30 800 IX B
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2007

nr. 151
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 januari 2007

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen d.d. 7 december 2006 (gesteld bij brief 06-Fin-B-39) van de vaste Commissie voor Financiën inzake de lopende rechtszaken in het faillissement van Van der Hoop bankiers N.V.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uw vraag betreft de lopende rechtszaken in het faillissement van Van der Hoop bankiers N.V. (hierna: Van der Hoop). Wat betreft rechtszaken tussen andere partijen dan ikzelf kan ik u slechts die informatie geven die voor een ieder toegankelijk is. In dit verband wijs ik op het derde en vierde openbaar verslag van bewindvoerders/curatoren ex artikel 73a Faillissementswet d.d. 31 juli onderscheidenlijk 18 oktober 2006, te raadplegen op onder andere de website van het kantoor van een van de curatoren, www.houthoff.com.

In het derde openbaar verslag van de curatoren wordt opgemerkt dat De Nederlandsche Bank (hierna: DNB) in de verslagperiode (17 maart tot en met 31 juli 2006) betrokken is geweest bij een aantal procedures betreffende de samenloop van de eerste uitdeling uit de boedel van Van der Hoop en de collectieve garantieregeling. Ingevolge een overeenkomst van 16 mei 2006 tussen curatoren, DNB en de stichting die de crediteurenbelangen behartigt heeft DNB haar verzet tegen een eerste uitdeling gestaakt en de curatoren gedagvaard met als inzet de vraag of curatoren al dan niet te vroeg zijn overgegaan tot een eerste uitkering aan crediteuren. Deze procedure loopt nog.

Voorts wordt er nog een procedure bij het Gerechtshof Amsterdam gevoerd tegen de boedel. Deze procedure was reeds aanhangig op het moment van het uitspreken van de noodregeling, en is daarna voortgezet. Deze procedure houdt dus geen verband met de afwikkeling van het faillissement. Eisers vorderen gezamenlijk een bedrag van € 5 000 000 van Van der Hoop en anderen. De curatoren hebben getracht een oplossing te vinden met de andere gedaagden die ertoe had moeten leiden dat de curatoren niet verder behoefden te procederen, maar de andere partijen hebben daarmee niet ingestemd.

De verwachting van de curatoren is dat op z’n vroegst in het najaar van 2007 arrest zal worden gewezen.

In het Financieele Dagblad d.d. 17 november 2006 is bericht dat de curatoren bij het Openbaar Ministerie aangifte hebben gedaan van mogelijk strafbare feiten rond de handel in winstvennootschappen, alsmede dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek is gestart. Van de stand van zaken van een en ander is mij niets bekend.

Van andere procedures is mij niets bekend.

Ik kan niet ingaan op de verwachtingen omtrent bovenstaande rechtszaken. Het civielrechtelijke oordeel daarover is uitsluitend voorbehouden aan de rechter.


XNoot
1

I.v.m. correctie in de titel. Het eerder onder kamerstuknummer 30 800-IXB, nr. 15 gepubliceerde stuk komt hiermee te vervallen.

Naar boven