nr. 13
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK
Ontvangen 24 oktober 2006
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
A. Aan onderdeel M wordt toegevoegd: Voorts wordt onder vervanging
van «en» aan het slot van onderdeel m (nieuw) door een puntkomma
en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n (nieuw) door: «en»,
een onderdeel toegevoegd, luidende:
o. de no-claimheffingskorting (artikel 8.21).
B. Onderdeel N komt te luiden:
N. In artikel 8.9, eerste lid, wordt «levensloopverlofkorting
en mantelzorgerkorting» vervangen door: «levensloopverlofkorting
en no-claimheffingskorting». Voorts wordt «de levensloopverlofkorting
en de mantelzorgerkorting» vervangen door: de levensloopverlofkorting
en de no-claimheffingskorting.
C. Na onderdeel Q wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
Qa. Na artikel 8.20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.21 No-claimheffingskorting
1. De no-claimheffingskorting geldt voor de belastingplichtige die
in het voorafgaande kalenderjaar voor hem meer dan het in artikel 6.20a, eerste
lid, genoemde bedrag aan de in dat lid bedoelde uitgaven heeft gedaan.
2. De no-claimheffingskorting bedraagt € 63.
D. Onderdeel S komt te luiden:
S. In artikel 10.1, eerste volzin, wordt «8.18b, 9.4»
vervangen door: 8.21, 9.4.
Toelichting
In dit amendement wordt geregeld dat een belastingplichtige die voor meer
dan € 314 (2006) heeft gedaan aan specifieke uitgaven, zoals genoemd
in artikel 6.20a van de Wet inkomstenbelasting 2001, recht krijgt op
een belastingkorting: de no-claimheffingskorting. Deze no-claimheffingskorting
dient ter compensatie van het niet terugkrijgen van de no-claim in de zorgverzekering.
Om te voorkomen dat deze belastingplichtigen de no-claimheffingskorting door
een te lage belastingafdracht niet te gelde kunnen maken, zou bij aanname
van dit amendement ter zake van deze korting een vergelijkbare verzilveringsregeling
als de Tegemoetkoming buitengewone uitgaven (TBU) moeten worden ingevoerd.
Om in aanmerking te komen voor deze no-claimheffingskorting wordt er gekeken
naar de specifieke uitgaven die samenhangen met een chronische ziekte of handicap.
De definitie daarvan is dezelfde als in de buitengewone uitgavenaftrek in
artikel 6.20a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Belastingplichtigen die
voor meer dan € 314 (2006) aan specifieke uitgaven hebben gedaan,
hebben op grond van dat artikel recht op het zogeheten chronisch-ziekenforfait.
Om in aanmerking te komen voor de no-claimheffingskorting wordt een drempel
gehanteerd, namelijk dezelfde drempel die geldt voor het chronisch-ziekenforfait.
Het amendement wordt budgetneutraal gemaakt door de TBU-verhoging van
7 miljoen euro en de fiscale derving als gevolg van de teruggave aan ziekenfondsverzekerden
in mindering te brengen op de Rijksbijdrage volksgezondheid bij de begroting
van VWS. De ziekenfondsen kunnen de verminderde rijksbijdrage doorberekenen
in hun premie. Dit leidt waarschijnlijk tot een extra premieverhoging van
enkele euro’s per jaar.
De no-claimheffingskorting wordt opgenomen in artikel 8.21 van de Wet
inkomstenbelasting 2001. De no-claimheffingskorting is een heffingskorting
voor alle belastingplichtigen die meer dan € 314 (bedrag 2006) aan
specifieke uitgaven hebben. Het betreft dus niet alleen de belastingplichtigen
die binnen de fiscale buitengewone uitgavenregeling in aanmerking komen voor
het chronisch-ziekenforfait. Bij fiscaal partnerschap komen, indien zowel
voor de ene partner als voor de andere partner het genoemde bedrag aan specifieke
uitgaven wordt gedaan, beide partners in aanmerking voor de no-claimheffingskorting.
Het bedrag van de no-claimheffingskorting wordt jaarlijks geïndexeerd.
Ten behoeve van deze indexatie is een verwijzing naar artikel 8.21 van de
Wet inkomstenbelasting 2001 opgenomen in artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting
2001.
Vendrik