30 800 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

28 248
Onregelmatigheden bekostiging in het (hoger) onderwijs

nr. 165
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2007

Met deze brief wil ik u informeren over de stand van zaken van de hieronder genoemde toezegging die mijns inziens niet kan worden nagekomen. Tevens wil ik bij deze brief op uw commissiebrief 07-OCW-B-07, van 1 februari 2007 reageren.

Tijdens het Algemeen Overleg Hoger Onderwijs van 4 oktober vorig jaar en in zijn brief van 10 oktober (Kamernr. 30 800 VIII, nr. 11) heeft staatssecretaris Bruins toegezegd na te gaan bij de HO-instellingen wat de kosten zijn van juridische advisering inzake het dossier Rekenschap en de Kamer daarover te informeren. Ook zegde hij toe een schriftelijke onderbouwing te geven van de tijdens het overleg genoemde kosten voor inhuur van deskundigen door het ministerie.

Gebleken is dat het inzichtelijk maken van de kosten van de juridische advisering voor het dossier Rekenschap stuit op verschillen in interpretatie bij instellingen over de vraag welke in- en externe werkzaamheden hieronder vallen. Deze interpretatieverschillen leiden naar verwachting tot een uitkomst die moeilijk verifieerbaar is en niet in voldoende mate zal leiden tot het gevraagde inzicht. Het wegnemen van deze verschillen kan alleen door een gedetailleerdere bevraging van de instellingen. In het licht van de fase van afwikkeling waarin het dossier zich nu bevindt (ca. 10% van de zaken loopt nog) wordt het niet opportuun geacht alle instellingen (dus ook 90% die niet meer betrokken is) opnieuw te confronteren met een diepgravend onderzoek naar gegevens vanaf 2002. Voor het tweede deel van de toezegging over de hoogte van de kosten van externen ten laste van OCW wordt kortheidshalve verwezen naar de 4e voortgangsrapportage Rekenschap van 30 september 2006 aan uw Kamer (Kamernr. 28 248, nr. 90).

Onder verwijzing naar uw brief van 1 februari 2007 (uw kenmerk 07-OCW-B-07) waarin u vraagt om een notitie inhoudende de toekomstvisie op de ontwerp- en ontwikkelfunctie van hogescholen, laat ik u weten dat dit onderdeel zal zijn van de strategische agenda die in het najaar aan de Kamer zal worden aangeboden.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en stel u voor de genoemde toezegging en de commissiebrief als afgedaan te beschouwen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven