Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30885 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30885 nr. 2 |
Vastgesteld 13 december 2006
De vaste commissie voor Financiën2 heeft ter voorbereiding van de behandeling van de Najaarsnota 2006 een aantal vragen aan de minister van Financiën voorgelegd.
De minister van Financiën heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 december 2006.
Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
Kan per departement een overzicht worden gegeven van de onderuitputting tot dusver in 2006? Hoe groot zijn de maximale eindejaarsmarges voor 2006 per departement en in welke mate zijn die thans benut als gevolg van de tot op heden opgetreden onderuitputting?
Overzicht onderuitputting en eindejaarsmarge ten tijde Najaarsnota 2006
Begrotingen «Rijksbegroting in enge zin» | 2006 | ||
---|---|---|---|
onderuitputting* | maximale eindejaarsmarge | percentage benut** | |
Staten Generaal | – 0,9 | 1,1 | 83% |
Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten | – 2,2 | 0,9 | 240% |
Algemene Zaken | – 1,3 | 0,4 | 282% |
Koninkrijksrelaties | – 0,4 | 9,1 | 4% |
Justitie | – 7,4 | 53,6 | 14% |
Binnenlandse Zaken | – 32,9 | 53,8 | 61% |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 0,0 | 254,7 | 0% |
Financiën (IXA+IXB) | – 40,9 | 30,0 | 136% |
Defensie | 0,0 | 136,1 | 0% |
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | – 13,9 | 33,7 | 41% |
Verkeer en Waterstaat | 3,7 | 23,4 | – 16% |
Economische Zaken | 0,0 | 14,9 | 0% |
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | – 6,0 | 21,1 | 28% |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | – 0,2 | 3,0 | 7% |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | – 26,3 | 34,4 | 76% |
Homogene Groep Internationale Samenwerking | – 103,7 | 181,5 | 57% |
Totaal Rijksbegroting eng | – 232,3 | 851,6 | 27% |
* een «–» is onderuitputting, een «+» is een overschrijding.
** een «–» is negatieve eindejaarmage.
Hoeveel niet-gebruik van de huur- en zorgtoeslagregelingen resteert er nog? Waarop is dit gebaseerd?
Er valt zonder diepgravend onderzoek geen indicatie te geven van het niet-gebruik van de huur- en de zorgtoeslag. Hiervoor is namelijk inzicht nodig in de persoonlijke situatie van alle burgers/huishoudens in Nederland. Wel zijn bij de invoering van de toeslagen maatregelen getroffen om het niet-gebruik zoveel als mogelijk tegen te gaan/feitelijk gebruik te stimuleren. Zo zijn aanvraagformulieren met waar mogelijk voorgedrukte gegevens toegezonden aan de groep potentieel rechthebbenden. Daarnaast is de invoering begeleid met een uitgebreide voorlichtingscampagne. In 2007 ontstaat inzicht in het feitelijk gebruik van de huur- en zorgtoeslag, als gevolg van de defintieve toekenning van beide toeslagen.
Hoe hoog is het totaal aan meevallers op het terrein van de sociale zekerheid ten opzichte van de oorspronkelijke Miljoenennotaramingen in deze kabinetsperiode (2003 t/m najaarsnota 2006)?
De volgende tabel laat het totaal aan mee- en tegenvallers op het terrein van de sociale zekerheid zien vanaf Miljoenennota 2003. De gepresenteerde cijfers zijn een optelsom van de verticale toelichtingen van de betreffende Miljoenennota’s en financieel jaarverslagen.
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | |
---|---|---|---|---|
Tegenvallers t.o.v. raming regeerakkoord | – 0,5 | – 0,9 | – 1,6 | – 1,9 |
Hoe hoog is het totaal aan tegenvallers op het terrein van Zorg ten opzichte van de oorspronkelijke Miljoenennotaramingen in deze regeerperiode (2003 t/m najaarsnota 2006)?
Het overzicht hieronder geeft de tegenvallers op het terrein van Zorg weer zoals verwerkt in de jaarverslagen en miljoenennota’s:
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | |
---|---|---|---|---|
Tegenvallers t.o.v. raming regeerakkoord | 2,1 | 3,1 | 2,4 | 2,8 |
De hierboven gepresenteerde cijfers zijn het saldo van de mee- en tegenvallers in de zorg in het betreffende begrotingsjaar, ontleend aan de Verticale Toelichtingen in de miljoenennota’s en jaarverslagen van de betreffende periode. De overschrijding van het Budgettair Kader Zorg is overigens lager geweest in deze jaren, aangezien er ook beleid is gevoerd om de budgettaire tegenvallers te compenseren.
Is het Vogelaarakkoord houdbaar, dit mede gezien het feit dat de rechter de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verbood de ziekenhuizen 192 miljoen euro te korten?
Het oordeel van de rechter inzake het kortgeding, o.m. aangespannen door de NVZ mbt de budgetkorting van ziekenhuizen, behelsde onder meer dat de pijn van de budgetoverschrijdingen niet eenzijdig bij ziekenhuizen kan worden gelegd. Er is daarbij ook vastgesteld dat het opleggen van een budgetkorting wel tot de mogelijkheden blijft behoren.
Het Vogelaarakkoord is van een andere aard en staat los van het convenant met de ziekenhuizen. Het akkoord met de huisartsen biedt voldoende budgettaire zekerheid, o.a. doordat expliciet is afgesproken, dat de tarieven neerwaarts worden bijgesteld, wanneer het aantal consulten wordt overschreden.
Wat is de oorzaak van de toename van het aantal huisartsenconsulten?
Op dit moment is er alleen zicht op het aantal huisartsenconsulten. Dit betreft overigens voorlopige cijfers, het realisatiecijfer met betrekking tot het aantal huisartsenconsulten over 2006 zal na afloop van dit jaar kunnen worden bepaald. Er is geen zicht op de oorzaak van de stijging van het aantal huisartsenconsulten.
Leidt meer huisartsenbezoek vanwege een preventieve werking tot lagere kosten verderop in de zorgketen? Zo ja, waarom krijgen de huisartsen dan een strafkorting?
De huisarts vervult een poortwachterfunctie in het zorgstelsel. Doordat diagnostische diensten door huisartsen worden uitgevoerd, kan de duurdere 2e lijn zorg worden ontlast. Of een toename van het huisartsenbezoek leidt tot lagere tweede lijns-zorgkosten, is vooraf niet te bepalen. Onduidelijk is namelijk de aard van de klachten waarvoor patiënten naar hun huisarts gaan en of dit tot doorverwijzingen leidt. Overigens is er geen sprake van een strafkorting. Door alle betrokken partijen (inclusief de huisartsen) zijn gezamenlijk afspraken gemaakt bij invoering van een nieuw stelsel van bekostiging, waarbij op basis van monitoring de tarieven passend zouden worden gemaakt aan het beschikbare budget.
Wat veroorzaakt de tegenvaller van 100 miljoen bij de WW? Hoe kan de WW een tegenvaller laten zien als de werkloosheid sneller krimpt dan verwacht?
In de Najaarsnota is nieuwe uitvoeringsinformatie van het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV) verwerkt. Op basis van de uitvoeringsinformatie (de zogeheten Oktobernota) liet de WW een kleine tegenvaller (circa 80 miljoen) zien ten opzichte van de stand van de Miljoenennota 2007. Overigens is dit beeld recent bevestigd door de economische vooruitzichten die het CPB heeft gepubliceerd in de CPB Nieuwsbrief december 2006 (www.cpb.nl). Ten opzichte van de Macro Economische Verkenning 2007 is de werkloosheidsraming licht opwaarts bijgesteld voor 2006. Het CPB geeft aan dat de licht stagnerende daling van de werkloosheid vooral verklaard lijkt te worden doordat steeds meer mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt omdat de kans op het vinden van een baan aanzienlijk is toegenomen. De andere indicatoren van de arbeidsmarkt blijven zich dan ook positief ontwikkelen, aldus het CPB.
Welk deel van de meevaller van € 2,2 miljard bij de vennootschapsbelasting is te danken aan een hogere aanslagoplegging en welk deel aan een snellere kasontvangst? Wat zijn de achterliggende oorzaken van een hogere aanslagoplegging en een snellere kasontvangst? Welk deel van de meevaller is structureel? Staat tegenover de meevaller bij de vennootschapsbelasting dit jaar als gevolg van een snellere kasontvangst volgend jaar dan een tegenvaller?
Volgens de huidige inzichten wordt circa 60% van de meevaller bij de vennootschapsbelasting in 2006 veroorzaakt door een hogere aanslagoplegging en 40% door een snellere kasontvangst. De oorzaak van een hogere aanslagoplegging is een gunstiger economische ontwikkeling hetgeen in de regel leidt tot een hogere grondslagontwikkeling van de vennootschapsbelasting. De snellere kasontvangst laat zich het meest waarschijnlijk verklaren door het feit dat bedrijven in economische voorspoedige tijden geneigd zijn eerder aan hun betalingsverplichtingen te voldoen.
Tegenover een snellere kasontvangst in dit jaar staat ceteris paribus een lagere kasontvangst in een of meerdere latere jaren. Of per saldo een lagere kasontvangst in 2007 wordt verwacht is mede afhankelijk van de doorwerking van zowel de hogere aanslagoplegging als de snellere kasontvangst naar 2007. Op dit moment is nog niet voldoende informatie beschikbaar om precies te bepalen in welke mate de meevaller bij de vennootschapsbelasting in 2006 doorwerkt naar 2007. Naar huidige inzichten zal het saldo positief zijn. In het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2006 is hierover nadere informatie beschikbaar en deze zal bij de Voorjaarsnota 2007 in de raming worden verwerkt.
Hoeveel belastingontvangsten loopt het Rijk mis doordat de Belastingdienst nauwelijks aan controle toekomt?
In het wetgevingsoverleg met de minister en de staatsecretaris van Financiën is over de resultaten van de door de Belastingdienst ingestelde controles gesproken. Besloten is dat de Belastingdienst zijn toezichtsactiviteiten intensiveert. In de brief aan de Kamer van 30 november jl. wordt uiteengezet hoe daartoe over 2007 de toezichtscapaciteit van de Belastingdienst over de verschillende handhavingsinstrumenten wordt verdeeld. De effecten hiervan laten zich op voorhand niet kwantificeren. Dit geldt eveneens voor de effecten van controlewerkzaamheden welke niet hebben plaatsgevonden.
Wat zegt de meevaller bij de vennootschapsbelasting voor de verwachte effecten voor de komende 5 jaar van de wet «Werken aan winst»?
De effecten van de wet «Werken aan winst» zijn berekend ten opzichte van de geraamde grondslag en bijbehorende opbrengst in het jaar waarin de wet wordt ingevoerd (2007). Als naderhand blijkt dat de gerealiseerde grondslag afwijkt van de geraamde grondslag, dan heeft dit geen gevolgen voor de ingeboekte budgettaire effecten van de wet. Dit is conform de begrotingsregels en geldt voor zowel mee- als tegenvallers.
Overigens betreft de onderhavige meevaller over het jaar 2006 niet noodzakelijkerwijs een aanpassing van de raming van de vennootschapsbelasting over 2007. Dit is afhankelijk van de mate waarin de meevaller over 2006 doorwerkt naar 2007. Zie daarvoor het antwoord op vraag 9.
Wat veroorzaakt de hogere teruggave over eerdere jaren van de inkomstenbelasting?
De teruggaven over eerdere belastingjaren zijn hoger dan verwacht en hebben vooral betrekking op de aanslagoplegging met betrekking tot het belastingjaar 2005 en in mindere mate 2004.
Op basis van de ontvangen aangiftebiljetten tot en met juni 2006 en de ontvangen schattingsformulieren van ondernemers tot en met juli 2006 zijn aanzienlijk meer negatieve voorlopige aanslagen opgelegd (die direct leiden tot uitbetaling) dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit zorgt voor een tegenvaller bij de kasontvangsten in 2006.
Klopt het dat de EMU-schuld in de Najaarsnota exclusief de opbrengst van de verkoop van aandelen TNT is gepresenteerd. Zo ja, hoe hoog is de schuld na deze verkoop?
De opbrengst van de verkoop aandelen TNT is nog niet in de Najaarsnota verwerkt. Dit zal gebeuren in de Voorlopige Rekening. Als de verkoop van de aandelen TNT in de Najaarsnota zou zijn meegeteld, dan zou de EMU-schuld 2006 uitkomen op 49,2% van het BBP.
Is het waar dat de staatsschuld (EMU-schuld) onder de kabinetten-Balkenende (2002–2006) met 27 miljard is toegenomen? Hoeveel miljard was dat onder de kabinetten-Kok (1995–2002)?
Onder de Kabinetten-Balkenende (2002–2006) is de overheidsschuld met 25½ miljard euro toegenomen (inclusief de 1½ miljard euro verkoopopbrengst aandelen TNT, die niet in de Najaarsnota is verwerkt). Onder de Kabinetten Kok (1994–2002) is de overheidsschuld met 20 miljard euro toegenomen. Gecorrigeerd voor financiële transacties is de overheidsschuld onder de Kabinetten-Balkenende met 29 miljard euro toegenomen en onder de Kabinetten-Kok met 30 miljard euro. De schuldquote neemt in de periode 1994–2006 af met bijna 27%-punt BBP van 76% BBP ultimo 1994 naar net onder de 50% ultimo 2006.
Kunnen de oorzaken van de hogere EU-afdrachten worden gespecificeerd? Wat is het effect hiervan op de door het kabinet reeds ingeboekte 1 miljard lagere afdracht?
De voornaamste oorzaak voor de hogere EU-afdrachten betreft de opwaartse bijstelling van het Bruto Nationaal Inkomen door het CBS voor de jaren 2003–2005. Omdat de afdrachten deels gebaseerd zijn op dit BNI moet Nederland over deze jaren in 2006 met terugwerkende kracht meer afdragen. Ook vallen de landbouwheffingen hoger uit, waarvan Nederland een kwart als vergoeding mag houden. Een tegengesteld effect komt van de lager uitvallende uitgaven op de EU-begroting. Per saldo leidt dit tot een tegenvaller van circa 200 mln. Er is geen relatie tussen de hoger uitvallende afdrachten in 2006 en de eind 2005 bedongen lagere jaarlijkse EU-afdracht met ca. 1 miljard, aangezien deze verlaging betrekking heeft op de jaren 2007–2013.
Wordt met «Tegenvallende ontvangsten boetes en transacties» bedoeld dat burgers zich beter hebben gedragen, hun boetes nog niet hebben betaald of dat politie en justitie minder hebben geverbaliseerd dat van hun werd verwacht?
De opbrengsten uit boeten en transacties zijn, bij gelijkblijvende handhavingsinspanningen, lager dan waarmee bij de ontvangstenraming rekening mee is gehouden. Er kan echter niet zonder meer geconcludeerd worden dat burgers zich beter zijn gaan gedragen. Verschillende factoren zijn van invloed op het opbrengstenniveau, zoals bijvoorbeeld de omvang van het wagenpark en het aantal gereden kilometers. De gerealiseerde ontvangstenraming kan aldus niet direct worden gerelateerd aan de handhavingsinspanningen. De lagere opbrengsten houden geen verband met betalingsachterstanden.
Om welke reden zijn minder mensen dan verwacht met onbekende bestemming vertrokken uit COA-centra?
Dit hangt mogelijk samen met een anticipatie op een eventuele aanpassing van beleid. Zie de brief van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie d.d. 5 december 2006 (DDS/5457415) aan uw Kamer.
Hoe worden de relatief hoge posten voor diversen verklaard bij de uitgaven en ontvangsten van binnenlandse zaken?
De post diversen bij de mee- en tegenvallers (uitgaven) wordt voor – 6,5 mln. verklaard doordat het invoeren van de vingerscan op het paspoort vertraging heeft opgelopen. Deze vertraging wordt veroorzaakt doordat de technische specificaties waaraan de vingerscan moet voldoen later door Europa bekend zijn gemaakt dan voorzien. Verder bestaat deze post uit een aantal kleinere mee- en tegenvallers.
De post diversen bij de beleidsmatige mutaties(uitgaven) wordt voor 13,3 mln. verklaard doordat P-Direkt het door BZK voorgeschoten bedrag, dat gemoeid was met de contractbeëindiging met IBM, heeft afgelost. 5,8 mln. wordt verklaard doordat een aantal gemeenten zijn gecompenseerd voor de nadelige gevolgen van de gehanteerde berekeningsmethodiek bij de afkoop van een aantal specifieke uitkeringen. 5,4 mln. wordt verklaard door de afkoop van de annuïteitenregeling Werkgelegenheidsimpuls van een drietal steden in 2006. Verder bestaat deze post diversen uit een aantal kleinere beleidsmatige mutaties.
De post diversen bij de technische mutaties(uitgaven) wordt voor 6,5 mln. verklaard door bijdragen van andere departementen in de loonkosten van de Top Management groep.
De post diversen bij de technische mutaties (uitgaven en ontvangsten) wordt voor 13,5 mln. verklaard door een bijdrage uit het Nationaal Actieprogramma Elektronische Snelwegen voor een aantal projecten in het kader van e-overheid. De uitgaven- en ontvangstenraming wordt voor 8,3 mln. verklaard doordat een deel van activiteiten van het Expertise Centrum Arbeidsmarktcommunicatie en de Werkmaatschappij op factuurbasis aan andere departementen is doorberekend. Verder bestaan deze posten uit een aantal kleinere technische mutaties.
Wat is de reden om voor Monumentenzorg wel eenmalig 140 miljoen vrij te maken en dat niet te doen voor andere doelen die met een eenmalige impuls sterk gesteund zouden zijn?
Reeds in 1993 is de doelstelling geformuleerd om in 2010 de restauratieachterstanden zodanig weg te hebben gewerkt dat alleen nog een normale werkvoorraad resteert. Opeenvolgende kabinetten hebben financiële impulsen gedaan om dit doel te bereiken. Omdat de monumentenzorg met andere beleidsdoelen concurreert, waren die impulsen tot op heden onvoldoende om dit doel te realiseren. Dit was ook de Kamer een doorn in het oog. De Kamer heeft dit kabinet dan ook meermaals verzocht om nu 140 mln vrij te maken om in 2010 de doelstelling te halen. Aan de Kamer is toegezegd dat aan deze wens tegemoet kan worden gekomen indien de financiële ruimte zich bij Najaarsnota voordoet. Met de impuls van 140 mln doet het kabinet zijn toezegging gestand.
Hoe hoog is de verlaging van de verwachte bedrijfslasten van De Nederlandsche Bank en wat is de verklaring daarvoor?
De verlaging van de verwachte bedrijfslasten van De Nederlandsche Bank bedraagt circa € 48 mln. De verlaging van de verwachte bedrijfslasten wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de versobering van de pensioenregeling van De Nederlandsche Bank in 2006.
Wat is er gedaan om te voorkomen dat de toch al lage woningbouwproductie niet nog lager werd dan voorzien was?
Langs meerdere sporen wordt de woningproductie gefaciliteerd, gestimuleerd en gemonitord. Zo zijn er met regionale en lokale partijen concrete en afrekenbare woningbouwafspraken gemaakt, wordt de streek- en bestemmingsplancapaciteit gestimuleerd en gemonitord, worden VROM-aanjaagteams ingezet om belemmeringen op locaties weg te nemen en wordt gewerkt aan de totstandkoming van de VROM-vergunning.
Blijft het EHS-geld dat niet kon worden uitgegeven beschikbaar voor 2007?
Bij kabinetsbesluitvorming over de Voorjaarsnota 2007 zal worden bezien of de EHS-middelen die niet tot besteding zijn gekomen in 2006 alsnog in 2007 worden uitgegeven.
Waarom was de rijksbijdrage ouderdomsfonds bij de Miljoenennota ten onrechte aangepast?
De rijksbijdrage Ouderdomsfonds wordt in het voorjaar vastgesteld en betaald aan de SVB naar aanleiding van inzichten in het Centraal Economisch Plan en het jaarverslag van de SVB. Ook voor 2006 is de rijksbijdrage reeds bij Voorjaarsnota vastgesteld. Nadien heeft zich nog een meevaller in de premie-inkomsten voorgedaan. In de Miljoenennota is deze meevaller in de premie-inkomsten per abuis verwerkt door de rijksbijdrage 2006 overeenkomstig te verlagen. Per abuis, omdat de rijksbijdrage conform de systematiek na vaststelling in het lopende jaar niet meer muteert. In de Najaarsnota is deze mutatie weer teruggedraaid. De meevaller in de premie-inkomsten AOW zal zichtbaar worden in het jaarverslag van de SVB over 2006, waarna het in 2007 tot een lagere rijksbijdrage leidt. Overigens is de rijksbijdrage niet relevant voor uitgavenkader en EMU-saldo omdat deze betaling binnen de overheid blijft.
Waar staat «Bir» voor?
Bir staat voor Budget Informatie Rapportage. Het betreft de nummering die wordt gehanteerd in het administratieve systeem binnen het ministerie van VWS om de begrotingsmutaties te kunnen duiden. Per abuis zijn deze «Bir-codes» in de vertikale toelichting terecht gekomen, ze bieden geen politiek relevante informatie.
Waar zijn de UWV-frictiekosten bij SZW die zijn overgeheveld van de uitgaven algemeen?
Het frictiekostenbudget betreft een met UWV overeengekomen budget dat bestemd is voor transformatie van UWV om een inkrimping van de organisatie te bereiken. In afwachting van concrete invulling is dit budget gereserveerd op de aanvullende post. Voor afvloeiingen bij UWV in 2006 en 2007 worden in 2006 sociaal plan kosten gemaakt. Daarnaast is sprake van leegstand in de huisvesting. De hiervoor gereserveerde frictiekosten zijn nu binnen het SZW-kader beschikbaar gesteld aan UWV.
Wat verklaart de onderuitputting en vertraging voor de diverse onderdelen van de eindejaarsmarge non-ODA? Wat verklaart de teruggave van programmamiddelen voor armoedebestrijding door ambassades?
Een lage rentestand en een afnemende leningenportefeuille leiden tot lagere rentesubsidies aan de NIO en derhalve tot een onderuitputting op het «handels en financieel systeem». Vertraging bij de ontwikkeling van een non-ODA programma bij de FMO dat een bijdrage levert aan de ontwikkeling van lokale kapitaalmarkten veroorzaakt een onderuitputting op het onderdeel «ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden». Van de reservering voor loon- en prijsontwikkeling en onvoorzien, te weten de post «nominaal en onvoorzien», werd een gedeelte niet gebruikt. Bij apparaatsuitgaven ontstond een onderuitputting als gevolg van vertraging in een aantal omvangrijke investeringsprojecten zoals de invoering van biometrie op de vertegenwoordigingen in het buitenland en digitalisering van de archieven. Verder bleek een aantal bouwkundige investeringen dit jaar niet meer uitgevoerd te kunnen worden.
De teruggave van programmamiddelen door ambassades is een saldo van vele mutaties die zeer divers van aard zijn. De belangrijkste zijn o.a. Bangladesh (+ EUR 3,0 mln.: uitgave aan het Financial Management Reform Program via DfID vanwege afhandeling van oude betalingen uit voorgaande jaren), Macedonië (– EUR 0,6 mln.: voornamelijk omdat een contract met ProCreditBank wordt ondergebracht in het Massif Fonds in plaats van financiering uit gedelegeerde middelen), Nicaragua (– EUR 0,5 mln.: een betaling aan de Wereldbank voor een hervormingsprogramma vindt geen doorgang als gevolg van vertraging in de uitvoering door de verkiezingen in Nicaragua), Soedan (-EUR 1,3 mln.: vertraging in de uitvoering van twee UNICEF-projecten en een FAO-activiteit), Suriname (– EUR 0,9 mln.: uitstel van de start van het investeringsfonds IFONS naar 2007), en Vietnam (– EUR 1,0 mln.: vertraging in de uitvoering van enkele programma’s, waaronder de ondersteuning van de overheidsinspectie).
I.v.m. een correctie in de aanhef en een correctie in de ondertekening. Het eerder onder Kamerstuk 30 885, nr. 2 gepubliceerde stuk komt hiermee te vervallen.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Van Beek (VVD), Vendrik (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), fng. ondervoorzitter, Tichelaar (PvdA), fng. voorzitter, Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), De Krom (VVD), Omtzigt (CDA), Irrgang (SP), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Kortenhorst (CDA), Van Dijck (PVV), Heerts (PvdA), Vermeij (PvdA), Vacature (D66), Vacature (SP), Vacature (SP) en Vacature (PvdD).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Dam (PvdA), Zijlstra (VVD), Halsema (GL), Vacature (algemeen), Dezentjé Hamming (VVD), Koopmans (CDA), Van der Veen (PvdA), De Vries (CDA), Kortenhorst (CDA), Schippers (VVD), Koenders (PvdA), Van der Burg (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Rouvoet (CU), Mastwijk (CDA), De Roon (PVV), Kalma (PvdA) en Spekman (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30885-2-h1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.