30 800 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2007

nr. 106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2007

Inleiding

In de Actualiseringsbrief van 2 juni 2006 (TK 30 300 X, nr. 107) is ingegaan op internationale en operationele ontwikkelingen die invloed hebben op het optreden van Defensie. Het zwaartepunt van de inzet ligt bij crisisbeheersingsoperaties. De frequente inzet van de krijgsmacht in uiteenlopende situaties en de veranderde wijze van optreden betekent voor de inlichtingenvergaring een duidelijke taakverzwaring. Bij recente operaties is het belang van tijdige en adequate inlichtingen voor de veiligheid en effectiviteit van de eigen troepen gebleken. Een grotere inzet van inlichtingenpersoneel in het uitzendgebied blijkt veelal noodzakelijk, waarbij bovendien de koppeling tussen het uitzendgebied en de kennis in Nederland van groter belang is. Daarmee vervaagt het onderscheid tussen tactische, operationele en strategische inlichtingen.

Daarom heeft mijn voorganger eind 2005 de onafhankelijke Onderzoeksgroep Inlichtingen en Veiligheid Defensie (OIVD) opdracht gegeven onderzoek te doen naar de rechtmatigheid, effectiviteit en doelmatigheid van de Inlichtingen & Veiligheid (I&V) capaciteit binnen Defensie in het algemeen en de MIVD in het bijzonder. Medio 2006 heeft de onderzoeksgroep haar rapport gepubliceerd. Daarnaast heeft Defensie een interne studie verricht naar de operationele inlichtingencapaciteit van Defensie, inclusief de operationele ondersteuning door de MIVD. Beide studies vullen elkaar aan en geven samen een volledig beeld van de noodzakelijke verbeterpunten voor de Defensiebrede I&V-keten. Deze brief geeft een reactie op de aanbevelingen in het rapport van de OIVD, waarbij de resultaten van de interne studie zijn betrokken.

De OIVD is zeer grondig te werk gegaan, zo blijkt uit het uitvoerige rapport. Hierbij wil ik mijn waardering uitspreken voor de OIVD, die veel aanknopingspunten geeft voor de verbetering van de Inlichtingen- en Veiligheidsorganisaties (I&V organisaties) binnen Defensie. In het algemeen onderschrijft het kabinet de bevindingen in het rapport. De bevindingen zijn in overeenstemming met enkele reeds eerder door Defensie genomen initiatieven, zoals de reorganisatie van de MIVD en de uitbreiding van de operationele inlichtingencapaciteit. In de Actualiseringsbrief is hier eerder aandacht aan besteed. Ik zie in het rapport een bevestiging van de gemaakte keuzes en een aanmoediging om verder te gaan op de ingeslagen weg.

De OIVD heeft aan het begin van het rapport enkele normatieve uitgangspunten geformuleerd, waar de I&V-organisaties van Defensie aan dienen te voldoen. Een deel van deze uitgangspunten komt overeen met de uitgangspunten zoals verwoord door de Commissie Bestuurlijke Evaluatie AIVD. Deze commissie heeft onderzoek verricht naar de sterke en minder sterke kanten van de AIVD en heeft daarover op 16 november 2004 gerapporteerd. In dat rapport werden de volgende normatieve uitgangspunten geformuleerd:

• Legitimiteit en vertrouwen

• Rechtmatigheid

• Effectiviteit

• Eenduidige sturing en diepgaande controle

• Objectiviteit, professionele onafhankelijkheid en lange termijn

• Afgestemde keten

• Goede samenwerking

• Inlichtingen en opsporing gescheiden

• Beperkte openbaarheid en maximale veiligheid

• Coherente interne organisatie en adaptief vermogen

Deze uitgangspunten zijn in de eerder aangeboden kabinetsreactie op de Bestuurlijke Evaluatie AIVD reeds overgenomen. De OIVD acht voor Defensie bovendien de volgende uitgangspunten van belang:

• Voldoende capaciteit en kwaliteit van personeel;

• Duidelijke prioriteiten en behoeftestelling;

• Inlichtingen en veiligheid gescheiden;

Het kabinet onderschrijft ook deze uitgangspunten, binnen budgettaire randvoorwaarden, als leidend voor het goed functioneren van de I&V-organisaties van Defensie.

Het rapport bevat vele aanbevelingen, die naar onderwerp zijn gegroepeerd. De OIVD acht het niet mogelijk en wenselijk alle aanbevelingen tegelijkertijd uit te voeren. Daarom heeft zij aangegeven waar bij de implementatie de prioriteiten dienen te liggen. Deze prioriteitstelling wordt overgenomen. Bij de implementatie van de aanbevelingen zal de aandacht in eerste instantie naar deze onderwerpen uitgaan. Diverse aanbevelingen zijn of worden inmiddels geïmplementeerd. In een bijlage is een overzicht van alle aanbevelingen van de OIVD met een verkorte reactie opgenomen. In deze brief wordt een reactie op de belangrijkste onderwerpen gegeven, waarbij de aanbevelingen uit de door Defensie intern uitgevoerde studie worden betrokken.

Omgeving

Omgevingsgerichte organisaties

In haar omgevingsanalyse ziet de OIVD een tendens naar een groter belang van uitzendingen, die veelal in wisselende coalities worden uitgevoerd en een grotere verrassingsgraad vertonen. De internationale en operationele omgeving is complexer en veranderlijker geworden. Waar in het verleden in een periode van jaren diepgaande kennis over de potentiële tegenstander was opgebouwd, moet deze kennis nu steeds meer op korte termijn worden verkregen. Voor de I&V-keten is het gevolg een extra druk op het inlichtingenproces. Daarnaast vervaagt het traditionele onderscheid tussen inlichtingen ten behoeve van ingezette militaire eenheden (tactische inlichtingen) en inlichtingen ten behoeve van het politieke en militair-strategische besluitvormingsproces (strategische inlichtingen). Door deze ontwikkelingen is meer capaciteit nodig om de kwaliteit van de inlichtingenproducten te kunnen waarborgen. Bovendien kennen militaire en politieke besluitvormers terecht steeds meer betekenis toe aan toereikende en tijdige inlichtingen. Deze ontwikkeling wordt versterkt door de toegenomen mogelijkheid van terroristische aanslagen in Nederland en de sterkere verwevenheid tussen binnenlandse en internationale veiligheid in het algemeen. Het kabinet onderschrijft de analyse van de OIVD. Daarom zal regelmatig worden bezien of beleid en uitvoering nog voldoen aan de eisen van de politieke en militaire besluitvormers.

Flexibiliteit als organisatie-uitgangspunt

Door de complexe en veranderlijke omgeving komt het vaker voor dat men zich in korte tijd een beeld moet vormen van actuele onderwerpen of gebieden. In de toekomst zal het aantal van dergelijke verzoeken naar verwachting niet afnemen. De OIVD onderstreept het belang van een flexibele organisatie om structureel op verzoeken met een korte reactietijd in te kunnen spelen. In dit kader beveelt zij aan de capaciteit voor de laagst geprioriteerde landen als reservecapaciteit voor deze opdrachten te benutten. Deze vorm van flexibiliteit wordt door de MIVD reeds toegepast om zo goed mogelijk aan de gestelde behoeften te voldoen. De analysecapaciteit voor de laagst geprioriteerde landen is echter dusdanig beperkt dat bij opdrachten met een korte reactietijd vaak toch hogere prioriteiten moeten wijken. Om de gewenste flexibiliteit te kunnen bieden is extra capaciteit noodzakelijk. Vanwege de urgentie van de versterking van de inlichtingenketen is eind 2006 tot een eerste uitbreiding voor de MIVD van 70 vte besloten. Het benodigde budget is opgenomen in de begroting voor 2007 (TK 30 800 X, nr. 28). Verdere uitbreiding van capaciteit wordt betrokken bij de defensiebrede prioriteitstelling in het reguliere begrotingsproces.

Grotere rol terrorismebestrijding voor I&V onderdelen van Defensie

Defensie is uit hoofde van alle drie de hoofdtaken nauw betrokken bij de bestrijding van terrorisme. Terrorismebestrijding in zowel missiegebieden als in Nederland zal ook de komende jaren volop aandacht vragen van de krijgsmacht. Defensie doet in missiegebieden veel ervaring op met terrorismebestrijding en beschikt over enkele hoogwaardige specialistische capaciteiten die ook in Nederland kunnen bijdragen aan het succesvol bestrijden van terrorisme.

De MIVD verzamelt inlichtingen over terrorisme dat is gericht tegen defensiebelangen in Nederland, het Koninkrijk en gebieden waar de Nederlandse krijgsmacht wordt ingezet. De capaciteit ten behoeve van de gebieden waar de krijgsmacht wordt ingezet, wordt nog dit jaar versterkt door een deel van de hierboven genoemde 70 vte aan dit doel toe te kennen. De MIVD levert daarnaast een bijdrage aan de nationale contra-terrorisme inspanning door informatie te delen met de NCTb, de AIVD en de Contra-Terrorisme-infobox. De MIVD voorziet bovendien de AIVD van Signal Intelligence ten behoeve van terrorismebestrijding. De samenwerking tussen de MIVD en de AIVD is vastgelegd in een convenant tussen de betrokken ministers. In dit convenant is onder andere de oprichting van de Nationale Signal Intelligence Organisatie (NSO) bekrachtigd.

De krijgsmacht beschikt over specifieke capaciteiten, waaronder capaciteit voor lucht-grondwaarneming en voor beeld- en terreinanalyse. Deze capaciteiten kunnen mogelijk ter ondersteuning van civiele autoriteiten in Nederland worden ingezet. Met het Ministerie van BZK zijn reeds afspraken gemaakt over de inzet van kleinere onbemande vliegtuigen (UAV’s) voor bewaken en beveiliging van gebieden en objecten in Nederland. UAV’s zijn in staat voor langere tijd gebieden en objecten te observeren, waardoor de zichtbare en personeelsintensieve inzet van diensten op de grond kan worden beperkt. Naast de inzet voor bewaking en beveiliging zijn UAV’s ook geschikt om bij rampen en zware ongevallen bij te dragen aan het verkrijgen van een actueel overzicht van de situatie. In 2006 is de Kamer in de Rapportage ICMS (TK 30 300 nr. 106, d.d. 7 juni 2006) geïnformeerd over de mogelijke inzet van UAV’s in het kader van de nationale veiligheid en de daaraan verbonden financiële consequenties.

Defensie beziet samen met de ministeries van BZK, Justitie en BZ op welke wijze de structurele samenwerking met Defensie in het kader van terrorismebestrijding verder vorm kan krijgen. Terwijl de samenwerking met het ministerie van BZK zich vooral richt op de respons bij nationale crisisbeheersing, ligt het accent van de samenwerking met de NCTb en BZ meer op de preventieve en voorbereidende fase. Gelet op de – door de OIVD onderschreven – krappe capaciteit in de I&V-keten van Defensie, ligt de prioriteit bij de versterking van de keten evenwel bij middelen voor de defensie-gerelateerde Contra Terrorisme (CT)-taken en zal intensivering van de civiele CT-inspanning van de MIVD en andere I&V organisaties van Defensie beperkt blijven.

Organisatie en bedrijfsvoering

J2 functie

Op dit moment vervult de MIVD bij operaties de inlichtingen- en veiligheidsfunctie voor de CDS, de zogenaamde J2 functie. Een MIVD-functionaris treedt op als J2 ten behoeve van de inlichtingenondersteuning van de Directeur Operaties (DOPS) van de CDS. Hij is voor de Directeur Operaties het directe aanspreekpunt en de adviseur ten aanzien van operationele inlichtingenaspecten. De OIVD beveelt aan dat de J2 functie bestaat uit functionarissen van de CDS en uit functionarissen van de MIVD, waarbij de CDS verantwoordelijk is voor de vraag naar inlichtingen en de MIVD voor het aanbod. De OIVD doet bovendien de aanbeveling de J2 functie te versterken. De interne studie van Defensie naar de operationele inlichtingencapaciteit kwam tot dezelfde conclusies. In overeenstemming met deze aanbevelingen wordt bij de Directie Operaties een nieuwe, eigen sectie J2 gevormd. Hierdoor wordt de behoeftestelling van de CDS aan de MIVD verbeterd. Bovendien wordt een betere participatie van de J2 in de besluitvormings- en planningsprocessen van de Directie Operaties mogelijk. Voor een optimale communicatie met de Directie Operaties wordt in de MIVD een Afdeling Militaire Operaties opgericht. De MIVD blijft de CDS onveranderd voorzien van onafhankelijke strategische en operationele inlichtingen.

Samenwerking I&V keten

De OIVD stelt dat de samenwerking in de I&V-keten dient te worden versterkt. Hierbij ligt de nadruk op versterking van de keten bij uitzendingen, met name in missiegebieden tijdens complexe crisisbeheersingsorganisaties. In missiegebieden wordt de I&V-keten momenteel in hoofdzaak gevormd door elementen van het ISTAR-bataljon, de MIVD in het missiegebied en de inlichtingensecties van de uitgezonden eenheden. De ISAF-operatie in Afghanistan onderstreept de noodzaak van hechte samenwerking. In deze operatie wordt bovendien het vervagen van het onderscheid tussen tactische, operationele en strategische inlichtingen in de praktijk zichtbaar. De MIVD werkt in uitzendingen volgens het National Intelligence Support Team (NIST) concept. Het NIST concept beoogt de samenwerking tussen Den Haag en het uitzendgebied te versterken en een koppeling tot stand te brengen tussen tactische, operationele en strategische inlichtingenprocessen. Om de samenwerking tussen de MIVD en de operationele I&V-onderdelen in het uitzendgebied te versterken zal een nieuw operationeel concept worden uitgewerkt, het zogenaamde Joint Collection & Fusion Concept (JCFC). Hierbij leveren de MIVD en de operationale I&V onderdelen personeel voor een geïntegreerd inlichtingenelement bij een uitgezonden eenheid. De mate van integratie zal per operatie verschillen, waarbij onder meer juridische aspecten nadrukkelijk in beschouwing worden genomen.

Gebaseerd op de aanbeveling van de OIVD en de interne studie zal de samenwerking tussen de operationele I&V organisaties verder vorm worden gegeven door het in de komende jaren bundelen van de capaciteiten voor de verwerving en verwerking van operationele inlichtingen in één krijgsmachtbrede inlichtingeneenheid. Beheersmatig zal de eenheid worden ondergebracht bij het Commando Landstrijdkrachten.

De bestaande operationele inlichtingencapaciteiten van het ISTAR-bataljon en het Reconnaissance Intelligence Center vormen de belangrijkste bouwstenen van de nieuwe eenheid. Ook zal de noodzakelijke versterking van de operationele inlichtingencapaciteit in deze eenheid vorm krijgen. De inzet van de operationele inlichtingencapaciteit van Defensie ten behoeve van terrorismebestrijding in Nederland zal, zoals eerder in deze brief gesteld, worden bezien in het kader van de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking, waarbij de wettelijke randvoorwaarden uiteraard in acht worden genomen.

Uitbreiding I&V keten Defensie

Het kabinet deelt de visie van de Onderzoeksgroep dat versterking van de MIVD en de operationele inlichtingeneenheden noodzakelijk is. De voorgestelde uitbreiding van de I&V onderdelen komen voort uit de toename van zowel het belang van inlichtingen als uit de complexiteit van de omgeving. Binnen de MIVD bestaan onder meer tekorten op het gebied van Human Intelligence (HUMINT), analyse, contra-inlichtingen, linguïstische capaciteit en capaciteit ter ondersteuning van de operationele commandant in uitzendgebieden. Bovendien wordt vrijwel geen capaciteit besteed aan lager geprioriteerde taken, wat de flexibiliteit van de MIVD om te voldoen aan verzoeken met een korte reactietijd ernstig beperkt.

