nr. 4
NADER RAPPORT1
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
De tweede, derde en vijfde redactionele kanttekening luiden resp. als
volgt:
– Artikel l, onder D. Wijziging artikel 14, tweede lid, na «luiden»
opnemen: bij een eenpersoonsouderenhuishouden en aan het slot, na het laatste
woord «bedrag» opnemen: bij een meerpersoonsouderenhuishouden.
– Artikel l, onder G, onderdeel 1. Wijziging artikel 27, eerste
lid, aanhef na «van elk jaar worden» invoegen: de bedragen, en
onder a) en b) in het eerste lid «de bedragen» laten vervallen.
– In de memorie van toelichting wordt alleen onderdeel 1 van
Artikel l, onder G, toegelicht. De toelichting behoeft aanvulling voor de
onderdelen 2 en 3.
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 18 september 2006,
aangeboden aan de Koningin door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 14 juli
2006, nr. 06.002591, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 2 augustus 2006, nr. W08.06.0296/V, bied ik
U hierbij aan.
Het voorstel van wet geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken
van inhoudelijke opmerkingen.
De eerste en de vierde redactionele kanttekening van de Raad zijn in het
wetsvoorstel verwerkt. De tweede redactionele kanttekening is niet verwerkt,
omdat verwerking naar mijn oordeel de duidelijkheid van de betrokken bepaling
niet ten goede zou komen. De derde redactionele kanttekening is niet verwerkt,
omdat bij verwerking een taalkundig minder vloeiende overgang zou ontstaan
van de tekst van de aanhef van artikel 27, eerste lid, van de Wet op de huurtoeslag
naar de tekst van elk van de onderdelen a en b van dat lid. De vijfde redactionele
kanttekening is niet verwerkt, omdat artikel I, onderdeel G, onder 2 en 3,
reeds is toegelicht, en wel in samenhang met artikel I, onderdeel D, onder
1 en 2 (deels). Ik moge verwijzen naar de passage die begint halverwege blz.
3 van de memorie van toelichting.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker