30 800 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2007

nr. 117
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 25 juli 2007

De vaste commissie voor Defensie1 heeft op 4 juli 2007 overleg gevoerd met staatssecretaris Van der Knaap van Defensie over:

– de brief van de minister van Defensie inzake de stationering van SAR-helikopters (30 800-X, nr. 102).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Roland Kortenhorst (CDA) memoreert dat de discussie over de gele, mensenreddende Search and Rescue (SAR)-helikopters in het Waddengebied al oud is, waarbij de Kamer eerder al heeft uitgestraald die helikopters niet kwijt te willen. Op een motie uit maart 2006 die strekte tot behoud ervan, volgde de aankondiging van een nader breed onderzoek over de taken en de bekostiging, op basis waarvan die motie is aangehouden. Defensie gaf daarbij gelukkig aan niet te willen tornen aan het te bieden kwaliteitsniveau. In de nu voorliggende brief evenwel wordt op basis van een onderzoek, waarvan de Kamer de inhoud niet kent, medegedeeld dat de stationering van de SAR-helikopters op vliegbasis Leeuwarden wordt beëindigd en dat de SAR-dienstverlening wordt overgenomen door NH-90 helikopters die op vliegkamp De Kooy worden gestationeerd. Over dit besluit is bovendien nauwelijks overleg gevoerd met de regio, terwijl over de bekostigingsvraag geen helderheid word geboden.

Een zeer kosteneffectieve eenheid wordt in de plaats gesteld van de peperdure en voor dit werk zware NH-90 helikopters. Bovendien geeft Defensie aan, te weinig NH-90 helikopters te kunnen aanschaffen voor het militaire werk.

De huidige SAR-eenheid zit middenin het verzorgingsgebied, terwijl Defensie de eenheid nu wil verplaatsen naar de rand van dat gebied, hetgeen de heer Kortenhorst niet als logisch voorkomt. Bovendien kan er vanuit Leeuwarden via een directe lijn haaks naar de eilanden gevlogen worden, terwijl vanuit De Kooy in de lengterichting gevlogen zal moeten worden, hetgeen extra belastend is voor het milieu en extra kosten en tijd met zich brengt. Daarnaast is de vraag hoe de militaire integratie van de hulpverleningsketen inclusief traumaspecialisatie en aansturing door de meldkamer in stand kan worden gehouden.

Concluderend pleit de heer Kortenhorst voor handhaving van de stationering van de SAR-helikopters op vliegbasis Leeuwarden.

Voor mevrouw Jacobi (PvdA) geldt als insteek de civielmilitaire samenwerking die in het Waddengebied sinds 1977 met vallen en opstaan vorm krijgt. Met name de laatste paar jaar profileert Defensie zich op dit terrein. Door het nu voorgenomen besluit dreigt die samenwerking te worden afgebroken. Deze dienstverlening is essentieel voor een uniek gebied zoals de Wadden, waar met alle weertypes gevlogen moet kunnen worden. Meer dan 150 keer per jaar vervoeren SAR-helikopters patiënten van de eilanden of boten naar lokale ziekenhuizen. Ook gelet op de 1,1 miljoen toeristen die dit gebied jaarlijks bezoeken, is de SAR een zodanige ketenpartner dat elke afbreuk eraan mensenlevens gaat kosten. Naar het oordeel van mevrouw Jacobi moet Defensie vanaf nu de regie in dezen op zich nemen en zich tot het uiterste inspannen om de kwaliteit van deze dienstverlening te garanderen. Is de staatssecretaris in dit licht van zins om met de desbetreffende zorgverzekeraars en hulpverlenersregio in contact te treden over de vraag of alle benodigde garanties wel geboden kunnen worden? Mocht dat laatste niet het geval zijn, is hij dan bereid om verplaatsing van de dienstverlening naar De Kooy af te blazen? Is hij van mening dat de toezegging die in het verleden door Defensie is gedaan om alle taken in het kader van civielmilitaire samenwerking kosteloos te blijven uitvoeren, gestand moet worden gedaan? Zo ja, in hoeverre is zowel de komst van de NH-90’s als de locatiekeuze voor De Kooy onomkeerbaar?

De heer Voordewind (ChristenUnie) mist in de voorliggende brief elke verwijzing naar de bij brief van 30 augustus 2006 door BZK toegezegde inventarisatie van de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte van de regionale en lokale overheden in relatie tot een inventarisatie van de historische en huidige beslaglegging op de AB-412. Dit onderzoek zou in maart zijn afgerond waarna de Kamer over de resultaten zou worden geïnformeerd, doch dat laatste is nooit gebeurd. In de voorliggende brief wordt verwezen naar een studie van de Veiligheidsregio Friesland i.o., maar deze organisatie heeft alleen de bouwstenen voor genoemd onderzoek aangeleverd die bovendien alleen betrekking hebben op de hoofddoelstelling.

Uit brieven van de commissaris van de Koningin Friesland en vanuit de regio komt naar voren dat er alleen op ambtelijk niveau contact is geweest over het voornemen tot beëindiging van de stationering van de SAR-helikopters op vliegbasis Leeuwarden. De heer Voordewind verzoekt de staatssecretaris dit overleg vanaf nu ook op bestuurlijk niveau te voeren, ook om te voorkomen dat in strijd gehandeld wordt met de code interbestuurlijke samenwerking.

Naar verluidt zal de maatregel tot verplaatsing leiden toe een bezuiniging van 2,2 mln. De vraag is echter of de NH-90 met zijn veel grotere transportcapaciteit niet veel duurder is qua exploitatie dan de AB-412. Wordt het huidige hoge beschikbaarheidsniveau wel gehandhaafd bij de inzet van de NH-90’s die immers ook voor andere doeleinden zullen worden ingezet?

In tegenstelling tot de vliegbasis Leeuwarden is vliegkamp De Kooy niet 24 uur per dag geopend. Wat betekent dit in geval van calamiteiten en moeten er extra voorzieningen worden getroffen? Dit zou niet alleen onpraktisch zijn maar leidt bovendien tot hogere kosten.

Doordat de SAR is geïntegreerd in de Veiligheidsregio Friesland i.o. heeft deze een eigen meldkamer. Zal hiervan bij stationering op De Kooy ook sprake zijn? Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen de publiek-private constructie met betrekking tot de SAR-taken waarbij eventueel de zorgverzekeraars betrokken kunnen worden om dit project in Leeuwarden in stand te houden? Wil hij alle opties openhouden totdat eerdergenoemd onderzoek en bestuurlijk overleg zijn afgerond?

De heer Van Gerven (SP) geeft aan dat de SAR-helikopters al sinds jaar en dag een vertrouwde voorziening in Friesland zijn. Naast hun defensieve taken, vervoeren ze jaarlijks 100 tot 150 mensen die acute zorg nodig hebben en spelen ze een belangrijke rol bij rampen- en crisisbestrijding. Met het voorliggende voornemen wordt zijns inziens dan ook een onacceptabel gat in het Friese voorzieningenniveau geslagen, met alle gezondheidsrisico’s van dien, aangezien elke seconde immers kan tellen. Duidelijk is dat er onder de Friese bevolking en bij een grote meerderheid van de Kamer geen draagvlak is voor dit voornemen. Ook bij het beoogde bezuinigingseffect van de maatregel zijn vraagtekens te plaatsen. Zullen de investerings- en exploitatiekosten van de NH-90 niet veel hoger zijn dan die van de AB-412?

De voorliggende brief is erg mager en onbevredigend en getuigt van slecht huiswerk. Wat is er eigenlijk sinds mei 2006 ondernomen om tot een voor alle partijen goede oplossing te komen? In de brief schrijft de minister ervan uit te gaan dat de zorgen van de provincie door middel van ambtelijk overleg kunnen worden weggenomen. Gezien de stroom van reacties lijkt dit vooralsnog wishful thinking. Waarom is er bovendien geen bestuurlijk overleg gevoerd en is ook niet gesproken met zorgverzekeraars?

Verder staat in de brief dat de in de studie van de Veiligheidsregio Friesland i.o. verwoorde behoefte blijkt te kunnen worden ingevuld door de nieuwe NH-90 helikopters vanaf vliegkamp De Kooy. Waaruit blijkt dat echter? De studie toont juist het belang van het behoud van de SAR-helikopters aan. Is er überhaupt wel een valide onderzoek geweest? Wat is de reactie van de staatssecretaris op het commentaar van de Hulpverleningsdienst Friesland dat er geen volledige studie is uitgevoerd, en op het standpunt van de Friese commissaris van de Koningin zoals verwoord in diens brieven van 3 juli 2006 en 2 juli 2007?

Waar de heer Van Gerven meent dat de SAR-eenheid als een van de pijlers waarop de hulpverleningsketen voor het Waddengebied en Friesland rust, gehandhaafd dient te worden, verzoekt hij de staatssecretaris dan ook dit voorliggende onzalige bezuinigingsvoorstel te laten «vliegen».

