nr. 51
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN H. H. TE A.2 BETREFFENDE EEN PARTICULIERE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING
Vastgesteld 13 september 2007
De commissie3, gezien de door de minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekte inlichtingen,
overwegende,
dat adressant zich erover beklaagt dat zijn echtgenote niet alsnog, met
terugwerkende kracht, over de periode 1 juli 1998 tot 1 januari
2006 als particulier verzekerd tegen ziektekosten kan worden aangemerkt, hetgeen
in verband met de mogelijkheid om voor de premies een tegemoetkoming te krijgen
van de werkgever financieel veel gunstiger zou zijn,
dat de echtgenote van adressant in februari 1994 65 jaar is geworden,
dat op grond van de zogenoemde Wet van Otterloo die per 1 juli 1994
van kracht werd, degenen die bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd particulier
verzekerd waren tegen ziektekosten van rechtswege ziekenfondsverzekerd werden,
dat echter bij gelegenheid van de herstructurering van de Ziekenfondswet
per 1 januari 1998 degenen die om genoemde reden ziekenfondsverzekerd
waren geworden, de mogelijkheid is geboden om met terugwerkende kracht over
die periode alsnog particulier verzekerd te blijven, omdat dit in sommige
gevallen inderdaad financieel gunstiger was voor betrokkene,
dat een verzoek daartoe echter vóór 1 juli 1998 moest
worden ingediend,
dat adressant echter eerst in september 1998, dus meer dan twee maanden
te laat, dat verzoek heeft ingediend,
dat adressant aanvoert dat hierover verwarrende berichtgeving is geweest,
een dergelijke overschrijding geen grote financiële gevolgen zou mogen
hebben en bovendien in een hardheidsclausule zou moeten zijn voorzien,
dat de berichtgeving over de regeling echter uitvoerig is geweest en termijnbepalingen
nu eenmaal onlosmakelijk onderdeel zijn van (financiële) regelingen,
dat de regeling geen hardheidsclausule bevat (wat uitsluitend voor de
termijnbepaling ook niet in de rede zou hebben gelegen), zodat op geen enkele
wijze aan het verzoek van adressant tegemoet kan worden gekomen;
van oordeel,
dat er voor de Kamer geen aanleiding is in deze aangelegenheid verder
te treden,
stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde
van de dag.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
Van Dijk
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
3De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP), J. Kortenhorst (CDA) en E.W.
Anker (CU) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz
(CDA), Van Miltenburg (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).