30 865
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 14
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN R. S. TE A.2 BETREFFENDE EEN BETALINGSREGELING VOOR EEN BELASTINGAANSLAG

Vastgesteld 1 februari 2007

De commissie3, gezien de door de minister van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressante zich erover beklaagt dat de ontvanger der belastingen aan haar geen betalingsregeling voor een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2002 wilde toestaan, ondanks dat dit volgens haar de uitkomst was van de behandeling van een eerder door haar ingediend verzoekschrift,

dat de commissie op 27 oktober 2005 verslag heeft uitgebracht over dat eerdere verzoekschrift, met welk verslag de Kamer op 10 november van dat jaar heeft ingestemd,

dat de conclusie over dat verzoekschrift luidde dat adressante weliswaar onzorgvuldig was behandeld ter zake van de beoordeling van haar verzoek om een betalingsregeling voor genoemde aanslag, maar dat dat verzoek opnieuw zou worden beoordeeld,

dat adressante echter begin januari 2006 een brief van de ontvanger heeft ontvangen, waarin haar werd medegedeeld dat een betalingsregeling inmiddels niet meer tot de mogelijkheden behoorde gezien de daarvoor geldende termijn en voorts dat het feit dat de aanslag nog niet betaald was verwijtbaar was aan adressante, omdat zij voor de verwachte aanslag had kunnen reserveren,

dat deze brief inderdaad geen blijk geeft van een welwillende herbeoordeling van het verzoek om een betalingsregeling, maar dat adressante inderdaad tot dan toe geen enkele betaling had verricht, waaruit eveneens geen welwillende houding blijkt,

dat overigens door de ontvanger eind januari 2006 alsnog een betalingsregeling is aangeboden,

dat, voorzover adressante zich beklaagt over het in rekening brengen van invorderingsrente en -kosten, niet valt in te zien waarom deze niet aan adressante in rekening zouden mogen worden gebracht,

dat, voorzover adressante zich tevens beklaagt over een onjuiste berekening van het thans nog openstaande bedrag, niet is gebleken van een onjuiste berekening;

van oordeel,

dat er voor de Kamer geen aanleiding is in deze aangelegenheid verder te treden,

stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De fng. voorzitter van de commissie,

De Wit

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: De Wit (SP), (voorzitter fng.), Van Gent (GL), Depla (PvdA), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Tichelaar (PvdA), Van Vroonhoven-Kok (CDA) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en de plaatsvervangende leden Azough (Groen-Links), Van Beek (VVD), Jager (CDA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van Miltenburg (VVD) en Slob (CU).

Naar boven