nr. 11
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN M. B. TE A.2 BETREFFENDE HET HANDELEN VAN DE BELASTINGDIENST
Vastgesteld 1 februari 2007
De commissie3, gezien de door de minister
van Financiën verstrekte inlichtingen,
overwegende,
dat adressante zich erover beklaagt dat de belastingdienst weigert haar
een schadevergoeding toe te kennen voor de kosten van deskundige bijstand,
telefoonkosten, verloren uren en emotionele schade, veroorzaakt door het ten
onrechte opleggen van aanslagen,
dat aan adressante inderdaad ten onrechte, door een computerfout, voorlopige
aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren
2004 en 2005 zijn opgelegd, waarbij belastingteruggaven zijn verleend die
adressante kon innen door het verzilveren van cheques,
dat adressante weliswaar direct om opheldering heeft gevraagd, aangezien
zij vermoedde en overigens ook kon weten dat de teruggaven haar niet toekwamen,
dat adressante vervolgens, hoewel de belastingdienst nog geen opheldering
had verstrekt, een deel van de cheques heeft verzilverd,
dat adressante vervolgens een definitieve aanslag heeft ontvangen, waarmee
de foutieve voorlopige aanslagen werden gecorrigeerd en de verleende teruggaven
teruggevorderd,
dat, terwijl adressante met de belastingdienst in correspondentie was
over de gehele gang van zaken, door de dienst invorderingsmaatregelen, waaronder
loonbeslag, zijn genomen omdat adressante gewag had gemaakt van vertrek naar
het buitenland,
dat uiteindelijk de belastingdienst verontschuldiging heeft aangeboden
voor de ten onrechte opgelegde aanslagen en de invorderingsmaatregelen, en
als schadevergoeding een standaardbedrag heeft aangeboden, te weten het bedrag
dat wordt toegekend aan degene die bij het indienen van een bezwaarschrift
tegen een aanslag gebruik moet maken van deskundige hulp, als de aanslag naar
aanleiding van het bezwaar wordt verlaagd,
dat dit bedrag uit coulance aan adressante is aangeboden, daar zij daar
immers naar de letter van de regeling niet voor in aanmerking komt,
dat adressante echter geen genoegen neemt met dit bedrag,
dat het in de grond echter om niets anders gaat dan het corrigeren van
een voorlopige aanslag door een definitieve en adressante ook zelf voor complicaties
heeft gezorgd, zodat het aangeboden bedrag als redelijk moet worden beschouwd;
van oordeel,
dat er voor de Kamer geen aanleiding is in deze aangelegenheid verder
te treden,
stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde
van de dag.
De fng. voorzitter van de commissie,
De Wit
De griffier van de commissie,
Van Dijk
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
3De commissie bestaat uit de leden: De Wit (SP), (voorzitter fng.), Van
Gent (GL), Depla (PvdA), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Tichelaar (PvdA),
Van Vroonhoven-Kok (CDA) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en de plaatsvervangende
leden Azough (Groen-Links), Van Beek (VVD), Jager (CDA), Blanksma-van den
Heuvel (CDA), Van Miltenburg (VVD) en Slob (CU).