De OIVD onderschrijft de conclusie van de interne studie van Defensie dat ook een uitbreiding van de operationele I&V-onderdelen noodzakelijk is. Het betreft een versterking van de capaciteit voor Field Human Intelligence, elektronische oorlogvoering en verwerking van gegevens.

Als gevolg van het toegenomen belang van inlichtingen is afgelopen jaar reeds besloten, naast de eerder genoemde 70 extra functies ten behoeve van de MIVD, extra functies ten behoeve van de operationele inlichtingencapaciteit in de Defensiebegroting in te passen. Daarnaast is budget vrijgemaakt om op contractbasis flexibele extra tolk- en vertaalcapaciteit te kunnen inhuren. De door de OIVD beoogde uitbreidingen zijn groter. Verdere uitbreiding zal in het reguliere begrotingsproces nader worden bezien.

Personeels- en kwaliteitsbeleid

De door de OIVD gesignaleerde problematiek op het gebied van personeel en kwaliteit wordt door het kabinet gedeeld. De afgelopen jaren is onvoldoende aandacht besteed aan investeringen in de kwaliteit van de medewerkers. Dit aandachtspunt komt ook in de interne studie van Defensie naar voren. Naar aanleiding van de aanbevelingen is begonnen met een onderzoek naar de mogelijkheden van specifiek loopbaanbeleid voor het I&V-vakgebied, inclusief Management Development beleid. De mogelijkheid om functionarissen langer dan de gebruikelijke plaatsingsduur van drie jaar bij de MIVD te plaatsen maakt deel uit van het onderzoek. Daarbij dienen de voordelen van regelmatige functiewisseling niet uit het oog te worden verloren. De in het rapport genoemde mogelijkheid om burgers als militair-reservist in te zetten wordt in incidentele gevallen nu al in praktijk gebracht. De externe uitwisseling van personeel heeft onlangs met de ondertekening van het samenwerkingsconvenant tussen AIVD en MIVD een nieuwe impuls gekregen.

Informatiehuishouding

Momenteel is geen defensiebreed netwerk beschikbaar voor het delen van «Stg. Geheim» gerubriceerde informatie. Hierdoor wordt vooral de uitwisseling van informatie tussen de MIVD en de operationele inlichtingeneenheden bemoeilijkt. De interne studie van Defensie heeft dit probleem ook gesignaleerd. Het kabinet is het eens met de OIVD dat een nationaal inlichtingensysteem voor dergelijke informatie noodzakelijk is om de betrokken organisatieonderdelen als keten te laten functioneren. Naast de lopende verbetering van de informatiehuishouding binnen de MIVD wordt op dit moment voor zowel de korte als de lange termijn een oplossing gezocht. Nog dit jaar zal een nadere specificatie voor een nationaal inlichtingensysteem ter ondersteuning van het volledige operationele inlichtingenproces, inclusief de aansluiting met de MIVD, worden opgesteld.

Verandering interne organisatiestructuur MIVD

De MIVD heeft diverse reorganisaties achter de rug. Hierdoor is de bedrijfsvoering verbeterd en is de MIVD meer één geheel geworden. De onderzoeksgroep signaleert echter dat ook op dit punt nog ruimte voor verbetering bestaat. De samenhang binnen de MIVD kan worden versterkt door integrale besluitvorming beter vorm te geven. Betrokkenheid van de directie van de MIVD bij multidisciplinaire teams acht de OIVD noodzakelijk. De MIVD heeft inmiddels een structuurverandering doorgevoerd die overeenstemt met deze aanbevelingen. De wens van een vrijgestelde plaatsvervangend directeur en een regelmatige vergadering van het management team van de MIVD, zijn reeds in praktijk gebracht. De onderzoeksgroep hecht terecht sterk aan het zogenaamde teamconcept, waarin multidisciplinaire teams een bepaald thema onderzoeken of een specifieke missie ondersteunen. Ik onderken het belang van multidisciplinaire teams. De teams worden ingesteld en gemonitord door de directie. Deze aanpassingen in de organisatie van de MIVD worden in het lopende reorganisatietraject geformaliseerd.

Taken en bevoegdheden

De bevindingen van de onderzoeksgroep met betrekking tot de bevoegdheden van de MIVD zijn door het kabinet met instemming ontvangen. Vooral de cultuur binnen de MIVD, waarbij de rechtmatigheid terecht van groot belang wordt geacht, onderstreept de professionaliteit van de dienst. Het kabinet is het eens met de OIVD dat uitbreiding van de bijzondere bevoegdheden van de MIVD, buiten het reeds in gang gezette traject voor wijziging van de WIV 2002 (Post-Madrid maatregelen), naar de huidige inzichten niet nodig is.

Het kabinet onderschrijft het belang van een éénduidige toestemmings- en controlestructuur voor de hele I&V-keten. Nadat aan de onderzoeken van de Commissie van Onderzoek naar vermeende misstanden bij gesprekken met gedetineerden in Irak door Nederlandse militairen in 2003 (Commissie Van den Berg) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD) conclusies zijn verbonden, zal het kabinet de uitvoering van maatregelen op dit punt ter hand nemen. Dan zal eveneens worden bezien of aanpassing van de Wiv2002 wenselijk is, met name op het punt van technische ondersteuning aan de MIVD door andere onderdelen van Defensie.

Sturing en controle

Defensiebrede Inlichtingen- en Veiligheid Raad

De OIVD stelt dat integrale sturing op hoofdlijnen over de volledige I&V-keten wenselijk is. Prioriteiten voor de MIVD en andere I&V onderdelen van Defensie dienen in hun samenhang te worden bezien, zodat waar nodig afstemming kan plaatsvinden. Hiertoe beveelt de onderzoeksgroep aan een Defensie Inlichtingen- en Veiligheidsraad (DIVR) op te richten. In deze raad kan coördinatie plaatsvinden over defensiebrede vraagstukken op I&V-gebied. Naar aanleiding van deze aanbeveling is door een extern onderzoeksbureau onderzocht hoe de raad optimaal kan worden vormgegeven. Op dit moment functioneert de raad op informele basis. Binnenkort zal de oprichting formeel worden bekrachtigd. De raad staat onder voorzitterschap van de secretaris-generaal en zal verder bestaan uit vertegenwoordigers uit de Bestuursstaf, waarbij de D-MIVD een belangrijke signaalfunctie heeft en verbetervoorstellen kan doen voor de gehele I&V-keten.

Uitvoering

Kwaliteitszorgsysteem

Voor de MIVD als belangrijkste leverancier van inlichtingenproducten binnen Defensie is het van belang om te weten of de geleverde producten voldoen aan de behoeften van de gebruikers, vooral in kwalitatieve zin. Door een kwaliteitszorgsysteem, bestaande uit risicomanagement, procesonderzoeken en gerichte evaluaties, kan het lerend vermogen van de MIVD worden versterkt. Hiertoe zullen toetsbare doelen worden opgenomen in het productieplan van de MIVD en zal structureel aandacht worden besteed aan de evaluatie van de plannen.

Veiligheidsonderzoeken

Met het oog op het capaciteitsbeslag van de veiligheidsonderzoeken is efficiency op dit vlak van groot belang. In het nieuwe convenant tussen MIVD en AIVD worden gegevens uitgewisseld ten behoeve van de veiligheidsonderzoeken. Bovendien worden inmiddels best practices uitgewisseld om de kwaliteit van de veiligheidsonderzoeken te verbeteren. Een deel van de eerder genoemde uitbreiding van de MIVD van 70 vte dient ter versterking van deze capaciteit.

Samenwerking

Verbetering samenwerking met AIVD

Het kabinet onderschrijft de noodzaak tot samenwerking van de twee diensten, zowel nationaal als internationaal, en beschouwt de conclusies van de onderzoeksgroep in dit verband als een stimulans voor zijn huidige beleid. In de samenwerking met de AIVD zal de nadruk, conform het advies van de onderzoeksgroep, vooral gericht zijn op het verder concretiseren van het convenant tussen AIVD en MIVD. Onlangs is een begin gemaakt met het formeren van gezamenlijke regionale en thematische taakgroepen. Bovendien zal aandacht worden besteed aan het beter leren kennen van elkaars organisatie door middel van personeelsuitwisseling.

