30 800 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2007

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2006

Met deze brief informeer ik u over het proces tot aanwijzing van Natura 2000-gebieden. Tevens ontvangt u een geactualiseerde versie van het Natura 2000-doelendocument.1

Aanwijzing van Natura 2000-gebieden

Tijdens het debat op 14 september 2006 in het Algemeen Overleg met de vaste Kamercommissie voor LNV heb ik gesproken over de Natura 2000-doelen en de voorgenomen gefaseerde aanwijzing van de gebieden (kamerstuk 29 043, nr. 7). Overeenkomstig de gedachtewisseling met de Kamerleden, acht ik het van belang dat zo spoedig mogelijk aan alle betrokkenen duidelijkheid wordt geboden over de uitwerking van Natura-2000 in de praktijk. Dat doe ik, door zo snel mogelijk te starten met de aanwijzingsprocedure voor de 162 Natura 2000-gebieden.

Ik ben van plan de kennisgeving van 111 ontwerp-aanwijzingsbesluiten op 27 november 2006 in de Staatscourant te publiceren. De publicatie is de start van de formele aanwijzingsprocedure. Op 9 januari 2007 start de formele inspraakprocedure. Dat betekent dat eenieder gedurende zes weken de gelegenheid heeft een zienswijze bij één of meerdere ontwerp-aanwijzingsbesluiten kenbaar te maken.

De aanwijzigngsprocedure voor de overige 51 gebieden wordt later gestart.

Zo snel mogelijk na de publicatie van de kennisgeving in de Staatscourant zullen de ontwerp-aanwijzingsbesluiten samen met de Nota’s van Toelichting, de kaarten van de betreffende Natura 2000-gebieden, het Natura 2000-doelendocument en andere relevante documenten op de website van mijn ministerie (www.minlnv.nl) worden geplaatst. Dit heeft geen consequenties voor de wettelijk bepaalde inspraaktermijn. Het tijdig beschikbaar maken van de documenten heeft alleen tot doel betrokkenen en geïnteresseerden zo spoedig mogelijk de gelegenheid te geven kennis te nemen van de documenten om eventuele zienswijzen te kunnen voorbereiden.

Na de inspraak worden de zienswijzen in ontvangst genomen en hebben de provincies de gelegenheid om hun beschouwing te geven. De ingezonden zienswijzen worden gebundeld tot een Nota van Antwoord. De Nota van Antwoord wordt toegezonden aan alle indieners van zienswijzen. Over de ingezonden zienswijzen en de beschouwingen van de provincies wordt een ambtelijk advies voorbereid. Als het advies daar aanleiding toe geeft, pas ik het ontwerpbesluit aan alvorens ik het definitieve besluit onderteken. Tegen dit besluit is beroep mogelijk. Volgens de planning verwacht ik de definitieve aanwijzing medio 2007.

De aanwijzingsbesluiten beschrijven zowel de begrenzing van de Natura 2000-gebieden als de te realiseren natuurdoelen. Ik heb in een zorgvuldige procedure in overleg met provincies en maatschappelijke organisaties de doelen vastgesteld. Bij het opstellen van die doelen is uitgegaan van de balans tussen richting geven en ruimte laten. Het uitgangspunt is dat de doelen haalbaar en betaalbaar moeten zijn.

Op basis van de doelstellingen zoals deze zijn vastgesteld in de aanwijzingsbesluiten worden beheerplannen opgesteld. In de beheerplannen wordt vastgelegd hoe en op welke termijn de doelen worden gerealiseerd. Deze beheerplannen worden opgesteld in samenwerking met de bij het Natura 2000-gebied betrokken eigenaren, gebruikers en beheerders. In het beheerplan kan immers het best bepaald worden waar en met welke middelen en in ruimte en tijd de doelen kunnen worden gerealiseerd. Mocht onverhoopt blijken dat de in het aanwijzingsbesluit gestelde doelen niet haalbaar en betaalbaar zijn, dan is er tijdens het proces van het opstellen van de beheerplannen de mogelijkheid om hierop in te spelen en kunnen eventueel voorgestelde maatregelen en doelen worden aangepast.

Ik ben er echter, gezien de zorgvuldige procedure die we hebben gevolgd om in overleg met provincies en maatschappelijke organisaties de doelen vast te stellen, van overtuigd dat dat slechts in uitzonderlijke situaties nodig zal zijn.

Natura 2000-Doelendocument

Ik maak tevens gebruik van de gelegenheid om uw Kamer een geactualiseerde en gedrukte versie van het Natura 2000-doelendocument aan te bieden. Op 6 juni 2006 heb ik u de eerste versie van het Natura 2000-Doelendocument doen toekomen (TK 30 300 XIV, nr. 94). Dat doelendocument is op de onderstaande punten gewijzigd.

De eerste wijziging heeft betrekking op het landelijke doel voor het habitattype 1110, permanent overstroomde zandbanken. Nu staat nadrukkelijker in het doel geformuleerd dat de verbeteropgave pas gaat gelden, nadat het in het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij aangekondigde onderzoek is afgerond én wanneer de uitkomsten van dit onderzoek, mede in het licht van het streven naar verduurzaming van de mosselsector en met inachtneming van de formulering van de doelen, deze verbeteropgave rechtvaardigen. Deze wijziging heb ik in het debat op 14 september aangekondigd.

Ten tweede is in het doelendocument een aantal wijzigingen van technische aard doorgevoerd. Daarmee is een fout in een aantal figuren in hoofdstuk 4 over het relatieve belang van Nederland en de beoordeling van de staat van instandhouding en een abusievelijk foutief ingevoegd bestand in bijlage 9.4.2. hersteld. Verder was een aantal habitattypen en soorten ten onrechte wel of ten onrechte niét toebedeeld aan bepaalde Natura 2000-landschappen.

In hoofdstuk 5 heb ik de teksten waar nodig redactioneel aangepast aan de gehanteerde standaardformuleringen voor instandhoudingsdoelen op gebiedsniveau. Met de beide zogenaamde ten gunste formuleringen is een redactionele wijziging toegepast die beter tot uitdrukking brengt dat een positieve ontwikkeling van bepaalde soorten of habitats in voorkomende gevallen ten koste mag gaan van bepaalde andere soorten of habitats.

In de toelichtingen bij de landelijke doelen (bijlage 9.3) heb ik het begrip «belangrijkste gebied» gewijzigd in «gebieden die grootste bijdrage leveren», dit om onnodige verwarring met de selectie van de gebieden te voorkomen. Doordat de besprekingen met de provincies Noord-Brabant, Zuid-Holland en Limburg over enkele gebieden pas na toezending aan de Tweede Kamer zijn afgerond, gaf het document in bijlage 9.5 over de gebieden waarvoor de begrenzing met meer dan 50 ha wordt bijgesteld een nog niet geheel compleet beeld. Voor de gebieden Kampina & Oisterwijkse Vennen, Kempenland-West, Solleveld & Kapittelduinen en het gebied Roerdal heb ik de bijlage aangepast naar de laatste stand van zaken.

Alle provincies, relevante gemeenten en waterschappen en relevante maatschappelijke organisaties die eind 2005 het concept Natura 2000-doelendocument en de conceptinformatie over de 162 gebieden hebben ontvangen ten behoeve van informele afstemming krijgen het Natura 2000-doelendocument toegezonden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven