30 800 VII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2007

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2006

Met deze brief informeer ik de Kamer, conform de toezeggingen die ik heb gedaan in het algemeen overleg van 12 oktober 2006, over de activiteiten die worden uitgevoerd ten aanzien van de inzet van stemmachines bij verkiezingen. In dit algemeen overleg hebben wij met elkaar gedeeld dat er, net zoals dat bij alle voorgaande verkiezingen, geen reden is te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de uitslag van de verkiezingen. In het algemeen overleg heb ik een aantal maatregelen aangekondigd over de software, de verzegeling, de controle daarvan en de fysieke beveiliging van de opslag en het transport van de stemmachines. Die maatregelen, gericht op het tegengaan van fraude, ondervonden in uw Kamer brede steun. Risico’s zijn echter nooit en te nimmer voor honderd procent uit te sluiten. Naar mijn oordeel zijn er met de extra maatregelen, die ik laat treffen en de aanscherpingen die de gemeenten plegen, voldoende waarborgen voor een ordelijk en kiesrechtelijk betrouwbaar verloop van de verkiezingen.

Stemgeheim

Een punt van zorg tijdens het genoemde algemeen overleg, betrof het in voldoende mate waarborgen van het stemgeheim. Vanwege de voortschrijdende technologie zijn er vragen gesteld over de mogelijkheid van een «aanval van buiten» op de stemmachines. Ik heb in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de AIVD gevraagd een onderzoek uit te voeren betreffende het «afluisteren» van stemmachines en aanbevelingen te doen. Het onderzoek had tot doel om na te gaan of het mogelijk zou kunnen zijn dat anderen dan de kiezer in en/of buiten het stemlokaal zouden kunnen zien of horen wat er gestemd is.

Uit het onderzoek van de AIVD blijkt dat de Sdu machine straling afgeeft die op een afstand van tientallen meters is op te vangen. Wat kan worden opgevangen is het beeld dat op het scherm zichtbaar is voor de kiezer. Hierdoor kan het stemgedrag van de kiezer worden gevolgd. De Sdu machine geeft tevens per lijst een ander signaal af. Dit signaal is om te zetten in een geluid dat eveneens tot op tientallen meters op te vangen is. Nagegaan is of voor deze vastgestelde inbreuken aan de beveiliging technische oplossingen te vinden zijn die doorgevoerd kunnen worden voor de komende verkiezing. Dat blijkt niet mogelijk te zijn. De Sdu geeft aan dat een oplossing op korte termijn niet voorhanden is.

Kortom, de Sdu machines kunnen nu worden afgeluisterd, en voor de komende verkiezingen zijn er geen technische maatregelen te treffen die «afluisteren» kunnen voorkomen en daarmee het stemgeheim kunnen borgen.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat met het gebruik van de Sdu machines het grondwettelijk vastgelegde recht van geheime verkiezingen onvoldoende kan worden gewaarborgd.

Ik heb daarom het voornemen om de goedkeuring van de Sdu machines in te trekken. Dit is heden door mij aan de fabrikant medegedeeld. Dit betekent concreet dat de goedkeuring van rechtswege met onmiddellijke ingang is geschorst en dat de Sdu machines niet bij de verkiezingen van 22 november 2006 gebruikt worden. Het gaat om ca. 10% van de in Nederland gebruikte stemmachines, in 35 gemeenten.

Dit heeft belangrijke gevolgen voor de organisatie van de verkiezing in de 35 gemeenten die voornemens waren de Sdu machines te gebruiken. Ik realiseer mij wat de wijziging van het stemproces voor deze 35 gemeenten betekent. Ik heb de betreffende gemeenten, de NVVB, de VNG en de Kiesraad geïnformeerd en zal het maximale doen om de gemeenten te ondersteunen. Het ministerie van BZK vormt een projectorganisatie om samen met de gemeenten te realiseren dat in deze gemeenten op een andere wijze kan worden gestemd. Daarbij zal zoveel mogelijke logistieke bijstand worden verleend. Met de 35 gemeenten worden op de kortst mogelijke termijn nadere operationele afspraken gemaakt.

Uiteraard is ook, zoals toegezegd, de mogelijkheid van afluisteren van de Nedap stemmachines onderzocht. Van de Nedap-machines heeft de AIVD tot dusverre drie typen onderzocht naar het mogelijk «afluisteren» van informatie die de machines afgeven. Het vierde type machine wordt thans onderzocht. De Nedap machines geven minder straling af dan de Sdu machines. Bij het technisch ontwerp van de Nedap machines is reeds voorzien in maatregelen die het risico van straling beperken. Ook is een oplossing binnen handbereik voor het signaal dat door diakritische tekens wordt afgegeven. Hiermee wordt beoogd ervoor te zorgen dat het onderscheid tussen verschillende lijsten en kandidaten aan de hand van de signalen niet meer op eenvoudige wijze kan worden gemaakt. Deze maatregel wordt op dit moment getest om vast te stellen of deze adequaat is en juist is geïmplementeerd.

Overige vragen

In het AO van 12 oktober zijn overigens nog een aantal vragen gesteld.

Wat betreft de beveiliging van de Nedap machines: alle machines worden gecontroleerd en voorzien van een nieuwe (niet herbeschrijfbare) chip en een verzegeling. Nedap past een staaldraadzegel toe. Afgezien van het hiervoor genoemde zijn er enkele andere maatregelen die ik niet wil noemen, omdat daarmee de effectiviteit van die maatregelen teniet wordt gedaan.

Daarnaast is in overleg met de gemeenten de fysieke beveiliging van de machines in de gemeenten substantieel aangescherpt.

Na afloop van de verkiezingen, maar uiteraard vóór de vaststelling van de uitslag van de verkiezingen door de Kiesraad, worden enkele honderden Nedap machines onderzocht op mogelijk misbruik. Ook zal uiteraard voor en tijdens de stemming elke machine, waarvan het vermoeden bestaat dat er misbruik van is gemaakt, worden onderzocht.

Voor meer informatie over de maatregelen door gemeenten en de strafrechtelijke gevolgen wil ik verwijzen naar de bijlagen bij deze brief.

Toekomst/Externe commissie

Ten aanzien van de externe commissie, die uw Kamer gevraagd heeft in te stellen, inventariseer ik thans welke deskundigen in de commissie zitting kunnen nemen. Zo spoedig mogelijk na de verkiezingen van 22 november 2006 kan de commissie worden geïnstalleerd. De commissie zal in ieder geval als opdracht krijgen te adviseren over mogelijke aanvullende maatregelen voor de verkiezingen in maart 2007 voor Provinciale Staten. Ik zal uw Kamer vanzelfsprekend informeren over de samenstelling en taak van de commissie.

Ten slotte

De komende weken kunnen nog nieuwe gegevens beschikbaar komen, onder meer naar aanleiding van de visitaties van de gemeenten en het TNO rapport naar de fysieke beveiliging. Ik zal uw Kamer terstond informeren als die nieuwe gegevens daartoe aanleiding geven.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Nicolaï

BIJLAGE 1

MAATREGELEN DOOR GEMEENTEN

Op 17 oktober 2006 is samen met de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken (NVVB) aan alle gemeenten een vragenlijst toegezonden, waarin een aantal concrete vragen is gesteld over de wijze waarop de beveiliging van de stemmachines in de gemeenten is geregeld. Het overgrote deel van de gemeenten slaat de stemmachines beveiligd op. De andere gemeenten zijn gerappelleerd. Daarnaast worden 40 gemeenten – steekproefsgewijs – bezocht om na te gaan hoe het feitelijk met de fysieke beveiliging van de stemmachines is gesteld. Deze bezoeken zullen uiterlijk 15 november 2006 zijn afgerond.

Voor de leden van de stembureaus wordt materiaal vervaardigd aan de hand waarvan de verzegeling van de stemmachines kan worden gecontroleerd. Verder worden er procedures opgesteld die de gemeenten en de leden van de stembureaus moeten volgen in het geval voor, tijdens c.q. na sluiting van de stemming er een vermoeden ontstaat dat er misbruik is gemaakt van een stemmachine. Het materiaal en de procedures worden vanzelfsprekend afgestemd met de NVVB.

BIJLAGE 2

EXCERPT VAN STRAFRECHTELIJKE EN KIESRECHTELIJKE GEVOLGEN

In antwoord op vragen van uw Kamer tijdens het AO van 12 oktober jl.; het manipuleren van stemmachines is strafbaar op grond van het Wetboek van Strafrecht. Het gaat dan zowel om misdrijven betreffende de uitoefening van de staatsplichten en -rechten (artikelen 127 en 129 Sr) en als om delicten die onder de noemer «computercriminaliteit» vallen (138a Sr en 350a Sr). Ook schending van het stemgeheim via afluisteren van straling of geluidsgolven is strafbaar (139a, tweede lid Sr en 139d Sr).

Als zich tijdens de stemming of de stemopneming onregelmatigheden voor doen (zowel de constatering dat een zegel is verbroken of indien het vermoeden van afluisteren bestaat) kan de voorzitter van het stembureau de zitting schorsen (J 38 Kieswet en J 26 t/m J 35 Kiesbesluit). Hij doet hiervan onverwijld mededeling aan de burgemeester en er kunnen maatregelen worden getroffen om bijvoorbeeld een nieuwe stemmachine te installeren. Van een schorsing en de reden daarvan wordt proces verbaal opgemaakt door het stembureau. Zowel de Kiesraad als het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als de Tweede Kamer zullen van dergelijke schorsingen op de hoogte worden gesteld.

Naar boven