30 800 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2007

nr. 103
MOTIE VAN HET LID WOLFSEN C.S.

Voorgesteld 27 juni 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Advocatenwet (Aw) thans alleen de mogelijkheid biedt, een advocaat te schorsen of een voorziening te treffen indien betrokkene naar het oordeel van de tuchtrechter in strijd heeft gehandeld met artikel 46 Aw, dan wel tijdelijk of blijvend geen blijk geeft, zijn praktijk behoorlijk uit te kunnen oefenen als bedoeld in artikel 60b Aw;

overwegende, dat de Kamer groot belang hecht aan een effectieve bewaking door de deken van een goede beroepsuitoefening en het in de advocatuur te stellen vertrouwen;

overwegende, dat het in dit kader nodig en nuttig is om voor de deken een versnelde procedure in de Advocatenwet op te nemen om een voorziening of schorsing te kunnen treffen of te kunnen vragen voor die advocaat die tuchtrechtelijk ernstig dreigt te ontsporen, waardoor het ongewenst is dat pas veel later, achteraf tuchtrechtelijk komt vast te staan dat deze advocaat al dan niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld;

overwegende, dat is gebleken dat de Wet op het notarisambt – kort samengevat – een soortgelijke tekortkoming kent;

verzoekt de regering met spoed wetgeving in voorbereiding te nemen met als kern dat in de Advocatenwet een spoedprocedure wordt opgenomen, waarbij een advocaat door of op verzoek van de deken op korte termijn kan worden geschorst dan wel een andere voorlopige voorziening kan worden getroffen, en in de Wet op het notarisambt een soortgelijke spoedprocedure wordt opgenomen, waarbij een notaris door of op verzoek van de voorzitter van de KNB op korte termijn kan worden geschorst dan wel een andere voorlopige voorziening kan worden getroffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Wolfsen

De Wit

Teeven

Pechtold

Azough

Naar boven