Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30694 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30694 nr. 2 |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat uit de eerste ervaringen met de systemen voor de handel in broeikasgas- en NOx-emissierechten is gebleken dat de regelgeving met betrekking tot deze systemen in de Wet milieubeheer enige verduidelijking en verbetering behoeft;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.1, eerste lid, wordt «richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen» telkens vervangen door: richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen.
In artikel 2.5 wordt «broeikasgasemissierechten» vervangen door: broeikasgasemissierechten, emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties.
Artikel 2.16a komt te luiden:
Onverminderd de artikelen 16.8 en 18.3 stemmen het bestuur van de emissieautoriteit en de betrokken andere bestuursorganen, bedoeld in artikel 2.16, eerste lid, onderling de uitoefening van de taken af, waarmee zij zijn belast bij of krachtens de hoofdstukken 8, 16 of 18 van deze wet of artikel 40 van de Mijnbouwwet.
In artikel 8.12, derde lid, wordt «richtlijn nr. 76/464/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd, en de ter toepassing daarvan geldende richtlijnen» vervangen door: richtlijn nr. 2006/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd (PbEU L 64), en de in bijlage IX bij de kaderrichtlijn water genoemde richtlijnen.
In artikel 8.13a, tweede lid, onder a, wordt na «de directe emissie van broeikasgassen» ingevoegd: waarop de in artikel 16.5, eerste lid, vervatte verboden betrekking hebben.
In artikel 16.1 wordt het begrip «monitoringsprotocol» en de daarbij behorende begripsbepaling vervangen door: monitoringsplan: plan als bedoeld in artikel 16.6, tweede lid;.
In de artikelen 16.5, 16.8, 16.10, 16.11, 16.12, 16.13, 16.14 en 16.49 wordt «monitoringsprotocol» telkens vervangen door: monitoringsplan.
Artikel 16.5 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel b vervalt;
b. De onderdelen c en d worden geletterd b en c;
c. Onderdeel b (nieuw) komt te luiden:
b. een inrichting te veranderen of de werking daarvan te veranderen op zodanige wijze dat dit een significante toename van de emissie van broeikasgassen in de lucht tot gevolg heeft;.
2. In het tweede lid vervalt: als bedoeld in het eerste lid.
3. Het derde lid vervalt.
Artikel 16.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «protocol» vervangen door: monitoringsplan.
2. In het derde lid wordt «de richtsnoeren die de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft vastgesteld» vervangen door: de beschikking die de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft vastgesteld.
In artikel 16.7 wordt «een besluit krachtens artikel 16.5, eerste lid,» vervangen door: de beschikking op de aanvraag om een vergunning.
Artikel 16.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «bevoegd is te beschikken op de aanvraag om een vergunning» vervangen door: bevoegd is een vergunning te verlenen.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het bestuur van de emissieautoriteit stelt het betrokken andere bestuursorgaan, bedoeld in het eerste lid, gedurende vier weken in de gelegenheid advies uit te brengen over het monitoringsplan met het oog op de samenhang tussen dit plan en de aanvraag of vergunning, bedoeld in artikel 8.1 van deze wet of artikel 40 van de Mijnbouwwet.
Artikel 16.12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:
1°. in de aanhef vervalt «waarvoor krachtens artikel 16.5, eerste lid, een vergunning is verleend,»;
2°. onderdeel 2° vervalt onder vernummering van de onderdelen 3° en 4° tot de onderdelen 2° en 3°;
b. de onderdelen e en f vervallen onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.
2. Het tweede lid vervalt.
3. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.
4. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
3. Eisen die krachtens het tweede lid worden gesteld, voldoen in elk geval aan de beschikking die de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft vastgesteld op grond van artikel 14, derde lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten.
5. Er worden vier leden toegevoegd, luidende:
4. In een vergunning kan worden bepaald dat:
a. een verandering, anders dan bedoeld in artikel 16.5, eerste lid, onder b of c, of
b. een tijdelijke afwijking van het monitoringsplan aan het bestuur van de emissieautoriteit wordt gemeld overeenkomstig de krachtens het vijfde lid gestelde regels.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het melden van een verandering of afwijking als bedoeld in het vierde lid. Aan deze regels kan terugwerkende kracht worden verleend tot en met 1 januari 2005.
6. In een vergunning kan worden bepaald dat een verandering of afwijking als bedoeld in het vierde lid, voordat zij ten uitvoer wordt gebracht, de goedkeuring behoeft van het bestuur van de emissieautoriteit.
7. Indien toepassing is gegeven aan het zesde lid, kan het bestuur van de emissieautoriteit goedkeuring onthouden:
a. indien dit naar zijn oordeel nodig is in het belang van de goede werking van het systeem van handel in emissierechten;
b. op grond dat het, gezien de aard of omvang van de betrokken verandering, naar zijn oordeel noodzakelijk is de vergunning te wijzigen.
In artikel 16.13, eerste lid, onder b, wordt «de ontwikkelingen» vervangen door: ontwikkelingen.
Artikel 16.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «keurt de verificateur het verslag af» vervangen door: geeft de verificateur geen verklaring af als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder c.
2. In het derde lid wordt «de richtsnoeren die de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft vastgesteld» vervangen door: de beschikking die de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft vastgesteld.
Artikel 16.15 komt te luiden:
Het bestuur van de emissieautoriteit zendt het betrokken andere bestuurorgaan, bedoeld in artikel 16.8, eerste lid, een exemplaar van het voor de betrokken inrichting opgestelde emissieverslag en de daarbij gevoegde verklaring van de verificateur.
Artikel 16.16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, eerste volzin, en in het tweede lid wordt «verklaren» vervangen door: vaststellen.
2. De tweede volzin van het eerste lid komt te luiden: Het bestuur van de emissieautoriteit kan de beslissing voor ten hoogste drie maanden verdagen.
Aan artikel 16.17 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voordat het bestuur van de emissieautoriteit deze gegevens ambtshalve vaststelt, stelt het de betrokken persoon in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen.
Artikel 16.20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt: dan wel alsnog voorschriften aan een vergunning verbinden,.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Met betrekking tot de beslissing ter zake zijn de artikelen 16.7, 16.8 en 16.9 van overeenkomstige toepassing.
3. In het vierde en vijfde lid wordt «de artikelen 16.5, derde lid, tot en met 16.12» vervangen door: de artikelen 16.6 tot en met 16.12.
Na artikel 16.20 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Op aanvraag van de vergunninghouder kan het bestuur van de emissieautoriteit de vergunning wijzigen, aanvullen of intrekken.
2. Met betrekking tot de beslissing ter zake zijn de artikelen 16.6 tot en met 16.12 van overeenkomstige toepassing.
1. Het bestuur van de emissieautoriteit kan een vergunning intrekken, indien:
a. met betrekking tot de inrichting een krachtens artikel 8.25 genomen beschikking in werking is getreden;
b. deze titel niet meer op de inrichting van toepassing is.
2. In de beschikking tot intrekking kan worden bepaald dat aan de vergunning verbonden voorschriften gedurende een daarbij aangegeven termijn blijven gelden.
3. Op de voorbereiding van een beschikking krachtens het eerste lid is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Artikel 16.23, eerste lid, komt te luiden:
1. Onze Ministers stellen gezamenlijk een plan vast waarin voornemens zijn opgenomen met betrekking tot de toewijzing van broeikasgasemissierechten.
Artikel 16.25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. in onderdeel a wordt «krachtens artikel 16.5, eerste lid, onder a of b» vervangen door: krachtens artikel 16.5, eerste lid;
b. onderdeel c vervalt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een punt.
2. Het derde lid vervalt.
In artikel 16.26, eerste lid, tweede volzin, wordt «besluit» vervangen door: plan.
Artikel 16.29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De eerste volzin komt te luiden: Onverminderd artikel 16.31 beslissen Onze Ministers met betrekking tot elke planperiode gezamenlijk over de toewijzing van broeikasgasemissierechten.
2. In onderdeel a wordt voor «het totale aantal broeikasgasemissierechten» ingevoegd: een aanduiding van.
3. In onderdeel b vervalt «die».
4. In de onderdelen c en d wordt na de dubbele punt ingevoegd: een aanduiding van.
Artikel 16.31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging van het nationale toewijzingsbesluit is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
2. De eerste volzin van het tweede lid komt te luiden: Het besluit tot wijziging van het nationale toewijzingsbesluit wordt genomen binnen tien weken na de dag waarop de tussenuitspraak, bedoeld in artikel 20.5a, in het openbaar is uitgesproken.
Artikel 16.32 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde, vierde en vijfde lid wordt «het geldende nationale toewijzingsplan» telkens vervangen door: het betrokken nationale toewijzingsplan.
2. In het derde lid wordt «het geldende nationale toewijzingsbesluit» vervangen door: het betrokken nationale toewijzingsbesluit.
3. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt «1 juli» vervangen door: 1 september.
4. Het zesde lid komt te luiden:
6. Broeikasgasemissierechten worden toegewezen vanaf het tijdstip waarop de inrichting in werking is gesteld of naar verwachting in werking zal worden gesteld. Een besluit als bedoeld in tweede lid bevat een aanduiding van het gedeelte van het aantal broeikasgasemissierechten dat per kalenderjaar in de betrokken planperiode overeenkomstig artikel 16.35, tweede lid, zal worden verleend.
Artikel 16.33 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «1 juli» telkens vervangen door: 1 september.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Op de voorbereiding van het besluit, bedoeld in artikel 16.32, tweede lid, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met uitzondering van artikel 3:18.
3. In het vijfde lid wordt «voor 1 oktober» vervangen door: uiterlijk 31 december.
Artikel 16.34 vervalt.
Artikel 16.35 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste, tweede en derde lid vervallen.
2. Onder vernummering van het vierde lid tot het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
1. Broeikasgasemissierechten worden overeenkomstig artikel 40 of 46 van de EG-verordening registratie van handel in broeikasgasemissierechten verleend aan degene die de inrichting drijft. Verlening van broeikasgasemissierechten vindt slechts plaats, indien voor de betrokken inrichting een vergunning als bedoeld in artikel 16.5, eerste lid, is verleend.
2. Voorzover het betrokken nationale toewijzingsbesluit daarin voorziet, verleent het bestuur van de emissieautoriteit voor een inrichting als bedoeld in artikel 16.25, tweede lid, onder a, voor 1 maart van elk betrokken kalenderjaar een gedeelte van het aantal broeikasgasemissierechten dat voor die inrichting is toegewezen in het besluit, bedoeld in artikel 16.32, tweede lid. Het eerste lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 16.42, eerste lid, komt te luiden:
1. Nietigheid of vernietiging van de overeenkomst die tot de overdracht heeft geleid, of onbevoegdheid van degene die overdraagt, heeft, nadat de overdracht is voltooid, geen gevolgen voor de geldigheid van de overdracht.
Artikel 16.49 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. onderdeel b vervalt;
b. de onderdelen c en d worden geletterd b en c;
c. onderdeel b (nieuw) komt te luiden:
b. een inrichting te veranderen of de werking daarvan te veranderen op zodanige wijze dat dit een significante toename van de emissie van stikstofoxiden in de lucht tot gevolg heeft;.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16.6 tot en met 16.22 is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16.6, derde lid, tweede volzin, artikel 16.12, derde lid, en artikel 16.14, derde lid, tweede volzin, en met dien verstande dat:
a. artikel 16.6, tweede lid, artikel 16.12, eerste lid, onder a en b, onder 1°, en tweede lid, onder b, en artikel 16.13, eerste lid, geen betrekking hebben op het grondstofgebruik;
b. voorzover in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 16.50 het aantal NOx-emissierechten, bedoeld in dat artikel, is vastgesteld per eenheid product: artikel 16.6, tweede lid, artikel 16.12, eerste lid, onder a en b, onder 1°, en tweede lid, onder b, en artikel 16.13, eerste lid, mede betrekking hebben op de productie;c. het bestuur van de emissieautoriteit kan, indien bij toepassing van artikel 16.17 gegevens ambtshalve worden vastgesteld, bepalen dat deze gegevens gelden met ingang van 30 april van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop die gegevens betrekking hebben.
Artikel 16.51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «de betrokken persoon» vervangen door: degene die de inrichting drijft,.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien toepassing is gegeven aan artikel 16.49, tweede lid, onder c, kan het bestuur van de emissieautoriteit, in afwijking van het eerste lid, in naam van degene die de inrichting drijft, NOx-emissierechten inleveren. Artikel 16.52 is van overeenkomstige toepassing. Als datum van inlevering geldt 30 april van het kalenderjaar, bedoeld in artikel 16.49, tweede lid, onder c.
In artikel 16.58, vierde lid, wordt «het openen en bijhouden» vervangen door: het openen, bijhouden en opheffen.
In artikel 18.6a, eerste lid, en 18.16a, eerste lid, wordt «artikel 16.12, derde lid, artikel 16.12, derde lid, in verbinding met artikel 16.49, tweede lid» vervangen door: artikel 16.12, tweede lid, artikel 16.12, tweede lid, in verbinding met artikel 16.49, tweede lid.
In artikel 20.5a, vijfde lid, wordt na «Voor de toepassing van» ingevoegd: hoofdstuk II,.
In artikel 21.6, vierde lid, wordt «16.12, derde lid» vervangen door: 16.12, tweede lid.
In artikel I, onderdeel C, van de Implementatiewet EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten wordt artikel 2.16 als volgt gewijzigd:
1. De tweede volzin van het tweede lid komt te luiden: Dit vertrouwelijk karakter kan voortvloeien uit de aard van de gegevens, dan wel uit het feit dat personen deze aan de bestuursorganen, bedoeld in het eerste lid, hebben verstrekt onder het beding dat zij als vertrouwelijk zullen gelden.
2. De eerste en tweede volzin van het derde lid komen te luiden: De bestuursorganen, bedoeld in het eerste lid, stellen gezamenlijk een informatiestatuut vast. Het statuut bevat inhoudelijke en procedurele voorschriften met betrekking tot de in dit artikel bedoelde informatie-uitwisseling tussen de emissieautoriteit enerzijds en de overige betrokken organen anderzijds.
Indien het bij koninklijke boodschap van 5 juli 2006 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer ter uitvoering van verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 386) (Uitvoeringswet EG-verordening register handel in broeikasgasemissierechten) (30 639) tot wet is verheven en eerder in werking treedt dan deze wet, wordt artikel I van deze wet als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel BB komt te luiden:
Artikel 16.35 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1. Broeikasgasemissierechten worden overeenkomstig artikel 40 of 46 van de EG-verordening registratie van handel in broeikasgasemissierechten verleend aan degene die de inrichting drijft. Verlening van broeikasgasemissierechten vindt slechts plaats, indien voor de betrokken inrichting een vergunning als bedoeld in artikel 16.5, eerste lid, is verleend.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voorzover het betrokken nationale toewijzingsbesluit daarin voorziet, verleent het bestuur van de emissieautoriteit voor een inrichting als bedoeld in artikel 16.25, tweede lid, onder a, voor 1 maart van elk betrokken kalenderjaar een gedeelte van het aantal broeikasgasemissierechten dat voor die inrichting is toegewezen in het besluit, bedoeld in artikel 16.32, tweede lid. Het eerste lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing. De verlening vindt plaats overeenkomstig artikel 42 van de EG-verordening registratie van handel in broeikasgasemissierechten voorzover het betreft de planperiode die loopt van 2005 tot en met 2007, dan wel artikel 48 van die verordening voorzover het betreft latere planperiodes.
2. Onderdeel DD komt te luiden:
Artikel 16.49 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. onderdeel b vervalt;
b. de onderdelen c en d worden geletterd b en c;
c. onderdeel b (nieuw) komt te luiden:
b. een inrichting te veranderen of de werking daarvan te veranderen op zodanige wijze dat dit significante gevolgen heeft voor de emissie van stikstofoxiden in de lucht;.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16.6 tot en met 16.22 is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16.6, derde lid, tweede volzin, artikel 16.12, derde lid, en artikel 16.14, derde lid, tweede volzin, en met dien verstande dat:
a. artikel 16.6, tweede lid, artikel 16.12, eerste lid, onder a en b, onder 1°, en tweede lid, onder b, en artikel 16.13, eerste lid, geen betrekking hebben op het grondstofgebruik;
b. voorzover in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 16.50 het aantal NOx-emissierechten, bedoeld in dat artikel, is vastgesteld per eenheid product: artikel 16.6, tweede lid, artikel 16.12, eerste lid, onder a en b, onder 1°, en tweede lid, onder b, en artikel 16.13, eerste lid, mede betrekking hebben op de productie;
c. voor de toepassing van artikel 16.17 in plaats van «op basis van bedoelde eisen» wordt gelezen «op basis van een redelijke schatting»;
d. het bestuur van de emissieautoriteit kan, indien bij toepassing van artikel 16.17 gegevens ambtshalve worden vastgesteld, bepalen dat deze gegevens gelden met ingang van 30 april van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop die gegevens betrekking hebben.
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2. Artikel I, onderdeel L, met uitzondering van onderdeel 5, onder 5, werkt terug tot en met 1 januari 2005.
3. Artikel I, onderdeel DD, voorzover het betreft artikel 16.12, in verbinding met artikel 16.49, tweede lid, met uitzondering van artikel 16.12, vijfde lid (nieuw), en artikel 16.49, tweede lid, onder c, alsmede onderdeel EE, voorzover het betreft artikel 16.51, vierde lid, werkt terug tot en met 1 juni 2005.
4. Artikel I, onderdeel T, werkt terug tot en met 1 juni 2006.
Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet handel in emissierechten.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30694-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.