nr. 83
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 augustus 2007
Naar aanleiding van de beantwoording van de kamervragen (Aanhangsel der
Handelingen, vergaderjaar 2006–2007, nr. 504) van de leden Roefs
en Kruijsen over de sloop van wrakken in de Noordzee, heb ik toegezegd u te
informeren over de uitkomst naar het onderzoek inzake de scheepsramp met het
Nederlandse vissersvaartuig «Wilhelmina» HD 147 op 10 juni
2006.
De Raad voor de Scheepvaart heeft het onderzoek afgerond en uitspraak
gedaan in deze zaak. De uitspraak is opgenomen als bijlage1 bij deze brief. De Raad voor de Scheepvaart doet onderzoek naar scheepsrampen
ter lering en onderzoekt of er in tuchtrechtelijke zin sprake is van schuld.
De Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Zeevaart heeft het vooronderzoek
uitgevoerd.
Oorzaak scheepsramp
De Raad voor de Scheepvaart geeft aan dat het oneigenlijk gebruik van
het schip, onvoldoende kennis van de uit te voeren werkzaamheden en het hierbij
te gebruiken materiaal, en het verkeerd interpreteren van de stabiliteit ten
grondslag liggen aan deze ramp.
Tuchtrechtelijke maatregel
De Raad voor de Scheepvaart concludeert dat de ramp geheel te wijten is
aan het handelen van de schipper. De schipper had met zijn visserschip nooit
aan deze bergingsactie mogen beginnen, aangezien het schip hiervoor niet was
bestemd. Echter gezien de tragische gevolgen van deze ramp, het verlies van
zijn broer en zijn schip, acht de Raad voor de Scheepvaart, evenals de Inspecteur
van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, het nemen van een maatregel van tucht
niet meer aangewezen.
Lering
Volgens de Raad voor de Scheepvaart is het bergen van zware objecten uit
zee, werk dat alleen voor specialisten met adequaat materiaal veilig kan worden
uitgevoerd. Men dient hiervoor tevens alleen schepen te gebruiken die voor
dergelijke werkzaamheden zijn toegerust.
Actie Inspectie Verkeer en Waterstaat
De Inspectie zal de uitspraak actief onder de aandacht brengen aan de
visserijsector.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa