30 693
Harmonisatie van uitkeringsrechten van leden van de Tweede Kamer, wijzigingen in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties van leden van de Eerste en Tweede Kamer en leden van het Europees Parlement en enkele technische wijzigingen

nr. 18
VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 oktober 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel VII van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel D wordt artikel 52a, vijfde lid, als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «55%» vervangen door: 70%.

2. Onderdeel b vervalt.

3. Onderdeel c wordt geletterd b.

b. In onderdeel Q komt artikel 84a, tweede lid, te luiden:

2. Ten aanzien van de belanghebbende die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 52, vierde lid, lid is van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal en na de eerstvolgende verkiezing voor de leden van de Tweede Kamer niet wordt herbenoemd, dan wel bij herbenoeming onmiddellijk na de eerstvolgende verkiezing de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt, wordt in artikel 52, eerste lid, voor «vier jaren» gelezen «zes jaren» en in artikel 52, derde lid, voor «55 jaar» gelezen: 50 jaar.

TOELICHTING

Algemeen

In deze nota van wijziging worden de aanpassingen aangebracht die het gevolg zijn van het op 28 september 2009 gevoerde wetgevingsoverleg. De aanpassingen worden hieronder artikelsgewijs toegelicht.

Artikelsgewijs

Onderdeel a, eerste lid

Bij tweede nota van wijziging (Kamerstukken II 2007/08, 30 424, nr. 9) is in artikel 52a, vijfde lid, opgenomen dat een lid van de Tweede Kamer ontheven is van de sollicitatieplicht als hij een politiek ambt gaat vervullen met een bezoldiging van 55% of meer van de oorspronkelijk genoten bezoldiging. Het percentage van 55 was gebaseerd op de verhouding tussen de schadeloosstelling van leden van de Tweede Kamer en het ministerssalaris zoals dat was berekend in verband met de voorgenomen verhoging van het ministersalaris. Omdat de voorstellen voor een nieuw beloningssysteem voor politieke ambtsdragers geen doorgang zal vinden, is het noodzakelijk dit percentage aan te passen aan het huidige ongewijzigde ministersalaris. Op dit moment bedraagt de maandelijkse schadeloosstelling van leden van de Tweede Kamer iets meer dan 70% van het ministersalaris. Het percentage in artikel 52a, vijfde lid, wordt hieraan aangepast.

Onderdeel a, tweede en derde lid

Tijdens het wetgevingsoverleg op 28 september 2009 bleek er brede steun te zijn voor de invoering van de sollicitatieplicht voor voormalige politieke ambtsdragers die recht hebben op de zogeheten verlengde uitkering voor politieke ambtsdragers in de leeftijd van 55 tot 65 jaar. De uitzondering van de sollicitatieplicht voor die categorie, voor leden van de Tweede Kamer opgenomen in artikel 52a, vijfde lid, onderdeel b, wordt daarom geschrapt.

Onderdeel b

Tijdens het wetgevingsoverleg op 28 september 2009 is aandacht gevraagd voor de positie van politieke ambtsdragers die volgens de thans geldende wetgeving bij herbenoeming na de eerstvolgende verkiezingen recht zouden hebben op de zogeheten verlengde uitkering tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar, maar die, als zij na de eerstvolgende verkiezing onmiddellijk terugkeren in de Tweede Kamer, door de verhoging van de aanvangsleeftijd waarop het recht op deze verlengde uitkering ontstaat slechts in aanmerking komen voor een uitkering voor ten hoogste vier jaar. Leden van de Tweede Kamer die op het tijdstip van de eerstvolgende verkiezing tussen de 50 en 55 jaar oud zijn en voldoende dienstjaren hebben, zijn voor hun uitkeringsrechten beter af als zij afzien van herbenoeming. Met de Tweede Kamer ben ik van oordeel dat een dergelijke negatieve prikkel bij de afweging om een herbenoeming te accepteren, ongewenst is. Het overgangsrecht is in die zin aangepast dat leden van de Tweede Kamer die na de eerstvolgende verkiezingen bij herbenoeming tussen de 50 en 55 jaar oud zijn, hun aanspraak behouden op een verlengde uitkering tot het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Als gevolg van de hierboven toegelichte wijziging in onderdeel a, tweede en derde lid, is op deze leden na hun ontslag wel de sollicitatieplicht van toepassing.

Met deze wijziging is tevens de onjuiste formulering van artikel 84a, tweede lid, aangepast, waar de leden van de fractie van de VVD op hadden gewezen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven