30 698
Voorstel van de leden Van der Ham en Duyvendak tot wijziging van het Reglement van Orde

nr. 2
VOORSTEL

Het Reglement van Orde wordt als volgt gewijzigd.

Hoofdstuk XIA wordt als volgt gewijzigd:

I

Het opschrift komt te luiden:

HOOFDSTUK XIA. KABINETS(IN)FORMATEURS

II

Onder vernummering van artikel 139a tot artikel 139b wordt een nieuw artikel 139a ingevoegd, dat luidt:

Artikel 139a. Voordracht van kabinets(in)formateur(s)

1. In de eerste vergadering van de Kamer na haar verkiezing beraadslaagt de Kamer over het doen van een voordracht aan de Koning voor de benoeming van een formateur of informateur dan wel formateurs of informateurs.

2. Na afronding van een opdracht tot kabinetsinformatie, beraadslaagt de Kamer binnen een week na de dag waarop de opdracht is afgerond over het doen van een voordracht aan de Koning voor de benoeming van een formateur dan wel formateurs.

3. Indien een formateur of informateur zijn opdracht aan de Koning heeft teruggegeven, beraadslaagt de Kamer binnen een week na de dag waarop de opdracht is teruggegeven over het doen van een nieuwe voordracht aan de Koning voor de benoeming van een formateur of informateur dan wel formateurs of informateurs.

4. Indien de Kamer besluit tot het doen van een voordracht als bedoeld in de voorgaande leden, laat zij de voordracht vergezeld gaan van een opdracht.

Toelichting

Artikel 153, eerste lid bepaalt dat ieder lid een voorstel kan indienen. De initiatiefnemers maken van dit recht gebruik in een poging om Hoofdstuk XIA te wijzigen, zodat de Tweede Kamer een grotere invloed op de formatie krijgt, en de formatie aan openheid wint.

Het wijzigen van de manier waarop de kabinetsformatie in Nederland geschiedt, is de afgelopen 40 jaar bij herhaling onderwerp van debat geweest. In 1969 adviseerde de meerderheid van de Staatscommissie van advies inzake de Grondwet en Kieswet (Commissie Cals–Donner) in de Grondwet een stemming over de kabinetsformateur op te nemen. De kandidaat die de volstrekte meerderheid van de stemmen zou behalen, zou automatisch worden belast met de vorming van het nieuwe kabinet. In 1970 dienden de kamerleden Van Thijn (PvdA), Goudsmit (D66) en Aarden (PPR) een initiatiefwetsvoorstel in met deze strekking. Dit wetsvoorstel werd door de Tweede Kamer verworpen. Wel werd tijdens dit debat de motie-Kolfschoten aangenomen waarin de Kamer werd aangespoord «in een openbare beraadslaging te onderzoeken of een oordeel kan worden uitgesproken omtrent een door het staatshoofd te benoemen kabinetsformateur». Deze beraadslaging leverde vervolgens geen voordracht op, en werd bij navolgende verkiezingen niet meer herhaald. Uit het debat over haar Nota inzake het Grondwetsherzieningsbeleid uit 1974, waarin de regering zich voorstander toonde van een stemming over de aanwijzing van de formateur, trok de regering de conclusie dat het indienen van voorstellen met die strekking niet opportuun was.

In 1984 stelde de Staatscommissie van advies inzake de relatie kiezers-beleidsvorming (commissie-Biesheuvel) voor in de wet een verplichting voor de Tweede Kamer op te nemen om een bindende voordracht aan de Koning te doen voor de benoeming van de kabinetsformateur. Dit voorstel werd door zowel regering als Kamer afgekeurd. Vervolgens beval de Tweede externe commissie vraagpunten staatskundige, bestuurlijke en staatsrechtelijke vernieuwingen (Commissie-De Koning) in 1993 aan om bij wet vast te leggen dat na de Tweede Kamerverkiezingen de nieuw gevormde Tweede Kamer aan de Koning een kabinetsformateur voordraagt die in beginsel tevens de beoogde minister-president zal zijn. Ook dit voorstel werd door de Kamer van de hand gewezen. Meest recentelijk stelde de Nationale Conventie in 2006 in haar (concept) eindrapport voor dat de Tweede Kamer zo snel mogelijk na de verkiezingen in nieuwe samenstelling in het openbaar beraadslaagt over de uitslag van de verkiezingen. Dit debat kan resulteren in de voordracht van een (in)formateur. Indien de Kamer besluit om een informateur voor te dragen, dan kan – na afronding van zijn opdracht – de Kamer in een tweede openbaar debat ertoe besluiten een formateur voor te dragen, en deze de opdracht te geven een door hem te leiden kabinet te vormen.

Onderhavig voorstel strekt er in de eerste plaats toe om binnen het huidige constitutionele en wettelijke kader de democratische legitimatie van het formatieproces te vergroten door de Tweede Kamer een grotere invloed te geven op de benoeming van de (in)formateur(s). Bovendien maakt de voorgestelde toevoeging een meer volledige publieke verantwoording door de betrokkenen bij de politieke besluitvorming in het kader van het formatieproces mogelijk. Tevens zal in een eerder stadium dan nu openlijk verantwoording dienen te worden afgelegd door betrokkenen. Daardoor wordt de gelegenheid voor verkeerde en verwarrende speculaties in de publiciteit beperkt.

De initiatiefnemers zou daartoe de volgende bepalingen in het Reglement van Orde willen opnemen. In de eerste vergadering van de Tweede Kamer in nieuwe samenstelling na de verkiezingen beraadslaagt de Kamer in het openbaar over de uitslag van de verkiezingen. Dit debat heeft tot doel te komen tot de voordracht van een formateur of formateurs. Indien gewenst kan ook een informateur of informateurs worden voorgedragen. Als tot een voordracht voor benoeming wordt gekomen, stelt de Kamer tevens een opdracht op voor de voorgedragen (in)formateur(s). Na afronding van de opdracht van een informateur beraadslaagt de Kamer binnen een week opnieuw over het doen van een voordracht aan de Koning van een formateur, en stelt ook voor hem een opdracht op. Indien een (in)formatiepoging mislukt en de (in)formateur zijn opdracht aan de Koning teruggeeft, beraadslaagt de Kamer binnen een week opnieuw over het doen van een nieuwe voordracht. Initiatiefnemers menen dat deze wijzigingen een bescheiden maar belangrijke stap in de richting van een opener proces van de formatie vormen.

Als het voorstel van het lid Halsema tot wijziging van artikel 139a van het Reglement van Orde wordt aangenomen voordat onderhavig voorstel wordt aangenomen, dan dient de nummering dienovereenkomstig te worden aangepast.

Van der Ham

Duyvendak

Naar boven