Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij verzocht om een nadere toelichting
met betrekking tot de planning van de behandeling van de Wet op de lijkbezorging (Wlb).
In mijn brief van 17 januari jl.1 heb ik uiteengezet hoe ik tot vernieuwing van de Wlb wil komen. Centraal daarin staat
het advies van de Gezondheidsraad over de toelaatbaarheid van nieuwe technieken voor
lijkbezorging. De commissie uit de Gezondheidsraad die zich over dit advies buigt,
is voor de zomer geïnstalleerd. Ik verwacht het advies, dat mogelijk ook gevolgen
kan hebben voor bestaande vormen van lijkbezorging, in het voorjaar van 2020.
Vernieuwing van de Wlb richt zich ook op de bestaande vormen van lijkbezorging. De
voorbereidingen hiervoor zijn in gang gezet. Voor de vernieuwing van de Wlb ben ik
gesprekken gestart met brancheorganisaties, beroepsverenigingen, de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten en het Openbaar Ministerie, dit alles in afstemming met mijn
ambtsgenoten van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Justitie en Veiligheid. Het
overleg richt zich op de onderwerpen die ik heb genoemd in mijn brief van 17 januari
jl., zoals bijvoorbeeld de verkorting van de termijn voor het ophalen van de asbus
en de aanbevelingen van de Taskforce lijkschouw en gerechtelijke sectie. Uiteraard
betrek ik bij de voorbereiding van de vernieuwing van de Wlb ook de moties zoals aangenomen
naar aanleiding van het notaoverleg «Naar een moderne uitvaartwet» van 27 mei (Kamerstuk
35 077, nr. 12), zoals uiteen gezet in mijn brief van 28 juni.2 Ik zal uw Kamer medio november dit jaar informeren over de voortgang van deze voorbereidingen.
Mijn streven is om direct na het zomerreces van 2020 uw Kamer te informeren over het
kabinetsstandpunt ten aanzien van het advies van de Gezondheidsraad en over de precieze
inhoud en nadere planning van het wetstraject voor de vernieuwing van de Wlb. Ik zal
daarbij ook ingaan, conform het verzoek van de heer Middendorp, op elementen van digitale
nalatenschap. Dit vraagstuk wordt momenteel verkend in overleg met het Ministerie
van Justitie en Veiligheid.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren