Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30800-D nr. 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30800-D nr. 5 |
Vastgesteld 16 oktober 2006
De vaste commissie voor Economische Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Op basis waarvan is het voedingspercentage voor 2007 op 40,9% vastgesteld?
Het voedingspercentage inzake gasbaten is in 2007 verlaagd ten opzichte van 2006 (40,9% in 2007 t.o.v. 42,0% in 2006). De neerwaartse aanpassing is nodig omdat door de verlaging van de vennootschapsbelasting (Vpb) in 2007 de gasbaten en daardoor de Fesvoeding zouden toenemen. Dit onbedoelde effect wordt weggenomen door een verlaging van het voedingspercentage. Deze technische aanpassing is derhalve budgettair neutraal voor het Fes.
Waarom is de voeding van het FES voor 2007 en 2008 met 1 miljard euro beperkt?
De bij Voorjaarsnota 2006 aangekondigde lastenverlichting van € 1 mld per jaar wordt gefinancierd uit een verlaging van de Nederlandse bijdrage aan de EU («rebate»). Omdat deze verlaging voor de jaren 2007 en 2008 pas in 2009 beschikbaar komt, is voor 2007 en 2008 voorfinanciering nodig. De voorfinanciering geschiedt uit het Fes.
Kan de regering ingaan op de CPB-kritiek op de innovatieve projecten en hoe verhouden deze projecten zich tot het Fes? Waarom hebben veel ingediende projecten een negatief maatschappelijk rendement?
Het Kabinet heeft zijn besluit over de inzet van de Fes-meevaller 2006 mede gebaseerd op het oordeel van het CPB. Géén van de voorstellen met een ongunstig CPB-oordeel heeft een Fes-bijdrage gekregen.
In zijn publicatie van 4 oktober jl. deelt het CPB mee 16 projecten binnen het innovatiedomein te hebben beoordeeld. Het CPB stelt dat het beeld van de beoordeelde innovatievoorstellen is verbeterd ten opzichte van de vorige ronde in 2005. Voor 9 van deze 16 projecten is het beeld over het maatschappelijk rendement positief of gemengd. Bij de 3 projecten met een gemengd beeld kan volgens het CPB met een aanpassing van de projectaanpak of door een deel van het project uit te voeren alsnog gunstige condities ontstaan om een positief maatschappelijk rendement te realiseren.
De redenen van het CPB voor het uitspreken van een ongunstig beeld over het maatschappelijk rendement kunnen liggen in de legitimiteit van overheidsoptreden, de uitwerking van de voorstellen en de meerwaarde van het voorstel boven reeds bestaande initiatieven.
Vanuit het Fes worden middelen ter beschikking gesteld voor de uitbreiding van het Wageningen Center for Food Sciences (WCFS) tot WCFS+, een onderzoeksprogramma voor starters voor scheidingstechnologie in de creatieve industrie. Binnen het WCFS werken overheid, industrie en onderzoeksinstituten samen. Gaan deze subsidies niet ten koste van de kleinere particuliere bedrijven die eveneens actief zijn in het onderzoek en ontwikkeling op het gebied van biotechnologie? Op welke wijze kunnen deze particuliere biotech ondernemers hiervan mee profiteren?
WCFS+ vormt de eerste fase van het innovatieprogramma Food & Nutrition Delta (FND), dat door meer dan 60 partijen, waaronder multinationals, MKB bedrijven en kennisinstellingen, is opgesteld binnen het sleutelgebied Flowers & Food. Het FND programma heeft als doel om van Nederland de leidende food & nutrition innovatieregio te maken. De tweede fase van het innovatieprogramma FND richt zich op het omzetten van Food & Nutrition kennis, uit onder andere het WCFS, in nieuwe producten, processen en diensten en op het versterken en stimuleren van de innovatiekracht van het MKB. De aanpak in deze tweede fase is er dus juist op gericht om andere bedrijven, waaronder ook kleinere particuliere bedrijven die actief zijn op het gebied van biotechnologie, gebruik te laten maken van kennis uit het WCFS+. Dat gebeurt door ondersteuning van specifiek op het MKB gerichte activiteiten zoals FND haalbaarheidsstudies en FND MKB-innovatieprojecten en van FND innovatieprojecten die zijn gericht op samenwerking tussen bedrijven (waaronder MKB) en kennisinstellingen. Voor deze tweede fase heeft EZ in het kader van het programmatisch innovatiebeleid voor het FND € 63,5 mln. beschikbaar gesteld
De reeds bestaande TTI’s hebben zich nog niet ontwikkeld tot de beoogde «international centers of excellence». Heeft de Minister hier een verklaring voor?
Op 30 januari 2006 is de evaluatie van de bestaande TTI’s aan de Tweede Kamer gestuurd (TK, 2005–2006, 30 300 XIII, nr. 66). Daaruit blijkt dat de reeds bestaande TTI’s veel hebben bereikt. Ondanks dat de TTI’s zich nog niet hebben ontwikkeld tot internationaal gerenommeerde Centres of excellence blijkt uit de evaluatie dat de kennisbasis is versterkt, het reservoir aan onderzoekers is vergroot evenals de oriëntatie van onderzoekers op mogelijke toepassingen. Dit positieve beeld over de TTI’s spoort met eerdere lovende woorden van de OECD over de TTI’s, die door de OECD zijn bestempeld als internationaal goede voorbeelden van publiek-private samenwerking in R&D. Doorgaan met deze tripartiete aanpak van overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven gericht op meerjarig pre-concurrentieel onderzoek is wenselijk, ofwel door middel van inbedding in de Innovatieprogramma’s ofwel met inzet van Fes- of Smartmix-middelen. Met de Fes-bijdrage voor het TTI Water wordt hieraan gevolg gegeven. Bij de monitoring van dit TTI zal extra aandacht zijn voor het genoemde internationale aspect.
Waarom gaat de regering, voor de berekening van de aardgasbaten, voor 2007 uit van een olieprijs per vat van 55 dollar en voor 2008 van 26 dollar? Is dit een juiste manier van begroten? Op deze manier worden toch nu al bij voorbaat toekomstige meevallers gegenereerd? Is het waar dat de begroting en de raming op die manier geen getrouw beeld geven van de financiële situatie van de overheid? Waarom zit er een verschil in de geraamde olieprijs tussen de begroting van het FES en die van EZ (70 vs 55 euro per vat)?
De CPB-ramingen voor elke kabinetsperiode vormen de basis voor de ramingen van de olieprijzen in de begroting. Voor de olieprijzen na de kabinetsperiode is de gebruikelijke systematiek dat de oorspronkelijk geraamde olieprijs in het laatste jaar van de kabinetsperiode wordt geëxtrapoleerd ($26).
De CPB-ramingen worden tweemaal per jaar geactualiseerd voor de jaren t en t+1 binnen de kabinetsperiode. In de Rijksbegroting 2007 is voor het jaar 2007 conform de geactualiseerde ramingen van het CPB uitgegaan van een olieprijs van $70.
De jaren na 2007 betreffen een nieuwe kabinetsperiode. Hiervoor maakt het CPB nieuwe meerjarige ramingen die naar verwachting zullen leiden tot een opwaartse bijstelling t.o.v. $26. Het Kabinet is in de begroting 2007 niet vooruitgelopen op de nieuwe ramingen voor 2008 en later.
In de EZ-begroting 2007 is abusievelijk een gedateerde versie van de tabel met kengetallen over de gasbaten opgenomen. In de Fes-begroting 2007 zijn wel de juiste kengetallen opgenomen. Onderstaande tabel geeft de juiste tabel voor de EZ-begroting 2007 weer.
Kengetallen | Waarde 2005 | Waarde 2006 | Waarde 2007 | Waarde 2008 |
---|---|---|---|---|
Hoeveelheid | ||||
Productie (mrd m3) | 73 | 79 | 80 | 79 |
Euro/dollarkoers | 1,24 | 1,24 | 1,25 | 1,20 |
Olieprijs (dollar/ vat) | 54,40 | 68 | 70 | 26 |
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het versnellen van FES-projecten in Limburg als gevolg van het NedCar-debat? Welke keuzes zijn hierover gemaakt en hoe helpen deze keuzes Limburg en de regio rondom Born? Hoeveel concrete banen leveren deze keuzes op?
Uw vraag refereert aan de opmerkingen die de Staatssecretaris van Economische Zaken heeft gemaakt tijdens het NedCar-debat van 27 april 2006. Tijdens dit debat heeft zij aangegeven dat er via het Ministerie van Economische Zaken 5 projecten in de FES-procedure zaten met een relatie tot Limburg. Daarbij zegde ze toe deze projecten zo goed mogelijk voor te bereiden en waar mogelijk in de tijd een extra versnelling geven, zodat ze meegenomen konden worden met de recent afgeronde FES-ronde.
Eén project, te weten het Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) is positief beoordeeld en daarom gehonoreerd met een bedrag van € 150 mln. Dit is een project dat naar verwachting 450 directe arbeidsplaatsen oplevert. Het project is in oorsprong ontwikkeld door het Academisch Ziekenhuis Maastricht, de Universiteit Maastricht, de Technische Universiteit Eindhoven en Philips Research en vervolgens samen met veel andere Nederlandse partijen uitgewerkt tot het CTMM initiatief. Een prachtig voorbeeld van samenwerking tussen Limburg en Brabant in de Technologische Topregio Zuidoost Nederland.
Twee ruimtelijke FES-projecten zijn gemengd beoordeeld, te weten Klavertje Vier bij Venlo en de A2-zone rond Eindhoven. Het Kabinet ziet ze als nuttige projecten die op dit moment verder worden geoptimaliseerd zodat een duidelijker zicht komt op de baten in relatie tot de kosten. Beide projecten kunnen aanspraak maken op de € 250 mln. voor de uitvoering van de Nota Ruimte die in de periode 2007–2010 versneld kan worden uitgegeven. Beide aanvragen hebben betrekking op projecten die zelf niet of nauwelijks extra arbeidsplaatsen met zich brengen, maar die wel randvoorwaardelijk zijn voor de economische ontwikkeling in deze gebieden. In Eindhoven betreft het investeringen in het onderliggend wegennet aansluitend op de A2. Hierdoor worden belangrijke economische gebieden optimaal ontsloten op de in 2010 verbrede A2. In Venlo gaat het om een samenstel van projecten: verbetering van de interne ontsluiting van het gebied Klavertje 4 inclusief een nieuwe aansluiting op de A73, een nieuwe railterminal, duurzame inrichting van glastuinbouwgebieden en natuurontwikkeling in Venlo-west.
Twee projecten, te weten de Internationale School Eindhoven en Witte Biotechnologie, zijn afgevallen, omdat ze onvoldoende scoorden in de toetsing door het Centraal Planbureau en de Commissie van Wijzen.
Tot slot: in de NedCar-brief is ook gesproken over het project Biomedische Materialen (BMM). Op dit moment werken de betrokken partijen hard aan beantwoording van de opmerkingen die zijn gemaakt door het Centraal Plan Bureau en de Commissie van Wijzen. Het aangepaste voorstel zal eind dit jaar opnieuw worden getoetst. In januari 2007 besluit het Kabinet over het aangepaste voorstel.
Waarom wordt een wet voorbereid die het mogelijk maakt om geld te lenen voor andere doeleinden dan structuurversterkende doelen? Waarom wordt daarvoor niet gewoon een ander fonds opgericht? Is het FES te vergelijken met een bank? Hoeveel personeelscapaciteit wordt er ingezet voor het FES? Hoe verhoudt zich het genoemde wetsvoorstel tot de verminderde EU-afdracht van ca. 1 miljard euro?
Tijdens het debat over de Voorjaarsnota 2006 is gevraagd of een wetswijziging nodig is om geld voor te financieren uit het Fes. Een wetswijziging is bij een beperking van de voeding inderdaad nodig met het oog op consistentie in de vaststelling van de ontvangsten van het Fes. Het Kabinet heeft hierin voorzien in het Belastingplan 2007. Hierin is o.a. voorgesteld de voeding van het Fes met € 1 mld. te verlagen in verband met de voorfinanciering van de lastenverlichting.
Er is geen sprake van een algemene wet die het mogelijk maakt voor te financieren uit het Fes; het Fes is geen bank. Het betreft enkel dit specifieke voorstel.
