30 800 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2007

28 286
Dierenwelzijn

nr. 100
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2007

Bij deze doe ik u een brief over een tweetal onderwerpen toekomen. Ten eerste een reactie op de motie-Graus over een nationaal alarmnummer voor dieren (Kamerstuknummer 30 800 XIV, nr. 58). Daarnaast kom ik terug op een eerder gedane toezegging met betrekking tot identificatie ingrepen in de varkenshouderij.

1. Nationaal alarmnummer voor dieren

Tijdens de begrotingsbehandeling van LNV in december 2006 is er een motie van de heer Graus (PVV) aangenomen om de mogelijkheid van een apart nationaal alarmnummer voor dieren te onderzoeken. Hierbij wil ik de Kamer nader informeren over de uitkomsten van dit onderzoek.

Huidige situatie

Bij hulp aan dieren kan spoedeisende hulp en niet spoedeisende hulp worden onderscheiden.

Spoedeisende hulp

1. Landelijk alarmnummer 112. Op dit moment wordt via het landelijk alarmnummer 112 alle spoedeisende hulp afgehandeld. Ook spoedeisende hulp aan dieren valt hieronder. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar.

Nadere toelichting bij landelijk alarmnummer 112

112 is het enige toegestane 3-cijferige nummer in Nederland. Jaarlijks wordt dit nummer plm. 6 miljoen keer gebeld. (Hiervan is 75% oneigenlijk gebruik.) De aangesloten achterliggende diensten dienen 24 uur persoonlijk bereikbaar te zijn.

Niet-spoedeisende hulp

2. De Algemene Inspectiedienst (AID) gericht op landbouwhuisdieren. De AID is 24 uur per dag bereikbaar op nummer 045-5466230.

3. De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) gericht op gezelschapsdieren. De LID heeft een landelijk nummer «meldpunt dierenmishandeling». De LID is bereikbaar tijdens kantooruren op nummer 0900-2021210.

Orde van grootte van de meldingen voor hulp aan dieren

Het landelijk alarmnummer 112 krijgt incidenteel meldingen binnen voor spoedeisende hulp aan dieren. De LID en AID geven aan dat zij dergelijke meldingen ook incidenteel ontvangen. Daarnaast geven zij aan dat het merendeel van de meldingen binnenkomt voor niet-spoedeisende hulp en dat zij geen duidelijke signalen hebben ontvangen waaruit blijkt dat er behoefte is aan een landelijk alarmnummer voor dieren. Kwantitatieve gegevens over het aantal telefoontjes zijn niet bekend.

Conclusie

112 is reeds het medium voor spoedeisende hulp aan mens en dier. De aangesloten instanties zijn 24 uur per dag bereikbaar. Niet spoedeisende hulp wordt afgedekt door de AID en de LID. Ik concludeer hieruit dat de hulpverlening aan dieren door dit spectrum bestreken wordt. Daarnaast komen er geen duidelijke signalen vanuit betrokken instanties dat er een behoefte is aan een nationaal alarmnummer voor dieren.

Ik concludeer hieruit dat het invoeren van een nationaal alarmnummer niet nodig is.

2. Identificatie ingrepen in de varkenshouderij

Met de brief d.d. 15 februari 2007 (Kamerstukken 2006/07, 28 286, 30 300 XIV, nr. 41) bent u geïnformeerd over de mogelijke oplossingsrichtingen om te komen tot maximaal 2 ingrepen ter identificatie in de varkensfokkerij. In samenwerking met de varkenshouderij ben ik op zoek gegaan naar een praktische en duurzame oplossing.

Op dit moment worden 4 ingrepen ter identificatie in de varkensfokkerij toegepast, te weten de tatoeage, het I&R-merk, het gebruiksmerk en het slachtmerk. Om terug te komen tot twee ingrepen ben ik voornemens de volgende aanpassingen uit te voeren.

1. De tatoeage accepteren als I&R-identificatiemiddel bij zuivere foklijnen;

2. Het niet meer toestaan van een tatoeage bij niet-zuivere foklijnen;

3. Een alternatief voor het slachtmerk wat geen ingreep inhoudt (bijvoorbeeld een pootband) of gecombineerd wordt met het gebruiksmerk.

Dit resulteert in 2 ingrepen ter identificatie bij alle fokvarkens te weten:

• Zuivere foklijnen: tatoeage en gebruiksmerk

• Niet-zuivere foklijnen: I&R en gebruiksmerk

Om deze aanpassingen uit te voeren heeft de varkenshouderijsector enige implementatietijd nodig. Daarom ben ik voornemens de aanpassingen per 1 januari 2008 door te voeren.

Dit resulteert in 2 ingrepen ter identificatie bij alle fokvarkens. Mocht in november van dit jaar blijken dat deze alternatieven zoals aangereikt door de sector niet haalbaar zijn, dan zal ik vanaf 1 januari vasthouden aan het bestaande I&R-merk en slachtmerk en geen aanvullende ingrepen meer toestaan.

De vrijstelling voor het toepassen van de twee extra identificatie-ingrepen zal ik verlengen tot 1 januari 2008. Na deze datum gaan de aanpassingen, zoals hierboven genoemd, in.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven