30 832
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met onder meer versterking van de rechtspositie van de student en de verplichte instelling van de raad van toezicht en verbetering van zijn bevoegdheden (rechtspositie studenten en raden van toezicht)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID VISSER

Ontvangen 30 oktober 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel EE, worden in artikel 9.7 na het eerste lid, onder vernummering van het tweede tot en met het vijfde lid tot het zesde tot en met negende lid, vier leden ingevoegd:

2. De raad van toezicht bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden.

3. De voorzitter en de andere leden worden door Onze minister benoemd, geschorst en ontslagen. Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen. Onze minister benoemt een lid dat in het bijzonder het vertrouwen geniet van de universiteitsraad, dan wel het vertrouwen geniet van de ondernemingsraad en het orgaan dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, tweede volzin, is ingesteld, gezamenlijk. De benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste vier jaren.

4. Alvorens tot benoeming of ontslag van een lid van de raad van toezicht over te gaan, hoort Onze minister de universiteitsraad, dan wel de ondernemingsraad en het orgaan binnen de universiteit dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, tweede volzin, is ingesteld, vertrouwelijk over het door hem voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag. Titel 2 van dit hoofdstuk is niet van toepassing. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.

5. Een lid kan om gewichtige redenen tussentijds worden ontslagen.

II

In artikel I, onderdeel VV, wordt in artikel 10.9, derde lid, na «9.3, tweede lid,» ingevoegd: 9,7, tweede tot en met negende lid,.

III

In artikel I, onderdeel EEE, wordt in artikel 11.5, tweede lid, de zinsnede «tweede tot en met vijfde lid» vervangen door: tweede tot en met negende lid.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe te waarborgen dat de leden van de Raad van Toezicht absoluut onafhankelijk zijn van de instelling waarop zij toezicht houden. De minister behoort hiertoe de eindverantwoordelijkheid te hebben. Leden van de Raden van Toezicht worden daarom benoemd door de minister.

Visser

Naar boven