Volgens de heer Brinkman (PVV) is er vanwege het uitstekende functioneren van de SAR-eenheid vanaf vliegbasis Leeuwarden vooralsnog geen enkele reden om tot verplaatsing ervan over te gaan. Bovendien zal de eerste NH-90 pas in 2010 operationeel worden. Daar het niet alleen een erg duur maar bovenal heel groot toestel is, is het tevens de vraag of het wel geëigend is voor SAR-taken. Door de vertraagde levering zullen naar zijn oordeel de eerste toestellen die daadwerkelijk de fabriek uitkomen voor defensiedoeleinden moeten worden gebruikt en niet voor SAR-taken. Kan de staatssecretaris overigens bevestigen dat volgens de huidige ramingen de exploitatiekosten van de NH-90 4 mln. zullen zijn, terwijl de huidige exploitatiekosten van de AB-412 rond de 2 mln. liggen? Daar laatstgenoemd toestel heeft bewezen van goede kwaliteit te zijn, is de vraag gerechtvaardigd waarom daarmee niet nog een periode kan worden doorgevlogen.

Kan de staatssecretaris het gerucht dat in de wandelgangen van dit gebouw circuleert, bevestigen dat het voorliggende voorstel eigenlijk een soort beweging inhoudt om het vliegkamp De Kooy open te houden? Zo dit bericht klopt, vindt de heer Brinkman dit een verkeerde gang van zaken. Het mag nooit zo zijn dat helikopters worden verplaatst om elders een vliegbasis open te houden.

De heer Boekestijn (VVD) meent dat gezien de zeer strakke financiële kaders waaraan Defensie zich gebonden weet, het begrijpelijk is dat gezocht wordt naar bezuinigingsmogelijkheden. Daar de exploitatiekosten van de AB-412 lager zijn dan die van de NH-90, is er in die zin echter geen sprake van een bezuiniging. Het argument dat door sommige woordvoerders overigens is genoemd dat vanaf Leeuwarden de eilanden sneller zijn te bereiken dan vanaf Den Helder, acht de heer Boekestijn niet al te sterk, gelet op de relatieve afstanden ten opzichte van de snelheid waarmee helikopters vliegen. Concluderend doet hij de suggestie om de bestaande AB-412’s te verplaatsen naar vliegkamp De Kooy. Een bundeling van helikopters aldaar kan tot rationalisatie en bezuiniging leiden.

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris herinnert eraan dat de Kamer destijds op basis van een integrale helikopterstudie, waarvan de SAR-helikopters ook deel uitmaakten, zelf gezorgd heeft voor het open blijven van vliegkamp De Kooy, mede naar aanleiding van een business case voor die locatie.

Bij zijn overname van het dossier inzake het voornemen tot beëindiging van de stationering va de AB-412 helikopters op vliegbasis Leeuwarden is het de staatssecretaris opgevallen dat tot nu toe niet echt sprake is geweest van goed bestuurlijk overleg met de betrokken gemeenten, regio en provincie. Alle betrokkenen dienen terecht de zekerheid te hebben dat de kwaliteit van zorg daadwerkelijk wordt gehandhaafd, waarbij de plek waarvandaan die zorg geleverd wordt, secundair is. Met als vertrekpunt zo-even genoemd voornemen, is de staatssecretaris van zins om zo snel mogelijk bestuurlijk overleg te voeren met de ministers van BZK en VWS om na te gaan of de oplossingen die aangereikt worden passend zijn ten opzichte van de zorgen die geuit zijn in de regio et cetera. Vervolgens zullen zij gedrieën met vertegenwoordigers van onder andere de provincie en de betrokken gemeenten om de tafel gaan zitten. Bij afspraken over civielmilitaire samenwerking zal uiteraard de financiële rekening daar gelegd moeten worden waar die hoort. Het streven dient gericht te zijn op een convenant met de regio waarin de zorg als zodanig geborgd wordt, inclusief de financiering ervan. Tot nu toe wordt die zorg namelijk niet geborgd, aangezien het nog steeds een nevenactiviteit van Defensie is die zij om niet aan de regio aanbiedt, daar de kernactiviteit van SAR ten aanzien van de Noordzee en de Waddenzee is het weghalen van bemanningen van schepen in het geval van calamiteiten en het uit zee oppikken van piloten. Daar volgens de huidige planning de SAR-helikopters waarschijnlijk nog tot 2012 of 2013 op Leeuwarden gestationeerd blijven, biedt dit volgens de staatssecretaris in de tijd gezien in ieder geval voldoende ruimte om zorgvuldig toe te werken naar genoemd convenant.

