nr. 4
NADER RAPPORT1
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 3 oktober 2006, aangeboden
aan de Koningin door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 25 juli
2006, no. 06.002692 machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 30 augustus 2006, no. W13.06.0332/III, 31 augustus
2006, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel van wet geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken
van inhoudelijke opmerkingen.
Alle redactionele kanttekeningen die de Raad van State in overweging heeft
gegeven, zijn overgenomen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog een
aantal andere omissies in de wetgeving aan te passen. Het gaat in alle gevallen
om wijzigingen van technische aard. Tevens is de bepaling van inwerkingtreding
en de memorie van toelichting ten aanzien van deze punten aangepast.
1. In artikel III is bij onderdeel F een tweede lid toegevoegd. Bij
de herformulering van artikel 62 AWBZ (oud), thans artikel 63 AWBZ, in de
Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet, is abusievelijk vergeten
een uitzonderingsgrond over te nemen. Met de wijziging wordt deze omissie
hersteld.
2. In artikel XVII is het onderdeel B komen te vervallen, aangezien
dit in een eerdere wet reeds is gewijzigd.
3. Er is een nieuw artikel XXVIII ingevoegd dat de Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo) wijzigt. In artikel 31, onderdeel B, tweede lid, van de
Wet maatschappelijke ondersteuning, wordt een nieuw zesde lid toegevoegd aan
artikel 274 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Door een eerdere wetswijziging
kent dit artikel al een zesde lid. Om deze reden is het artikellid dat de
Wmo toevoegt aan artikel 274 van Boek 7 BW in het voorstel van wet vernummerd
van het zesde tot het zevende lid.
4. Er is een nieuw artikel XXIX ingevoegd dat de Opiumwet wijzigt.
Hiermee wordt hersteld dat bij de laatste wijziging van de Opiumwet abusievelijk
het zesde lid van artikel 10 en het derde lid van artikel 13, die verwijzen
naar het oude artikel 10, niet vernummerd zijn.
5. Door de wijzigingen, genoemd onder 3 en 4, zijn de artikelen XXVIII
en XXIX vernummerd tot artikelen XXX en XXXI.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst