nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID DE KROM
Ontvangen 11 februari 2008
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 3.4 worden na het eerste lid drie nieuwe leden ingevoegd, luidende:
1a. Een gemeente, belast met de exploitatie van een voorziening voor
inzameling en transport van stedelijk afvalwater dan wel het waterschap, bedoeld
in het eerste lid, doet op een daartoe strekkend verzoek een aanbod om stedelijk
afvalwater af te nemen.
1b. De gemeente dan wel het waterschap hanteren bij inzameling, transport
en zuivering van stedelijk afvalwater voorwaarden die redelijk, transparant
en niet discriminerend zijn.
1c. Onze Minister kan, na overleg met Onze Minister van Economische
Zaken, regels stellen in verband met de toepassing van lid 1a en 1b. Het ontwerp
van de regeling, bedoeld in de eerste volzin, wordt niet eerder vastgesteld
dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Toelichting
Inzameling, transport en zuivering van stedelijk afvalwater is een dienst
van algemeen economisch belang die aan een ieder onder redelijke voorwaarden
ter beschikking moet worden gesteld. De gemeente en het waterschap vervullen
een zorgplicht voor inzameling, transport en zuivering van afvalwater. De
afvalwaterketen draagt de kenmerken van een natuurlijk monopolie en economische
machtsposities. Ter bescherming van de verbruikers is het noodzakelijk expliciet
in de Waterwet vast te leggen dat de gemeente en het waterschap het afvalwater
afnemen en zuiveren van een ieder die daarom vraagt. De afnameplicht van de
gemeente en het waterschap brengt dit uitgangspunt tot uitdrukking. Vanwege
de bijzondere verantwoordelijkheid van de overheid voor afname van afvalwater
tegen redelijke voorwaarden is voorzien in een bevoegdheid eisen te stellen
aan de voorwaarden waaronder een gemeente dan wel een waterschap verplicht
is afvalwater af te nemen.
De Krom