De suggestie van de heer Boekestijn over stationering van de AB-412 op vliegkamp De Kooy gaat alleen op indien de exploitatie van dat toestel in de plaats komt van de exploitatie van NH-90, terwijl in de huidige opzet daarmee geen rekening is gehouden en het dus zou leiden tot en/en, met alle extra kosten van dien. De exploitatiekosten van 2,3 mln. voor de AB-412 zouden dan komen bovenop de exploitatiekosten voor de NH-90.

Vermeldenswaard is verder dat de NH-90 ten opzichte van de AB-412 door zijn robuustheid veel meer mogelijkheden heeft om in zwaar weer werkzaamheden te verrichten en het toestel bovendien apparatuur aan boord heeft die het mogelijk maakt om onder bijna alle omstandigheden de zorg te bieden die nodig is. Bijkomend aspect is dat de openingstijden van vliegkamp De Kooy veel ruimhartiger zijn dan die van de vliegbasis Leeuwarden.

Nadere gedachtewisseling

De heer Roland Kortenhorst (CDA) vraagt om in het kader van fair deal, in afwachting van het bestuurlijke overleg dat de staatssecretaris heeft aangekondigd, het voorliggende voornemen tot beëindiging van de stationering van SAR-helikopters op Leeuwarden te neutraliseren.

Daar mevrouw Jacobi (PvdA) nog steeds een onderbouwing mist van het door de staatssecretaris aangehangen uitgangspunt dat de aanschaf van duurder materiaal leidt tot met meer efficiency en dus betere dienst- en zorgverlening, vraagt zij hem een vergelijkend efficiencyonderzoek te doen naar beide toestellen en op basis daarvan een weloverwogen besluit te nemen.

De heer Voordewind (ChristenUnie) verzoekt de staatssecretaris om zolang het bestuurlijk overleg nog gaande is, geen schoten voor de boeg te lossen en alle opties open te houden. Tevens gaat hij ervan uit dat na ommekomst van dat bestuurlijk overleg de Kamer daarover geïnformeerd zal worden, inclusief beantwoording van zijn technische vragen waarop de staatssecretaris nu niet is ingegaan.

Voor de heer Van Gerven (SP) is en blijft uitgangspunt het handhaven van de stationering van de SAR-eenheid op vliegbasis Leeuwarden, aangezien deze voorziet in de specifieke behoefte in dit bijzondere gebied. Niet zozeer de rationaliteit qua afwegingen als wel de mens moet centraal staan.

De heer Brinkman (PVV) geeft aan dat de motivering van de staatssecretaris om de SAR-dienstverlening te verplaatsen naar De Kooy hem eerder heeft gesterkt in de overtuiging dat stationering op de vliegbasis Leeuwarden gehandhaafd dient te worden, in ieder geval totdat de eerste NH-90 wordt geleverd aan Defensie. Bovendien behoudt hij twijfels of dat nieuwe toestel überhaupt wel het meest geschikt is voor uitvoering van SAR-taken.

De heer Boekestijn (VVD) geeft aan zeer te hechten aan de eerder gemaakte afspraken over De Kooy en wacht met belangstelling de uitkomsten van het door de staatssecretaris aangekondigde bestuurlijk overleg af.

De staatssecretaris zegt toe dat in het stuk dat de Kamer krijgt over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg, ook ingegaan zal worden op de vragen van meer technische aard. Hoofddoelstelling is dat de kwaliteit van de zorg geborgd is en dat die zorg adequaat en professioneel wordt uitgevoerd.

De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie,

Van Baalen

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Defensie,

De Boer


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Van Baalen (VVD), voorzitter, Ferrier (CDA), Roland Kortenhorst (CDA), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), Blom (PvdA), ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Griffith (VVD), Irrgang (SP), Knops (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Jacobi (PvdA), Boekestijn (VVD), Brinkman (PVV), Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), Van Gennip (CDA), Ten Broeke (VVD), Peters (GroenLinks) en Thieme (PvdD).

Plv. leden: Lempens (SP), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Van Beek (VVD), Ormel (CDA), Jonker (CDA), De Wit (SP), Jan de Vries (CDA), Roefs (PvdA), Wolbert (PvdA), Smeets (PvdA), Arib (PvdA), Blok (VVD), Roemer (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Samsom (PvdA), Van der Burg (VVD), Wilders (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Van der Ham (D66), Omtzigt (CDA), Zijlstra (VVD), Heerst (PvdA) en Ouwehand (PvdD).

Naar boven