30 800 III
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende inlichtingenen veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2007

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2007

Bij de Regeling van Werkzaamheden van 30 mei jongstleden heeft het lid van uw Kamer, mevrouw Griffith (VVD) mij om een reactie verzocht op de uit huisvuil gehaalde papierresten van het Kabinet der Koningin.

Na de bekendmaking van deze vondsten heb ik eergisterenavond direct aangegeven dat het niet had mogen gebeuren dat bepaalde papierresten tussen het huisvuil zijn beland. De directeur van het Kabinet van de Koningin heeft mij inmiddels ook schriftelijk laten weten dat hij maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen.

Het Kabinet der Koningin heeft informatiebeveiligingsvoorschriften en beschikt over een gescheiden verwerking van huisvuil enerzijds en van gerubriceerde en vertrouwelijke stukken anderzijds. Vorig jaar heeft hierover een bewustwordings-bijeenkomst voor medewerkers plaatsgevonden, welke volgende maand wordt gevolgd door een tweede bijeenkomst.

Op 27 februari jl. is met externe deskundigen doorgenomen hoe vertrouwelijk materiaal binnen het gebouw wordt behandeld. Binnenkort vindt een quick scan informatiebeveiliging plaats door de EDP auditdienst (onder goedkeuring van de Auditdienst van EZ).

Nu desalniettemin een voorval heeft plaatsgevonden is besloten dat voortaan alle stukken alsmede aantekeningen en notities van welke aard ook die niet voor het archief bestemd zijn, vernietigd zullen worden. Daarmee is geantwoord op de vraag welke maatregelen zijn getroffen.

Antwoord op de vraag hoe het mogelijk is geweest dat een aantal papierresten in het huisvuil zijn beland die daar niet hadden mogen belanden, moet worden gezocht in onvolkomenheden van menselijk handelen. In de dagelijks grote stroom van stukken die vernietigd worden en huisvuil dat in prullenbakken wordt gedeponeerd, hebben één of meer individuele medewerkers ten onrechte papierresten vermengd met huisvuil.

Overigens heb ik, gelet de inhoud van de aangetroffen papierresten, geen aanleiding om te vermoeden dat de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis in het geding is geweest met de uit de papierresten bekend geworden gegevens. Zo worden de verschillende onderdelen van de z.g. communicatiekalender, waarvan delen zijn aangetroffen, altijd al enige weken van te voren openbaar.

Ook bij het ministerie van Algemene Zaken, dat immers gescheiden is van de organisatie van het Kabinet der Koningin, laat ik volledigheidshalve de informatiebeveiligingsprocedures en de naleving daarvan doorlichten. Geen enkele organisatie kan immers garanderen dat er nooit fouten worden gemaakt en dat er nooit ongelukken gebeuren. Het blijft echter ieders verantwoordelijkheid om zich in te spannen fouten zoveel als mogelijk te voorkomen en van fouten te blijven leren.

Het ministerie van Algemene Zaken heeft het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst (VIR), het Voorschrift Informatiebeveiliging Rijksdienst Bijzondere Informatie (VIR-BI) en het Beveiligingsvoorschrift Rijksdienst 2005 geïmplementeerd. Dit wordt periodiek getoetst, ook door de onafhankelijke auditdienst. Voorts hanteert het ministerie een rubriceringbesluit en is er een handleiding «Omgaan met gerubriceerde en kwetsbare informatie» – waartoe periodiek en actief voorlichting aan medewerkers plaatsvindt – gekoppeld aan een z.g. Clean Desk beleid – waarmee controle wordt uitgevoerd op de naleving van de regels en de risico’s van onbedoeld verkeerd handelen beperkt worden. Voor het gebruik van e-mail en van internet is tot slot een gedragscode van toepassing die ook de beveiliging omvat en de mogelijkheid tot onderzoek van vermoede inbreuken. Voor zover USB-sticks binnen het ministerie mogen worden gebruikt, is besloten om uitsluitend beveiligde typen te gebruiken.

Voor alle ministeries gelden bovengenoemde voorschriften (VIR en VIR-BI en het Beveiligingsvoorschrift rijksdienst 2005). Het informatiebeveiligingsbeleid voor ministeries berust in algemene zin bij de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Naar boven