30 866
Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de beëindiging van de onderlinge koppeling van de loodsgeldtarieven (Trb. 2005, 328)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 10 juli 2007

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de fracties van CDA en SP hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel om onderlinge loodstarieven tussen Nederland en het Vlaams Gewest in het Scheldegebied niet langer te koppelen. De leden van deze fracties hebben nog enige vragen en zorgen.

In het debat bij de behandeling van het wetsvoorstel over het markttoezicht op de registerloodsen van 29 mei 2007 heeft de regering, na vragen van de CDA-fractie, een toezegging van het Vlaams Gewest keihard genoemd. De Vlaamse overheid heeft in een memorandum of understanding heel nadrukkelijk toegezegd dat de Vlaamse overheid zal compenseren, indien de prijs te laag wordt om Nederlandse kostendekkendheid te bereiken. Kan worden aangegeven hoe hoog de tarieven meten om kostendekkendheid te bereiken voor Nederlandse, respectievelijk Belgische loodsen? Hoeveel procent is het verschil?

De leden van de CDA-fractie vragen zich af wat de gevolgen zijn als de tarieven voor de Scheldevaart niet kostendekkend zijn voor diensten die door Nederlandse loodsen wordt uitgevoerd.

Kan de regering aan de CDA-fractie aangeven hoe lang de overgangsperiode met bandbreedtes heeft gefunctioneerd of zal functioneren?

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over het loslaten van de koppeling van de tarieven voor het loodswezen tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam. Het lijkt deze leden niet gewenst om met het oog op de veiligheid hier concurrentieverhoudingen te stimuleren. Zij vragen de regering om een reactie.

De voorzitter van de commissie,

R. W. F. Kortenhorst

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Kortenhorst (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Nicolaï (VVD), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), ondervoorzitter, Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (CU), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Besselink (PvdA), Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA) en De Rouwe (CDA).

Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Van Gent (GL), Hessels (CDA), Jager (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), Neppérus (VVD), Van Gennip (CDA), Aptroot (VVD), Crone (PvdA), Van Baalen (VVD), Smeets (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Anker (CU), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Depla (PvdA), Agema (PVV), Jacobi (PvdA), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA) en Van Heugten (CDA).

Naar boven