30 800 IV
Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2007

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2006

Op 2 november jongstleden voerde ik bestuurlijk overleg met de regering van de Nederlandse Antillen, met Curaçao en Sint Maarten. Tijdens het overleg is een aantal afspraken gemaakt over de toekomstige staatkundige positie van Curaçao en Sint Maarten. Samen met de afspraken over de toekomstige staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tijdens de miniconferentie van 11 oktober jl., zijn de afspraken met Curaçao en Sint Maarten belangrijke stappen naar een andere positie van de vijf eilanden binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

De afspraken zullen leiden tot meer mogelijkheden voor de eilanden om maatschappelijke problemen zelf op te lossen, en bieden tegelijkertijd het Koninkrijk een aantal belangrijke garanties en mogelijkheden om de mensenrechten, de rechtszekerheid, en deugdelijkheid van bestuur op de eilanden te kunnen waarborgen.

Bijgevoegd treft u de slotverklaring aan van het overleg1. Kortheidshalve verwijs ik u naar de inhoud ervan.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Nicolaï


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven