30 800 F
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2007

27 622
Mond- en Klauwzeer

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2006

Hierbij bied ik u het rapport «Eindevaluatie departementale MKZ-oefening 2006» aan, waarin de resultaten van de evaluatie van deze oefening zijn beschreven (bijlage 1)1. Het rapport is door Trimension B.V. in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) opgesteld. Trimension B.V. is een extern, onafhankelijk bureau met specifieke expertise op het gebied van crisisbeheersing en het organiseren en evalueren van crisisoefeningen (bijlage 2)1. In deze brief ga ik nader op deze oefening in, conform mijn toezegging gedurende het Algemeen Overleg over het Diergezondheidsfonds van 23 februari 2005 (Tweede Kamerstuk 2004–2005, 29 800 F, nr. 8). Verder wil ik u informeren over een aantal andere crisisoefeningen die het afgelopen jaar door verschillende directies en diensten van mijn departement zijn uitgevoerd (uitvoering van de motie van het lid Ormel c.s. van 26 november 2002 (Tweede Kamer, 2002–2003, 28 474, nr. 4)).

Departementale MKZ-oefening 2006

Op 15 en 16 februari 2006 heeft de departementale mond- en klauwzeer (MKZ)-oefening plaatsgevonden. In deze oefening stonden de toetsing van het herziene beleidsdraaiboek MKZ en het Handboek Crisisbesluitvorming van het ministerie van LNV centraal. Hierbij ging de aandacht met name uit naar enkele nieuwe elementen in het beleidsdraaiboek, de samenwerking tussen de departementale en regionale crisisorganisatie en de communicatie en afstemming met Duitsland. Helaas heeft Duitsland zich op het laatste moment moeten terugtrekken uit de oefening in verband met de uitbraak van Aviaire Influenza (AI) op het Duitse eiland Rügen.

Door een gedegen voorbereiding en een enthousiaste inzet van de deelnemers is de oefening succesvol verlopen. Uit de resultaten van deze tweedaagse oefening is opnieuw het nut van een grootschalige, meerdaagse oefening gebleken. Zo is het een geslaagd middel geweest om de medewerkers meer duidelijkheid te geven over hun rol binnen de crisisorganisatie. De oefening is echter niet alleen positief gewaardeerd door de deelnemers, maar heeft ook een aantal concrete conclusies en aanbevelingen opgeleverd.

Hoofdconclusies en aanbevelingen

De hoofdconclusie van het rapport is dat het ministerie van LNV goed is voorbereid op het beheersen van een MKZ-crisis. De crisisorganisatie functioneert naar behoren, de mensen zijn betrokken en goed voorbereid en LNV laat zien een lerende organisatie te zijn. Een andere belangrijke conclusie is dat het beleidsdraaiboek MKZ een goede basis biedt voor de bestrijding van MKZ. Verder komt uit de resultaten van de oefening een positief beeld naar voren met betrekking tot het functioneren van de Deskundigengroep MKZ en runderpest, die is ingesteld voor onafhankelijke advisering inzake preventie en bestrijding van deze bestrijdingsplichtige dierziekten.

Deze positieve bevindingen nemen echter niet weg dat er ook een aantal verbeterpunten is geconstateerd.

1. Een aantal aanbevelingen heeft betrekking op de verbetering van het functioneren van enkele specifieke onderdelen of functionarissen van de LNV-crisisorganisatie. Hieraan zal in het opleidings- en oefenbeleidsplan voor het komend jaar nadrukkelijk aandacht worden besteed door gerichte opleidingen en (kleinschalige) oefeningen.

2. Het informatiemanagement binnen de LNV-organisatie kan verder worden geprofessionaliseerd door zowel de verantwoordelijkheid hiervoor beter te beleggen, als in verbetering van de (ICT)-infrastructuur te investeren. Bijzonder punt van aandacht is daarbij de informatiestroom tussen het departementale coördinatiecentrum (DCC) en het regionale coördinatiecentrum (RCC) aangezien dit, door de fysieke afstand, een kwetsbare schakel is. Het komende jaar zal dit in een apart project uitgewerkt worden.

3. De rol en positie van de lijnorganisatie ten opzichte van de LNV-crisisorganisatie zullen worden verduidelijkt. Hierbij gaat het erom de werkzaamheden van de beleidsdirecties en uitvoerende diensten beter aan te laten sluiten bij de processen van het DCC ten tijde van crises. Het is van belang dat deze werkzaamheden beter worden ingebed in de structuren van de LNV-crisisorganisatie teneinde de informatiepositie en de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding van het DCC beter te kunnen borgen.

Naast de hierboven beschreven speerpunten zullen ook de overige aanbevelingen van het evaluatierapport de komende periode worden geïmplementeerd teneinde het functioneren van de LNV-crisisorganisatie verder te verbeteren.

Overige crisisoefeningen

Vanwege de talrijke (dreigende) dierziekte-uitbraken van de afgelopen jaren en de verschillende incidenten en crises op het gebied van voedselveiligheid is men zich op mijn departement zeer bewust van de noodzaak van een hoge paraatheid om zo adequaat mogelijk te kunnen reageren op incidenten en crises. Hoewel de uitbraken en dreigingen van uitbraken van het afgelopen jaar op zichzelf reeds goede oefeningen zijn geweest, is er daarnaast ook nog volop geoefend, zowel op beleids- als op uitvoeringsniveau. Naast de departementale MKZ-oefening 2006 heeft er ook een aantal andere oefeningen plaatsgevonden om te toetsen in hoeverre de verschillende samenwerkende organisaties in de veterinaire infrastructuur paraat zijn voor een uitbraak van een dierziekte.

Ten eerste heeft de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) in november 2005 een paraatheidsoefening gehouden, met als scenario een uitbraak van MKZ. Op drie verschillende locaties in Nederland is geoefend vanaf de verdenking van deze dierziekte tot aan de ruiming of noodvaccinatie. Bij deze grootschalige oefening hebben naast de VWA ook de Algemene Inspectiedienst (AID), Dienst Regelingen (DR), de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) en de Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen meegedaan. Uit deze oefening kwam naar voren dat de gehele veterinaire infrastructuur voldoende snel en voortvarend heeft gereageerd op de in scène gezette uitbraak. Op enkele onderdelen van de bestrijdingsaanpak werd geconstateerd dat de reactiesnelheid en de informatievoorziening nog verder kunnen worden verbeterd. Aan de implementatie van deze verbeterpunten wordt momenteel gewerkt.

Voorts hebben in december 2005 en februari 2006 zogenaamde RCC-simulatieoefeningen plaatsgevonden, waarin de samenwerking tussen het RCC en het regionaal bestuur is geoefend. DR heeft in 2006 ingezet op de specifieke oefening van de uitvoerende taken. Zo is in januari van dit jaar een oefening gehouden voor de medewerkers die betrokken zijn bij het proces van taxatie en tegemoetkoming in schade in geval van dierziekte-uitbraken. In april 2006 hebben de VWA en de AID geparticipeerd in een desktopoefening bij het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) in Driebergen. Hierin is de samenwerking geoefend tijdens een uitbraak van AI met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de diverse hulpverlenende organisaties, zoals de politie en brandweer.

Ook de komende periode zal de paraatheid van de verschillende samenwerkende organisaties in de veterinaire infrastructuur worden geoefend. Tevens nemen medewerkers van mijn ministerie jaarlijks deel aan opleidingsmodules op het gebied van crisisbeheersing. Ik zal u in dit kader blijven informeren over de inspanningen die door mijn ministerie worden gepleegd om de crisisparaatheid op peil te houden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven