30 800 IV
Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2007

nr. 16
MOTIE VAN HET LID LEERDAM C.S.

Voorgesteld 20 december 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat alleen in nauwe samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en Nederland tot een adequate aanpak van Antilliaanse probleemjongeren kan worden gekomen;

overwegende, dat op de Nederlandse Antillen de sociale vormingsplicht is ingevoerd;

overwegende, dat het ongewenst is dat Antilliaanse jongeren zich aan deze wettelijke plicht kunnen onttrekken door naar Nederland af te reizen, en dat daarom bij de uitvoering en handhaving van de sociale vormingsplicht Nederlandse ondersteuning gewenst is;

constaterende, dat artikel 40 van het Statuut de mogelijkheid biedt tot wederzijdse bijstand binnen het Koninkrijk bij het uitvoeren van juridische vonnissen;

verzoekt de regering met de Nederlands-Antilliaanse overheid nadere afspraken op basis van artikel 40 van het Statuut te maken over de ondersteuning door en in Nederland bij de handhaving van de sociale vormingsplicht en verder bij de aanpak van de jeugdproblematiek in het algemeen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Leerdam

Weekers

Van der Staaij

Sterk

Naar boven