30 806 Onbemande vliegtuigen (UAV)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2013

Op verzoek van de vaste commissie voor Defensie (van 2 april 2013) informeer ik u over de praktische inzet van Nederlandse Unmanned Aerial Vehicles (UAV’s) in het buitenland en de toetsing van de proportionaliteit van de inzet daarvan.

Buitenlandse inzet Nederlandse UAV’s

De Nederlandse UAV’s zijn onbewapend en op tactisch niveau ingezet tijdens operaties in Afghanistan en voor de Somalische kust. Ze voorzien in een inlichtingenbehoefte voor de ondersteuning van militaire operaties. De camerabeelden van de UAV’s zorgen voor een completer omgevingsbeeld – de situational awareness – waardoor een doelgerichtere uitvoering van militaire operaties mogelijk wordt. Tevens bevorderen de UAV’s de veiligheid van Nederlandse militairen, de lokale bevolking en de koopvaardij. De UAV’s kunnen immers relatief grote gebieden waarnemen en vroegtijdig activiteiten onderkennen die een gevaar kunnen vormen. Voorbeelden hiervan zijn hinderlagen, de plaatsing van bermbommen, verdachte vaartuigen of illegale wegversperringen. Hieronder treft u een overzicht aan van de buitenlandse inzet van de verschillende typen Nederlandse UAV’s.

Type UAV

Periode

Missie

Locatie

Sperwer

December 2006 t/m april 2007

ISAF

Afghanistan, Uruzgan

Sperwer

Augustus 2008 t/m mei 2009

ISAF

Afghanistan, Uruzgan

Raven

Augustus 2009 t/m augustus 2010

ISAF

Afghanistan, Uruzgan

Aerostar1

Mei 2009 t/m juli 2010

ISAF

Afghanistan, Uruzgan

Scan Eagle

Augustus 2012 t/m oktober 2012

OCEAN SHIELD

Somalisch Bassin

Raven

November 2012-heden

ISAF

Afghanistan, Kunduz

X Noot
1

Nederland heeft in de periode van mei 2009 tot en met juli 2010 gebruikgemaakt van de diensten van het bedrijf Aeronautics dat vanaf Tarin Kowt opereerde met de onbewapende UAV Aerostar van Israëlische makelij.

Nederland treedt tijdens missies in het buitenland vrijwel altijd op in coalitieverband. De coalitiepartners hebben doorgaans verschillende verantwoordelijkheden en specifieke taken. Zij maken gebruik van een scala aan nationale militaire capaciteiten, waaronder UAV’s. De inzet daarvan geschiedt onder zeggenschap en verantwoordelijkheid van de coalitiepartners en binnen de nationale kaders van het desbetreffende land. De coalitiepartners stellen Nederland alleen op de hoogte van de inzet van nationale militaire capaciteiten als operationele omstandigheden daartoe noodzaken. Een voorbeeld is de coördinatie van operaties door partners op de grenzen van de gebiedsverantwoordelijkheid van Nederlandse eenheden. Ik kan dan ook geen uitspraken doen over de inzet van UAV’s door coalitiepartners tijdens missies in het buitenland.

Toetsing proportionaliteit van de inzet van UAV’s

De inzet van militaire UAV’s boven Nederland geschiedt op verzoek en onder gezag van civiele autoriteiten. Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen wanneer de inzet van de UAV proportioneel is. Militaire bijstand ter handhaving van de openbare orde staat onder het gezag van de plaatselijke burgemeester. Militaire bijstand ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde staat onder het gezag van de officier van justitie. Bij elke bijstandsaanvraag wordt door het bevoegd gezag bezien of de inzet passend is gezien de aard en omvang van de bedreiging van de openbare orde, dan wel de aard en omvang van het strafrechtelijk onderzoek. Deze afweging geschiedt onder verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie. Het bevoegd gezag toetst de proportionaliteit aan de hand van de ernst van de strafbare feiten en de maatschappelijke impact ervan. Hierbij is het uitgangspunt dat andere (reguliere) middelen tot nu toe niet tot de gewenste resultaten hebben geleid (subsidiariteit) en dat van de inzet van de Raven bepaalde resultaten kunnen worden verwacht (noodzakelijkheid/ doeltreffendheid). De proportionaliteitsafweging is niet eenvoudig in criteria vast te leggen. Bij een inzet voor een onderzoek tegen woninginbraken was de afweging dat in de desbetreffende woonwijken sprake was van een exponentiele toename en een groeiend gevoel van maatschappelijke onveiligheid. Daarnaast was in verschillende gemeenten ook een toename te zien van geweld bij woningovervallen of -inbraken. Dit gold ook voor de inzet van de Raven bij brandstichtingen in Veendam. Deze leidden tot gevaarlijk situaties en leverden grote maatschappelijke onrust op.

De minister van Veiligheid en Justitie bepaalt in overeenstemming met de minister van Defensie op welke wijze de bijstand wordt verleend.

De inzet van UAV’s tijdens missies in het buitenland geschiedt evenals de inzet van overige militaire capaciteiten, binnen het mandaat en de Rules of Engagement (ROE) van de desbetreffende operatie. Binnen deze kaders bepaalt de militaire commandant de inzet. Doordat UAV’s de situational awareness verbeteren, leveren zij een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van onbedoelde nevenschade en zodoende aan de proportionaliteit van het optreden.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven