30 818
Regels met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen (Waterwet)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID DE KROM

Ontvangen 11 februari 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 3.4 worden na het eerste lid drie nieuwe leden ingevoegd, luidende:

1a. Een gemeente, belast met de exploitatie van een voorziening voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater dan wel het waterschap, bedoeld in het eerste lid, doet op een daartoe strekkend verzoek een aanbod om stedelijk afvalwater af te nemen.

1b. De gemeente dan wel het waterschap hanteren bij inzameling, transport en zuivering van stedelijk afvalwater voorwaarden die redelijk, transparant en niet discriminerend zijn.

1c. Onze Minister kan, na overleg met Onze Minister van Economische Zaken, regels stellen in verband met de toepassing van lid 1a en 1b. Het ontwerp van de regeling, bedoeld in de eerste volzin, wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Inzameling, transport en zuivering van stedelijk afvalwater is een dienst van algemeen economisch belang die aan een ieder onder redelijke voorwaarden ter beschikking moet worden gesteld. De gemeente en het waterschap vervullen een zorgplicht voor inzameling, transport en zuivering van afvalwater. De afvalwaterketen draagt de kenmerken van een natuurlijk monopolie en economische machtsposities. Ter bescherming van de verbruikers is het noodzakelijk expliciet in de Waterwet vast te leggen dat de gemeente en het waterschap het afvalwater afnemen en zuiveren van een ieder die daarom vraagt. De afnameplicht van de gemeente en het waterschap brengt dit uitgangspunt tot uitdrukking. Vanwege de bijzondere verantwoordelijkheid van de overheid voor afname van afvalwater tegen redelijke voorwaarden is voorzien in een bevoegdheid eisen te stellen aan de voorwaarden waaronder een gemeente dan wel een waterschap verplicht is afvalwater af te nemen.

De Krom

Naar boven