De personele capaciteit die wordt ingezet voor het Fes is niet exact in Fte’s aan te geven omdat diverse ambtenaren, verspreid over meerdere departementen, een deel van hun tijd besteden aan (bepaalde aspecten van) het Fes. Op de betrokken departementen zijn diverse mensen bezig met de voorbereiding van projecten. Over de selectie van Fes-projecten vindt overleg plaats in interdepartementale gremia, zoals de Interdepartementale Commissie voor de Ruimtelijke Economie (ICRE) en de Commissie voor Wetenschaps-, Technologie- en Informatiebeleid (CWTI). Ook is sprake van toetsing van projecten door het CPB en een Commissie van Wijzen. Daarna wordt door de Fesbeheerders EZ en Financiën besluitvorming door het Kabinet voorbereid en wordt de Fes-begroting opgesteld. Alle Fes-projecten worden vervolgens opgenomen in de betrokken departementale begrotingen, waarna de projecten worden uitgevoerd. Het betreft derhalve een breed scala aan werkzaamheden dat verweven is met de gehele Rijksdienst.
Op welke manier zouden de Fes-criteria kunnen worden aangescherpt? Ligt een verbreding van de doelstellingen voor de hand of juist meer focus op economische structuurversterking in de meer strikte zin van het woord?
De Studiegroep Begroting heeft een advies gegeven over het Fes ten principale, waarin onder andere wordt ingegaan op de Fes-criteria. Het betreft een advies aan een nieuw Kabinet. Het is derhalve aan een nieuw Kabinet om een kabinetsstandpunt in te nemen over de Fes-criteria en een eventuele verbreding of versmalling daarvan.
Voor 2007 is uit het Fes € 1,9 miljard beschikbaar voor nieuwe projecten. Het Kabinet heeft, in tegenstelling tot de aanvankelijk gelijke verdeling van de FES-gelden tussen enerzijds ruimtelijke- en infrastructuurprojecten en anderzijds plannen op het terrein van kennis en innovatie, besloten meer geld uit te trekken voor dat laatste. Voor kennis en innovatie is voor 2007 293 miljoen euro beschikbaar. Kan de Minister deze extra uitgaven aan innovatie onderbouwen? Op welke manier wordt de effectiviteit van de aanwending van deze innovatiesubsidies gegarandeerd?
Het Kabinet is bij de toewijzing van de € 1,9 miljard nauw aangesloten bij de beoordelingen van het CPB en de Commissie van Wijzen ICES/KIS (voor de innovatievoorstellen). Vanwege de overwegend gunstige beoordelingen van de innovatievoorstellen heeft het Kabinet besloten om voor het innovatiedeel meer Fes-middelen beschikbaar te stellen dan oorspronkelijk was voorzien. Dat heeft ertoe geleid dat aan innovatieprojecten in totaal € 293 mln. aan Fes-middelen is toegekend. Aan onderwijsprojecten resp. projecten op het ruimtelijk-economisch domein is uit het Fes € 520 mln. resp. € 394 mln. beschikbaar gesteld Het resterende deel van de beschikbare middelen wordt de komende jaren ingezet voor versnelling van infrastructuurprojecten, onderhoud aan weg en spoor en waterveiligheid. Na 2011 komen de middelen die zijn ingezet voor versnelling weer beschikbaar in het Fes.
De Fes-bijdragen zijn toegekend aan de best beoordeelde voorstellen. Géén van de voorstellen met een ongunstig CPB-oordeel heeft een Fes-bijdrage gekregen. Met het oog op de verdere versterking van de gehonoreerde projecten zullen de Fes-beheerders bij de beschikbaarstelling van de Fes-middelen de door het CPB en de Commissie van Wijzen ICES/KIS geplaatste opmerkingen in voorwaarden vertalen. De verantwoordelijke bewindspersonen zullen deze voorwaarden in de subsidietoezeggingen aan de projecten opnemen en toezien op de naleving ervan.
Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Ondervoorzitter, Timmermans (PvdA), Vendrik (GL), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Slob (CU), Van den Brink (LPF), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Van Velzen (SP), Varela (LPF), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Jonker (CDA), Jungbluth (GL) en Irrgang (SP).
Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), Van Hijum (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Koenders (PvdA), Duyvendak (GL), Joldersma (CDA), Van Egerschot (VVD), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vacature (algemeen), Vacature (LPF), Atsma (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Van Dijk (CDA), Van Gent (GL) en Gerkens (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30800-D-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.