvinden, maar dit niet is gerealiseerd. Dit betreft onder meer de WST en luchthaven Schiphol.

10

Is het de verwachting dat de neerwaarts bijgestelde schade-uitkeringen Exportkredietverzekering (EKV) 2006 in latere jaren alsnog zullen komen? Heeft deze trend gevolgen voor de reserveringen voor 2007?

In 2006 zijn minder schades uitgekeerd dan verwacht. Historisch gezien zijn deze schades zeer laag. Lagere schade-uitkeringen in 2006 leiden niet tot aanpassing van de reservering voor 2007. Voor 2007 zijn de schadeuitkeringen gebaseerd op lange termijn trends en de verwachtingen omtrent de verzekeringsportefeuille. Overigens zijn toekomstige schadeuitkeringen moeilijk te voorspellen en gaan derhalve gepaard met een hoge mate van onzekerheid.

11

Hoeveel arbeidsgehandicapten zijn in dienst van het Ministerie van Financiën? Hoeveel procent van het personeelsbestand is dat?

Zoals eerder gerapporteerd aan de Tweede Kamer in een brief van de minister van BZK d.d. 19 april 2006 (Tweede Kamer 2005–2006, 30 301 nr. 6) is 4,9% van het aantal werknemers van het ministerie van Financiën arbeidsgehandicapt volgens de definitie van de toenmalige wet REA. Dit betreft 1578 werknemers.


XNoot
1

I.v.m. een correctie in de ondertekening. Het eerder onder Kamerstuk 30 885 IXB, nr. 4 gepubliceerde stuk komt hiermee te vervallen.

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Van Beek (VVD), Vendrik (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), fng. ondervoorzitter, Tichelaar (PvdA), fng. voorzitter, Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), De Krom (VVD), Omtzigt (CDA), Irrgang (SP), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), J. Kortenhorst (CDA), Van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Vermeij (PvdA), Vacature (D66), Vacature (SP), Vacature (SP) en Vacature (PvdD).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Dam (PvdA), Zijlstra (VVD), Halsema (GL), Vacature (algemeen), Dezentjé Hamming (VVD), Koopmans (CDA), Van der Veen (PvdA), De Vries (CDA), R. Kortenhorst (CDA), Schippers (VVD), Koenders (PvdA), Van der Burg (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Rouvoet (CU), Mastwijk (CDA), De Roon (PVV), Kalma (PvdA) en Spekman (PvdA).

Naar boven