nr. 104
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2007
Op 16 mei jl. heeft de vaste commissie voor LNV mij schriftelijk
verzocht om aanvullende informatie ten behoeve van het algemeen overleg over
CITES op 24 mei (07-LNV-B-35). In reactie op dat verzoek kan ik u het
volgende melden.
Illegale internethandel
De Algemene Inspectiedienst heeft in het jaarplan 2007 een internetproject
opgenomen. Het doel van dit project is inzicht te krijgen in de aard en omvang
van de illegale handel in beschermde soorten op het internet. Mijn inzet is
erop gericht om op een effectieve wijze de illegale handel via internet te
bestrijden.
Het internet brengt kopers en verkopers bij elkaar. In het onderzoek wordt
onderscheid gemaakt in openbare veiling- en verkoopsites (internetproviders
als eBay en Marktplaats) en gesloten sites. Ook wordt onderscheid gemaakt
in particulieren en handelaars. De Algemene Inspectiedienst rechercheert in
deze virtuele wereld naar illegale praktijken.
Dit project wordt door inspecties en het Dienstonderdeel Opsporing gezamenlijk
uitgevoerd. Het Dienstonderdeel Opsporing ontwikkelt de benodigde expertise,
die voor cyberrecherche noodzakelijk is en werkt daarbij onder meer samen
met de Dienst Nationale Recherche Informatie (DNRI). De DNRI heeft specifieke
kennis op dit terrein, die zij onder meer aanwendt om kinderporno op het internet
te achterhalen. Bij het Dienstonderdeel Opsporing zijn dit jaar 2,4 FTE’s
beschikbaar voor internetrecherche. Bij de inspecties worden eveneens enige
FTE’s voor dit doel aangewend.
Het Dienstonderdeel Opsporing geeft bij de internetrecherche eerst de
prioriteit aan de CITES-regelgeving en de illegale hondenhandel. Op die manier
wordt expertise opgebouwd, die ook van nut kan zijn voor andere beleidsthema’s
zoals illegale hormoonhandel en de illegale handel in gewasbeschermingsmiddelen.
Internetrecherche is geen eenvoudige zaak en vereist bijzondere opsporingsmethoden,
waarover ik om begrijpelijke tactische redenen niet tot in detail wil treden,
en behelst meer dan het gebruik maken van openbare zoekmachines zoals Google.
Uit een drietal onderzoeken1 blijkt dat illegaliteit
nauwelijks een rol speelt bij de open internethandel. Op het totaal van de
miljoenen aanbiedingen die op elk moment op de internetsites staan, zijn er
enkele tientallen, die betrekking hebben op genoemde beschermde dieren, planten
en producten daarvan en daarvan is dan weer het overgrote deel legaal. De
AID heeft op dit ogenblik een samenwerkingsprogramma met Marktplaats. Hierin
is afgesproken, dat als er vermoeden bestaat dat een product mogelijkerwijs
niet geheel legaal wordt aangeboden de provider wordt getipt door de AID,
waarna de aanbieding wordt verwijderd.
Bij een goede begeleidende documentatie bij aanbiedingen valt gemakkelijker
te controleren of er sprake is van eventuele niet-legale handel. Winst valt
er te behalen als daar meer bekendheid aan wordt gegeven. Samen met de diverse
veiling- en advertentiesites wordt gekeken of het opstellen van een gedragscode
bij kan dragen aan een betere beheersing van de handel in uitheemse soorten.
Dat idee is door de verschillende platformen positief ontvangen. Binnenkort
vindt hierover een bijeenkomst plaats om te bespreken welke elementen onderdeel
zouden moeten uitmaken van die gedragscode. Goede afspraken met de internetproviders
over de wijze van aanbieden vind ik belangrijk.
Een goed reglement, voldoende voorlichting en de mogelijkheid van het
eenvoudig aangifte doen bij vermoeden van illegale praktijken kunnen een bijdrage
leveren aan het voorkomen van die illegale handel op het open internet.
Internetrecherche staat prominent op de agenda van de komende 14e Conferentie
van CITES (Convention on International Trade in Endangered
Species of Wild Fauna and Flora), die van 3–15 juni in
Den Haag zal worden gehouden.
Er ligt een voorstel om een internationale workshop te houden, die aanbevelingen
zal moeten formuleren voor de 15e COP over hoe deze problematiek in internationaal
verband effectiever aangepakt kan worden. De Europese Unie (en Nederland)
steunt dit voorstel.
Informatie over het aantal inbeslagnames, de afhandeling
en de financiering van de opvang
Uw Kamer heeft eerder haar zorgen geuit over de enkele aspecten samenhangend
met inbeslagnames van dieren en planten. In de bijlage treft u een overzicht
aan van de inbeslagnames van de laatste tien jaren2.
Hieruit blijkt dat er sprake is van een significante afname (ruim 60%)
vanaf 1997 tot 2004. Daarna is er een lichte stijging (6%) te
zien.
Ik beschik niet over de gegevens met betrekking tot de juridische afhandeling
(vervolging, hoogte van de straffen e.d.) Deze gegevens worden niet centraal
geregistreerd.
De financiering van de opvang wordt zoveel mogelijk begroot op basis van
ervaringscijfers maar het is feitelijk een openeinde financiering. Hierdoor
zijn de kosten voor inbeslagname en opvang gewaarborgd. In 2006 heeft LNV € 460 000
uitgegeven aan de opslag van levende have en goederen op het terrein van natuur.
Voor de opvang van inbeslaggenomen dieren zijn afspraken met verschillende
opslaghouders gemaakt. In de contracten is onder andere vastgelegd hoeveel
dieren een houder kan opnemen. Indien er ruimtetekort is worden de reserve
opslaghouders ingeschakeld, dat zijn de dierentuinen. In het geval van grotere
roofdieren maken we geen gebruik van een gespecialiseerde opslaghouder maar
van een specifieke dierentuin.
Ik heb geen signalen dat er onvoldoende capaciteit is om inbeslaggenomen
dieren op te vangen.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg