nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2008
In de memorie van toelichting op de wetswijziging van de Brandweerwet
1985, verband houdende met de herpositionering van het Nederlands instituut
fysieke veiligheid (Nifv) (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008,
nr. 5, blz. 246–259), heb ik aangegeven dat het Nifv de samenwerking
met andere publieke kennisinstituten zal dienen te zoeken. Tijdens het plenaire
debat heeft de heer Van Raak (SP) aangegeven, dit laatste als «vaag
taalgebruik» te beschouwen, hetgeen mogelijk op problemen zou kunnen
duiden.
Teneinde deze zorg bij de heer Van Raak weg te nemen heb ik toegezegd
uw Kamer een overzicht te zenden van de binnen de, wat is aangeduid als zwaailichtensector,
actieve kenniscentra waarmee het Nifv de samenwerking zal moeten zoeken.
Deze reactie op het verzoek van de heer Van Raak, waarvoor een opgave
is gevraagd aan het Nifv, heeft langer op zich laten wachten dan ik wenselijk
acht. Mijn verontschuldigingen hiervoor. Aan deze lange(re) reactietermijn
ligt mede ten grondslag dat het aantal kenniscentra momenteel sterk fluctueert
en dan ook niet als een vast gegeven kan worden gehanteerd. Dit is niet in
de laatste plaats als gevolg van diverse stelselwijzigingen die momenteel
binnen de veiligheidssector plaatsvinden.
Tegen deze achtergrond heb ik de totstandkoming van enkele concrete samen-werkingsverbanden
afgewacht.
De afgelopen periode heeft het Nifv een samenwerkingsverband met de volgende
(kennis)centra weten te realiseren:
A. Op het terrein van het onderwijs en oefenen
1. Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB), in het kader van de
Mastersopleiding Crises and Disaster Management;
2. Technische Universiteit Delft, ten behoeve van de opleiding Master
of Public Safety en de Leerstoel Veiligheid en Rampenbestrijding;
3. Politieacademie, op het terrein van de Opleidingen Crisisbeheersing
en Rampenbestrijding, de Officier van Diensttrainingen, het Operationeel Oefenen
van Officieren van Dienst en het tijdschrift voor Veiligheid en Veiligheidszorg;
4. Politieacademie en defensieacademie, in het kader van het multidisciplinair
opleiden en oefenen;
5. Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, in het kader van het
bestuurlijk oefenen bij crises;
6. Novi Hogeschool, ten behoeve van de aansluiting tussen de officiers-opleidingen
en reguliere Hbo-opleidingen;
7. met de Saxion Hogescholen, in het kader van de leergangen organisatie-management;
8. Bureau Interim, met betrekking tot de opleiding Brandweerofficier als
manager;
9. PTC+, ten behoeve van de opleiding EHBO grote huisdieren;
10. Ricas, in het kader van de bijscholing van bevelvoerders en de Ricas-instructeurs;
11. RISC Fire & Safety, voor bijscholing van bevelvoerders en RISC-instructeurs;
12. Radbouduniversiteit, waarbij Provinciale oefeningen, het Crisislab
en bestuurlijke oefeningen centraal staan;
13. Universiteit van Leiden, dit ten behoeve van het steunpunt effectief
oefenen en de opleiding procesmanager oefenen;
14. samenwerkende landelijke opleidingsinstituten (LSOP-PIOg, Nai-SoZa
en de Koninklijke Marechaussee), in het kader van de opleidingen C2000;
15. TNO, ten behoeve van de ontwikkeling van de Interactive Disaster Management-trainer;
16. Environment, Tectonics Coöperation, voor de ontwikkeling van
het virtueel oefenen;
17. Holland Railconsult, ten behoeve van het virtueel oefenen CO3;
18. Vereniging Nederlandse Gemeenten, ten behoeve van het project kwaliteit
brandweer;
19. European Fire Service College Association, in het kader van het project
Leonardo da Vinci en
20. Radbouduniversiteit en CMG Logica, ten behoeve van het project «Ruimte
voor Geo Info».
B. Op het terrein van onderzoek en kennisverwerving
1. Brandweer Amsterdam de Vrije Universiteit Amsterdam. Dit ten behoeve
van de Leerstoel Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid;
2. Politieacademie en defensieacademie in het kader van civiel-militaire
samenwerking op het gebied van veiligheid, crisisbeheersing en rampenbestrijding;
3. Politieacademie met betrekking tot het gezamenlijke lectoraat Crisisbeheersing;
4. Stichting Major Incident Medical Management and support, een samenwerkingsverband
met ziekenhuizen;
5. Raad van Geneeskundig Functionarissen, ten behoeve van de ontwikkeling
van het kenniscentrum GHOR, het project Vakbekwaamheid GHOR en het ontwikkelen
en implementeren van efficiënte oefenmethoden voor de geneeskundige sector;
6. European Design Centre, in het kader van de ontwikkeling van augmented
reality;
7. Nederlandse vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding, dit
in het kader van de vorming en onderhoud van expert-netwerken en het brandweerkennisnet;
8. Consument en Veiligheid en de Nederlandse Brandwondenstichting, in
het kader van het project Nationale Brandpreventieweek;
9. Stichting Emergo Train System in het kader van geneeskundige inzet
bij rampen en grote incidenten en
10. Instituut voor Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
en de National School of Public and Occupational Health, ten behoeve van de
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen.
Uit de bovenstaande opsomming van resultaten moge blijken dat de samenwerkingsverbanden
een suppletoir karakter hebben. Hierbij zal overlap van taken en verantwoordelijkheden
van andere, publieke danwel private, kenniscentra vermeden worden.
Ten slotte behoort ook, in het kader van zowel opleiden, oefenen, onderzoek
en kennisverwerving, op termijn de samenwerking met het SKV-netwerk (waarin
de Hogeschool Zeeland, Avans Hogeschool, Hogeschool van Utrecht, Haagse Hogeschool,
Inholland Rotterdam, Hogeschool Windesheim, Saxion Hogeschool, Noordelijke
Hogeschool Leeuwarden, Politieacademie, TNO en de Katholieke Hogeschool Zuid-West
Vlaanderen participeren) en de Nederlandse Vereniging voor Integrale Veiligheid
(dat bestaat uit de Avans Hogeschool, de Thorbecke Academie, de Noordelijke
Hogeschool Leeuwarden, de Saxion Hogeschool en de Politieacademie) tot de
mogelijkheden.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst