nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID DEPLA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel TT, komt te luiden:
TT
Artikel 8.1.1, zevende lid, vervalt.
II
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVA
De Wet inburgering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «tweede en derde lid» vervangen
door: tweede, derde en zevende lid.
b. In onderdeel a wordt «het eerste lid» vervangen door:
het eerste of zevende lid.
c. In onderdeel b wordt «een passende inburgeringsvoorziening»
vervangen door «een passende inburgeringsvoorziening respectievelijk
vaktaalvoorziening» en wordt na «de inburgeringsvoorziening»
ingevoegd: respectievelijk de vaktaalvoorziening.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Het college kan voorts een inburgeringsplichtige die een beroepsopleiding
als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie
en beroepsonderwijs volgt een vaktaalvoorziening aanbieden. Een
vaktaalvoorziening is gericht op de taalverwerving die noodzakelijk is voor
het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in de eerste volzin.
B
In artikel 22, eerste lid, wordt na «inburgeringsvoorziening»
ingevoegd: respectievelijk de vaktaalvoorziening.
C
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «inburgeringsvoorziening»
ingevoegd: respectievelijk de vaktaalvoorziening.
2. In het tweede en derde lid wordt na «inburgeringsvoorziening»
ingevoegd: respectievelijk de vaktaalvoorziening.
3. In het vierde lid wordt na «een inburgeringsvoorziening»
ingevoegd «respectievelijk een vaktaalvoorziening» en wordt «de
inburgeringsvoorziening» telkens vervangen door: de inburgeringsvoorziening
respectievelijk de vaktaalvoorziening.
Toelichting
In het Coalitieakkoord staat dat inburgeraars zoveel mogelijk een startkwalificatie
moeten kunnen halen. De beroepsopleidingen genoemd in het voorgestelde artikel
19, zevende lid, van de Wet inburgering vormen die startkwalificatie. Ten
tweede is in het regeerakkoord opgenomen dat het aantal inburgeraars moet
worden verdubbeld. Tegen die achtergrond zijn nieuwe schotten in de Wet Inburgering
en de WEB ongewenst.
Bij nota van wijziging (Kamerstukken II 2007/08), 30 853, nr. 8)
is een wijziging van artikel 8.1.1, zesde lid, tweede volzin, van de Wet educatie
en beroepsonderwijs in het onderhavige wetsvoorstel 30 853 ingebracht.
Deze wijziging heeft tot doel te regelen dat de NT2-opleidingen van de Wet
educatie en beroepsonderwijs in beginsel niet meer open staan voor de groep
volwassenen die in aanmerking komt voor inburgering op vrijwillige basis en
die (nog) geen examen hebben afgelegd. Dus een nieuw schot.
Op grond van deze voorgestelde wijziging kunnen educatiemiddelen niet
meer worden ingezet voor vrijwillige inburgeraars. Bijvoorbeeld in het geval
een vrijwillige inburgeraar een MBO-opleiding volgt en een extra (vak)taalles
nodig zou hebben, zou die (vak)taalles niet meer uit de educatiemiddelen bekostigd
kunnen worden.
Dit wordt niet wenselijk geacht; zeker niet in het licht van een op 1 januari
2009 in te voeren Participatiefonds. Met dit fonds wordt beoogd dat gemeenten
de middelen voor werk en bijstand, inburgering en educatie over en weer kunnen
inzetten. Gelet op deze ontwikkeling is het niet gewenst om dit moment nog
een scheiding aan te brengen tussen de inzet van educatiemiddelen en inburgeringsmiddelen
voor vrijwillige inburgeraars.
Met dit amendement wordt deze scheiding voorkomen en ruimen we bovendien
een bestaand schot in de Wet Inburgering uit de weg.
Depla