Rol Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

De Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten heeft een belangrijke rol bij de afstemming en het vormgeven van de samenwerking tussen AIVD en MIVD. Samen met de secretarissen-generaal van BZK en Defensie worden concrete afspraken gemaakt over de samenwerking tussen beide diensten. Deze afspraken hebben hun beslag gekregen in het Convenant Samenwerking AIVD-MIVD. Het convenant is door de minister-president en de ministers van BZK en Defensie ondertekend. Bovendien worden de jaarplannen vóór goedkeuring tussen de Coördinator, de diensthoofden en de secretarissen-generaal van BZK en Defensie besproken. De afstemming van de buitenlandtaak van beide diensten vindt plaats door het Aanwijzingsbesluit Buitenlandtaak van de Minister President.

Koninklijke Marechaussee

Een intensievere samenwerking tussen de KMar en de MIVD wordt mogelijk gemaakt door de reeds voorgestelde wijziging van de Wiv2002 naar aanleiding van de aanslagen in Madrid (TK 30 553). Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk dat voor technische ondersteuning een beroep op de KMar kan worden gedaan.

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

BIJLAGE

Overzicht aanbevelingen Onderzoeksgroep Inlichtingen en Veiligheid Defensie

Par.AanbevelingRegeringsreactieStatus
 Omgeving  
8.3.2 APeriodiek aansluiting beleid & uitvoering bezien, structurele kwaliteitstoetsingOvergenomenOpnemen in Jaarverslag MIVD
8.3.2 BCapaciteit voor laag geprioriteerde taken aanmerken als ad hoc reservecapaciteitOvergenomen, beperkte financiële dekkingBezien in defensiebrede afweging
8.3.2 CStructurele afspraken met BZK, JUS, BZ en NCTb voor inzet I&V organisaties bij terrorismebestrijdingOvergenomenUitwerking in overleg met BZK, JUS, BZ en NCTb
8.3.2 DRealistische verwachtingen communicerenOvergenomenIntensievere communicatie tussen MIVD en CDS/DOPS
8.3.2 EOrganisatorische voorzieningen voor beter relatiebeheerOvergenomenBelegd binnen staf MIVD
 Organisatie en bedrijfsvoering  
8.4.2 AAanpassen J2-functieOvergenomenJ2 sectie bij DOPS en Afdeling Operaties bij MIVD in oprichting
8.4.2 BBetere samenwerking I&V ketenOvergenomenHet NIST-concept is momenteel het uitgangspunt voor de MIVD bij operaties. Een defensiebrede operationele inlichtingencapaciteit zal worden opgericht. Tevens zal een nieuw operationeel inlichtingenconcept (JCFC) worden uitgewerkt, dat een verdere integratie van uitgezonden MIVD- en operationele I&V-elementen voorziet.
8.4.2 COpstellen procedure t.b.v. informatieverstrekking aan operationele commandantOvergenomenInventarisatie van knelpunten gereed.
8.4.2. DVerandering organisatiestructuur MIVDOvergenomenGeïntegreerde teams zijn gestart. Reorganisatieplan met bijbehorende eerste tranche 70 vte in plannen verwerkt. Verdere uitbreiding wordt defensiebreed bezien.
8.4.2 ETeamconcept opwaarderenOvergenomenAlle relevante afdelingen zijn in de teams vertegenwoordigd.
8.4.2 FUitbreiding I&V ketenOvergenomen, maar beperkte financiële dekkingEerste uitbreidingen zijn in de plannen verwerkt. Verdere uitbreiding wordt defensiebreed bezien1. Voor tolk- en vertaalcapaciteit is budgettaire ruimte vrijgemaakt.
8.4.2 GVerbetering plancyclusOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D1.
8.4.2 HBedrijfsvoering centraalOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D1.
8.4.2 IVerbeteren personeels- en kwaliteitsbeleidOvergenomenPersoneelsuitwisseling met AIVD opgenomen in convenant. Loopbaanbeleid I&V in ontwikkeling.
8.4.2 JVermindering beloningsverschillenOvergenomenOnderzoek wordt uitgevoerd als onderdeel van 8.4.2.I
8.4.2 KPlaatsing DIVI onder MIVDNiet overgenomenFunctionele aansturing DIVI door MIVD is adequaat.
8.4.2 LInformatiehuishoudingOvergenomenOnderzoek naar betere informatiehuishouding
8.4.2 MVormgeven centrale archieforganisatieOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D
8.4.2 NVersterken Planning & Control functieOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D1
8.4.2 OVerbeteren toezicht geheime uitgavenOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D
    
 Taken en bevoegdheden  
8.5.2 ABehouden huidige bevoegdhedenOvergenomenHandhaven huidige situatie
8.5.2 BAandacht voor rechtmatigheid in opleidingenOvergenomenGeborgd in I&V opleidingen
8.5.2 CUniformering toetsingssysteem informatieverzamelingsmiddelenOvergenomenNader uit te werken
8.5.2 D/EAanpassen art. 63 Wiv2002 tbv technische ondersteuning I&V onderdelen aan MIVD en AIVDNader te bepalenOverleg met BZK en NCTb
8.5.2 FRechtmatigheid onderdeel evaluatie van operatiesOvergenomenMeegenomen als aandachtspunt bij evaluaties van operaties.
 Sturing en controle  
8.6.2 AInstellen Defensie I&V raadOvergenomenI&V raad in oprichting
8.6.2 BBehoeftestelling door Defensie I&V raadOvergenomenI&V raad in oprichting
8.6.2 CRegelmatig toetsen klanttevredenheid en kwaliteitOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D
8.6.2 DVerbeteren lerend vermogen MIVDOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D
8.6.2 EFunctievervulling van functionarissen van BZ bij de MIVDOvergenomenNader uitwerken in overleg met BZ
    
 Uitvoering  
8.7.2 AOntwikkelen uniform kwaliteitszorgsysteemOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D
8.7.2 BUitbouwen samenwerking AVI en ISTAROvergenomenOnderzoek naar verbetering van samenwerking
8.7.2 CInvesteren in kwaliteit en kwantiteit HUMINTOvergenomenUitbreiding HUMINT deels opgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D1. Met AIVD wordt gewerkt aan de conflictieregeling.
8.7.2 DVersterken contra-inlichtingenOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D1
8.7.2 EVerbeteren veiligheidsonderzoeken in samenwerking met AIVDOvergenomenInformatie-uitwisseling met AIVD en inventarisatie van actiepunten vindt plaats
8.7.2 FBenadrukken meerwaarde industrieveiligheidOvergenomenConcretiseren actiepunten in concept gereed
    
 Samenwerking  
8.8.2 AVerbeteren samenwerking AIVDOvergenomenConvenant is vernieuwd en in de Staatscourant gepubliceerd
8.8.2 BUitwerken rol Coördinator I&VOvergenomenVertrouwelijke actiepuntenlijst in overleg opgesteld. Jaarplannen worden tussen SGAZ, SGBZK en SGDEF besproken
8.8.2 CNSO samenwerking verder vormgevenOvergenomenOnderdeel van convenant AIVD-MIVD
8.8.2 DIntensievere samenwerking met NCTbNader te bepalenOverleg met BZK en NCTb
8.8.2 ESamenwerking tussen KMar en MIVD verbeterenOvergenomenRegeling voor veiligheidsonderzoeken en wijziging art. 63 WIV 2002 in voorbereiding.
8.8.2 FVertegenwoordiging in NATO Intelligence Fusion CenterOvergenomenAfvaardiging is op functie
8.8.2 GCentraal beheer quid-pro-quo balansOvergenomenOpgenomen in reorganisatieplannen 8.4.2 D

1 Mede afhankelijk van verdere uitbreidingen van de I&V-keten. Nadere besluitvorming vindt plaats in het kader van de Rijksbegroting.

Naar boven