30 832
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met onder meer versterking van de rechtspositie van de student en de verplichte instelling van de raad van toezicht en verbetering van zijn bevoegdheden (rechtspositie studenten en raden van toezicht)

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2007

In het wetgevingsoverleg dat ik op 30 oktober 2006 met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heb gevoerd over de Wijziging van de WHW inzake rechtspositie van studenten en raden van toezicht (Tweede Kamer, 2006–2007, 30 832, nr. 15) heb ik toegezegd u in januari 2007 te informeren over de inhoud en strekking van het integrale plan van aanpak, gegeven de eerdere uitspraak in het bestuurlijk overleg met de VSNU en de HBO-raad dat zij samen met het ministerie van OCW met elan en voortvarendheid de invoering van leerrechten per 2008 ter hand zouden nemen.

De Eerste Kamer heeft op 5 december 2006 het besluit genomen het wetsvoorstel Financiering in het hoger onderwijs (Kamerstukken I, 2005–2006, 30 387, A) en het wetsvoorstel Rechtspositie studenten en raden van toezicht (Kamerstukken I, 2006–2007, 30 832, A) controversieel te verklaren. Gegeven dit besluit heb ik een pas op de plaats gemaakt bij het invoeren van leerrechten. In het bestuurlijk overleg hebben de VSNU en de HBO-raad aangegeven dat zij de invoering van Studielink graag onverkort ter hand willen nemen. Ik wil deze inzet steunen en aan de invoering blijven meewerken.

Een integraal plan van aanpak gericht op de invoering van Studielink en leerrechten per 1 september 2008 is in dit perspectief niet aan de orde en kan ik u dan ook niet aanbieden. Dat laat voor zover het Studielink betreft onverlet dat op een aantal aspecten door de betrokken organisaties (VSNU, HBO-raad, SURF/Studielink, de Informatie Beheer Groep, CFI en OCW) gezamenlijk een aantal verkenningen is gepleegd en richtinggevende uitspraken zijn gedaan waarover ik u in deze brief informeer.

Inzake de verdere implementatie van Studielink is afgesproken dat SURF in samenwerking met de instellingen en de IB-groep deze voorbereidt en wel op een zodanige wijze dat Studielink op flexibele wijze bekostigingsmodaliteiten kan ondersteunen en een bijdrage levert aan het interactieve informatieverkeer tussen IB-groep, instellingen en studenten. Essentieel is dat de instellingen voor hoger onderwijs daarbij voldoende ruimte hebben om hun systemen aan te passen. Met de voorzitters van de VSNU en de HBO-raad heb ik in bestuurlijk overleg over de financiering afgesproken dat OCW in 2007 voor Studielink incidenteel een bedrag van € 5 miljoen beschikbaar zal stellen. Het resterende bedrag zal worden gevonden in de verwachte groei van het macro budget voor het hoger onderwijs.

Een stuurgroep zal verantwoordelijkheid dragen voor de verdere uitwerking van een plan van aanpak. Zij bewaakt de voortgang en stuurt waar nodig bij; tevens bewaakt zij of alle partners de benodigde en afgesproken bijdragen leveren. In deze stuurgroep zijn alle betrokken organisaties vertegenwoordigd. Het bestuurlijk overleg met de voorzitters van de VSNU en de HBO-raad is de formele opdrachtgever van de stuurgroep. Het bestuurlijk overleg staat onder voorzitterschap van ondergetekende.

U zult dit voorjaar nader worden geïnformeerd over de voortgang der dingen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

B. J. Bruins

Naar boven